De schaarste op de arbeidsmarkt heeft het sollicitatiegesprek op z’n kop gezet. Recruiters moeten kandidaten niet alleen evalueren, maar ook overtuigen. Taalkundige Melina De Dijn (KU Leuven) ging in haar doctoraatsonderzoek na hoe die nieuwe rolverdeling hun verbale en non-verbale communicatie heeft veranderd.
Melina De Dijn is postdoctoraal onderzoek aan de faculteit Letteren van de KU Leuven. Daarnaast is ze ook research manager bij LILI (Leuven Interdisciplinary Language Institute). “Meestal zijn sollicitatiegesprekken voer voor toegepaste psychologie. Maar ik was als taalkundige benieuwd naar de dynamiek tijdens sollicitatiegesprekken. Die waren lang hét ‘gatekeepingmoment’ bij uitstek. De kandidaat moest zich verkopen en de recruiter overtuigen. Op de krappe arbeidsmarkt van vandaag is die machtsverhouding veel meer in balans.”
“Recruiters moeten veel ballen in de lucht houden tijdens een sollicitatiegesprek. Ze moeten kandidaten nog altijd aan de tand voelen en beoordelen, maar ze moeten zelf ook de kandidaat overtuigen. Want die maakt evengoed een selectieproces tussen kandidaat-werkgevers. Recruiters moeten een positieve indruk maken, ze moeten hun werkgever verkopen. Dat maakt dat een sollicitatiegesprek veel meer dan vroeger echt tweerichtingsverkeer is geworden.”
“Voor ons onderzoek heb ik samen met mijn promotor Dorien Van De Mieroop een honderdtal sollicitatiegesprekken opgenomen en bestudeerd. Vooral op video, want je kan non-verbale communicatie niet los zien van verbale communicatie. Dat is één pakket.”
Tussentaal en smalltalk
Een eerste opvallende conclusie is voor Melina De Dijn de opmars van de tussentaal. “Tussentaal, die ligt tussen standaardtaal en dialect, is al langer aan het oprukken. Maar we hebben lang aangenomen dat het sollicitatiegesprek een van de weinige momenten was waarop we nog wél standaardtaal spraken. Die tijd lijkt voorbij. Ook in de context van het sollicitatiegesprek is tussentaal helemaal doorgebroken.”
“De informalisering van het sollicitatiegesprek is een evolutie waar je niet naast kan kijken. Dat zie je ook in de tijd die gaat naar smalltalk. Smalltalk in sollicitatiegesprekken is niet nieuw, maar vroeger werd aangenomen dat die zich vooral tot het begin en eventueel het einde van de sollicitatie beperkte. “Heb je ons kantoor goed gevonden?” Wij zien dat die smalltalk ook opduikt tijdens het sollicitatiegesprek. Dan gaat het plots over hobby’s of over een gemeenschappelijke kennis. Dat is ergens logisch. De fit is vandaag heel belangrijk. Past de kandidaat binnen onze cultuur? Deelt hij onze waarden? Recruiters gaan gretig in op de passies die kandidaten hebben buiten het werk om daar meer zicht op te krijgen.”
Andere dynamiek
De gewijzigde machtsverhoudingen zijn duidelijk merkbaar in de interactie tussen recruiter en kandidaat, stelt Melina vast. “Vroeger stelde de kandidaat pas vragen op het einde van het gesprek, wanneer de recruiter daar officieus ‘toestemming voor gaf: “Heb je nog vragen?” Nu duiken die vragen op doorheen het hele sollicitatiegesprek. Als de sollicitanten een vraag hebben, gooien ze die er gewoon tussen. Veel recruiters expliciteren ook heel duidelijk dat het sollicitatiegesprek tweerichtingsverkeer is, een dialoog. Dat zorgt voor een andere dynamiek.”
“Recruiters zijn zich veel sterker bewust van hoe ze zelf overkomen. De glimlach is daar een heel mooi voorbeeld van. Een lach is een ongelooflijk gelaagd communicatiemiddel, die veel verschillende interpretaties oproept. Recruiters vertelden dat ze bewust veel proberen te lachen. Om de kandidaten op hun gemak te stellen en uit te nodigen een open houding aan te nemen, maar bijvoorbeeld ook om een informele bedrijfscultuur uit te stralen. Ze denken echt heel goed over na over welk signaal ze precies geven met hun verbale en non-verbale communicatie. Toch zeker de professionele recruiters.”
Daar wringt volgens Melina ook meteen het schoentje. “Soms voeren mensen die daar niet voor opgeleid zijn de sollicitatiegesprekken, en dan heb ik het wel eens fout zien lopen. “Hoe zie je dat, jij in zo’n team met allemaal jonge mensen?”, vroeg zo iemand aan een 50-plusser. Of ook: “Hoeveel jaar denk je eigenlijk nog actief te blijven?” Dat zijn cassante, ongevoelige en zelfs intimiderende vragen, die heel goed aantonen hoe belangrijk taal is tijdens een sollicitatiegesprek. Woorden doen ertoe.”
Illusie
Is het sollicitatiegesprek nog van deze tijd? Het is een vraag die Melina sinds haar doctoraatsonderzoek vaak krijgt. “Ik kaats de bal dan terug: is er een alternatief? Zeker in tijden waarin je motivatiebrieven probleemloos in elkaar knutselt met ChatGPT is het belangrijk dat werkgevers kandidaten zien, spreken en aanvoelen.”
“Ze moeten zich er gewoon heel goed van bewust zijn dat het sollicitatiegesprek limieten heeft. HR-mensen denken vaak dat ze met de juiste aanpak en de juiste vragen op één uur tijd de authentieke zelf van een kandidaat kunnen blootleggen. Maar dat is een illusie. Net zoals ik recruiters aan storytelling zie doen om kandidaten te overtuigen voor hun bedrijf te kiezen, doen sollicitanten net hetzelfde. Dat is ook helemaal niet erg, zolang je maar goed van elkaar beseft dat je tijdens een sollicitatiegesprek nooit het hele plaatje te zien krijgt. Welke woorden en welke lichaamstaal je ook gebruikt.”