Mobiliteitsbudget: Versoepeling sinds 1 januari zet turbo op de maatregel

Op 1 maart bestaat het mobiliteitsbudget drie jaar. Het afgelopen jaar maakte 1 op de 200 werknemers die recht hebben op een bedrijfswagen (0,48%) van de maatregel gebruik. Dat zijn er drie keer meer dan in 2020. Sinds de vernieuwde versie van het mobiliteitsbudget op 1 januari in voege is getreden, lijkt de maatregel nog extra wind in de rug te krijgen. Hr-dienstenbedrijf Acerta noteerde in januari evenveel aanvragen voor het mobiliteitsbudget dan vorig jaar gemiddeld op vier maanden tijd.

Op 1 maart 2022 blaast het mobiliteitsbudget drie kaarsjes uit. De maatregel kwam de eerste jaren moeizaam op gang, maar in 2021 is het systeem toch populairder geworden. Eind 2021 maakte 1 op de 200 werknemers (0,48%) die recht hebben op een bedrijfswagen gebruik van een mobiliteitsbudget. Dat is een verdrievoudiging in vergelijking met een jaar geleden, toen amper 0,15% van de werknemers een mobiliteitsbudget had.

De opmerkelijke stijging in 2021 zet zich ook dit jaar door. In januari 2022, noteerde Acerta evenveel aanvragen van bedrijven voor een mobiliteitsbudget dan vorig jaar op vier maanden tijd. Dat toont dat de nieuwe versoepelde versie van het mobiliteitsbudget, die op 1 januari 2022 in werking trad, een extra turbo zet op de populariteit van de maatregel.

Karolien Van Herpe, experte mobiliteit van Acerta Consult: “Het mobiliteitsbudget werd op 1 maart 2019 gelanceerd als een antwoord op de heersende mobiliteitsproblemen en de vele bedrijfswagens op onze wegen. De eerste jaren slaagde dat concept er niet in om zijn doelgroep, werknemers die in aanmerking komen voor een bedrijfswagen, te overtuigen. Nu zien we dat ondernemingen na twee jaar corona van hun wagenpark echt een prioriteit maken. Een belangrijke stok achter de deur is ook de verstrenging van de fiscale aftrek van bedrijfswagens op fossiele brandstof. Die verstrenging start weliswaar geleidelijk, maar de echte knipperlichtdatum van de zomer van 2026, wanneer de fiscale aftrek volledig weg zal zijn, is niet meer zo veraf. Het mobiliteitsbudget kan een hefboom zijn naar een groenere mobiliteit en geeft werknemers de kans om hun mobiliteit op de voor hen interessantste manier in te vullen. De cijfers gaan de goeie richting uit, maar het groeipotentieel is nog groot.”

Soepelere spelregels sinds 1 januari 2022

Dat het mobiliteitsbudget ondanks de grotere flexibiliteit van het concept pas nu echt aantrekkelijker lijkt te worden, heeft veel te maken met de coronapandemie, maar ook met de beperkingen die golden voor het mobiliteitsbudget zelf. Nu, per 1 januari 2022, zijn er daarvan heel wat weggewerkt.

  • Wie intern muteerde, moest eerst 1 jaar in aanmerking komen voor een bedrijfswagen of met een bedrijfswagen rijden voordat er naar het mobiliteitsbudget kon overgeschakeld worden. Dit kan nu onmiddellijk.
  • De bestedingsmogelijkheden van het mobiliteitsbudget zijn verder uitgebreid: huisvestingkosten (bv. huur) kunnen nu ook als je binnen 10 kilometer van het werk woont, i.p.v. 5 kilometer. Ook wie minstens 60% van thuis werkt, had eerder al recht op terugbetaling van de huisvestingkosten. Daarnaast kan de kapitaalsaflossing van een hypothecaire lening worden opgenomen in het mobiliteitsbudget, voorheen kwamen enkel de intresten in aanmerking. Abonnementen op het openbaar vervoer zijn niet langer beperkt tot het strikte woon-werkverkeer en ook niet tot de werknemer zelf, abonnementen voor gezinsleden kunnen eveneens opgenomen worden.
  • De minimumgrens van het budget is 3000 euro en de maximumgrens een vijfde van het bruto jaarloon of 16 000 euro. Deze beperking geldt sinds 2022.
    Ook merkt Acerta dat jonge bedrijven nu plots wakker zijn geschoten nu de deadline van hun derde verjaardag dichterbij komt. Als ze voor hun derde verjaardag het mobiliteitsbudget invoeren, moeten ze niet voldoen aan de voorwaarde om minstens 3 jaar bedrijfswagens aangeboden te hebben voordat het kan ingevoerd worden.

Karolien Van Herpe: “We mogen aannemen dat de beloftevolle start van het mobiliteitsbudget in 2022 met de versoepelingen van het systeem te maken heeft. We verwachten ook dat de komende maanden nog meer werkgevers en werknemers ervoor zullen kiezen om de kost van de bedrijfswagen om te zetten in het flexibelere mobiliteitsbudget. Het is belangrijk dat bedrijven nu een duidelijke car policy in het leven roepen. Want wat ook blijft, is dat alleen werknemers die recht hebben op een bedrijfswagen in aanmerking komen voor een mobiliteitsbudget. Daaraan verandert voorlopig niets.”

Schrijf je in op de wekelijkse HR-nieuwsbrief

Ook interessant

LEES MEER