Lead like a coach: 7 topsportprincipes voor leiders

In lead like a coach deelt topsportcoach Paul Van Den Bosch inzichten en technieken om jezelf, medewerkers, teams en zelfs de volledige organisatie naar een hoger niveau te tillen. Al 35 jaar werkt hij met topsporters die in uiteenlopende disciplines titels hebben gewonnen. De sportwereld, die zo gefocust is op excelleren en een constant streven naar verbetering, biedt een schat aan kennis die bijna een-op-een vertaald kan worden naar de bedrijfswereld, hoewel de vergelijking uiteraard niet voor alles opgaat. Het boek is opgebouwd rond 7 – soms onverwachte – principes uit de topsport. Ik heb het met veel plezier gelezen en haalde er deze inzichten uit.

Wat heb ik vandaag gedaan om mijn medewerkers beter te maken?

De essentie van coaching en leiderschap bestaat erin om anderen beter te maken, zegt Paul Van Den Bosch. Leidinggevenden focussen te veel op het resultaat: Zitten we op schema? Hoe waren de cijfers? Natuurlijk zijn cijfers belangrijk. Maar de belangrijkste vraag die leiders zich zouden moeten stellen is: “Wat heb ik vandaag gedaan om mijn medewerkers beter te maken?” Die vraagstelling maakt het verschil tussen een leider en een manager.

Een goede leider is behalve taakgericht in de eerste plaats mensgericht.

Paul Van Den Bosch

Level-5 leiders

John Maxwell, de Amerikaanse auteur en managementgoeroe spreekt over 5 levels van leiderschap waarin anderen beter maken de essentie is.

  • Level 1: leiderschap vanwege de positie: je bent leidinggevende omdat je een mandaat gekregen hebt
  • Level 2: connectie: je krijgt ‘toestemming’ om als leider te opereren omdat je in staat bent om goede relaties op te bouwen
  • Level 3: resultaten: je bent in staat om goede relaties op te bouwen én je behaalt resultaten
  • Level 4: coachend leiderschap: coachende leiders zijn 80% van hun tijd bezig met coachen van anderen en 20% van hun tijd met hun eigen productiviteit. Als je mensen beter maakt, komen de resultaten ‘vanzelf’
  • Level 5: leiders die dit niveau behalen (en dat zijn er weinig) worden haast beschouwd als ‘legendes’: hun erfenis blijft na hun vertrek nog lang nazinderen…

Teamcoaching begint bij individuele coaching

Samenwerking en teamcoaching worden vaak geprezen als essentiële elementen van succes, zowel in het bedrijfsleven als in de sport. Door verschillende expertises samen te brengen worden teamprestaties verondersteld om beter te zijn dan de som van de individuele prestaties.

Maar is dat wel zo?

Volgens Paul Van Den Bosch stuwt de individuele kunde van toppresteerders de collectieve prestaties de hoogte in. Zij zijn de drijvende kracht achter het succes, zegt hij. En hij verwijst daarvoor naar Michael Jordan, die beschouwd wordt als de beste basketbalspeler ooit, maar wiens verdienste volgens Paul veel verder ging: “Hij stimuleerde teamgenoten om hun volledige potentieel te bereiken en was een rolmodel voor onvermoeibare werkethiek. Zijn drang om te winnen legde de lat steeds wat hoger voor zijn teamgenoten.”

Ongetwijfeld staat samenwerking centraal in elke succesvol team, maar de paradox ligt in het besef dat de kracht van een hoog presterend team fundamenteel afhangt van de groei en ontwikkeling van zijn individuele leden. Daarom loont het om in te zetten op individuele coaching binnen teams.

Paul Van Den Bosch

De filosofie van marginale winsten

Kleine consistente verbeteringen kunnen leiden tot buitengewone resultaten. De aggregatie van marginale winsten – ook wel bekend als de 1%-theorie – benadrukt het belang van kleine dagelijkse verbeteringen en het belang van routine.

Succes wordt vaak gezien als iets uniek, maar in werkelijkheid is het de optelsom van alle momenten dat je er bewust voor kiest om elke dag een beetje beter te doen.

Paul Van Den Bosch

Niet hard maar slim trainen

Iedereen kan hard trainen en iedere coach kan hard laten trainen. Maar om stap voor stap duurzame progressie te maken, moet je vooral slim trainen en op zoek gaan naar de juiste balans tussen inspanning en herstel. Paul Van Den Bosch verwijst naar het principe van supercompensatie, het belangrijkste principe uit de trainingsleer.

Het is pas na voldoende herstel dat de atleet niet alleen zijn oorspronkelijk niveau zal evenaren, maar het ook zal overtreffen. Daar zit de winst. Deze winst heet ‘supercompensatie’. Dat uit zich niet dadelijk in meetbare prestatieverhoging, maar pas door de opeenvolging van training-herstel-supercompensatie.

Paul Van Den Bosch

De lat op de juiste hoogte

Er is niets mis met stress en moe zijn na een inspanning in de sport of op het werk. Maar naarmate de druk toeneemt, neemt ook de stressintensiteit toe. Aanvankelijk zal die stress positief werken en ervoor zorgen dat de prestatie in stijgende lijn gaat. Maar er is een tipping point. Vanaf dat ogenblik zal de toenemende druk negatieve stress veroorzaken waardoor het prestatieniveau zal dalen. Als de druk dan blijft toenemen en er geen relaxatie meer is, beland je op een punt waarop uiteindelijk zelfs geen prestatie meer mogelijk is. Hier kom je in de zone van burn-out.

Als coach in de sport (of als leidinggevende in het bedrijfsleven) is het je taak om atleten (of medewerkers) in de optimale stressintensiteitszone te brengen, zodat ze op hun beste niveau kunnen presteren. In bijna 99% van de gevallen komt dat neer op het wegnemen van druk die topatleten (en toppresteerders) zichzelf opleggen. Je moet met andere woorden de lat op de juiste hoogte leggen.

Bedrijven nemen steeds meer de verantwoordelijkheid op zich voor de gezondheid van hun medewerkers. Inzetten op well-being initiatieven is lovenswaardig, maar niet meer dan een doekje voor het bloeden als er niet fundamenteel ingegrepen wordt op de werkdruk en de toenemende eisen .

Paul Van Den Bosch

Data zijn secundair

Meten is weten maar met data alleen zal je de resultaten – noch in de sport, noch in het bedrijfsleven – verbeteren. Toch niet op een duurzame manier. Het is aantrekkelijk om je te laten verleiden tot besluitvorming gebaseerd op data, maar onder de cijfers gaat een wereld vol emoties, motivaties, ambities en relaties schuil. Beiden zijn belangrijk. Daarom is het belangrijk, zo benadrukt Paul Van Den Bosch in zijn boek, dat je als coach investeert in de relatie met de atleet of medewerker. Die relatie evolueert naarmate een mentale klik komt en daarvoor is wederzijds vertrouwen nodig.

Wie oog heeft voor het bredere plaatje, mag (moet) data gebruiken als een schat aan informatie over prestaties, gezondheid en strategie. Die data stellen de coach in staat om sterke en zwakke punten in kaart te brengen en om zicht te krijgen op de evolutie ervan. Maar menselijke interactie komt altijd op de eerste plaats. Data zijn secundair.

Paul Van Den Bosch

Leg de puzzel zelf

Vier factoren zijn onbetwistbaar nodig om de top te bereiken in de sport en in het bedrijfsleven: talent, fysieke belastbaarheid, mentale vaardigheid en training. Zonder deze 4 elementen is de top onbereikbaar. Maar daarnaast is er nog een vijfde factor, namelijk dat de atleet of medewerker in staat moet zijn om zelf de puzzel te leggen. Dat houdt in dat je proactief een plan opmaakt, waarbij je het einddoel voor ogen houdt maar wendbaar bent als de context dat vereist. En dat leer je door veel te oefenen. Je mag er vooral niet op vertrouwen dat de puzzelstukjes vanzelf in elkaar zullen vallen.

Zelf de puzzel leggen impliceert wel dat je je eigen mogelijkheden kent, dat je weet waar je sterktes en je zwaktes liggen, dat je niet hardnekkig blijft vasthouden aan een succesformule. Weten wanneer verandering nodig is, blijkt in de praktijk een van de moeilijkste taken.Mensen durven de puzzel niet anders leggen omdat het te veel tijd kost en omdat ze onder tijdsdruk staan.

Maar soms moet je vandaag tijd durven verliezen om morgen veel meer tijd te winnen…

Paul Van Den Bosch

Coaching gaat in de eerste plaats over communicatie

Hoe de ideale leidinggevende eruit moet zien? Paul Van Den Bosch schuift in zijn boek 10 soft skills naar voor waarbij communicatie met stip op de eerste plaats staat. Coaching gaat vooral over communiceren en dat stopt nooit. Goede communicatie begint met empathisch luisteren: ‘Seek first to understand and then to be understood’.

Goed communiceren kan je leren en de belangrijkste sleutel is voorbereiding.

Paul Van Den Bosch

Afschuiven van verantwoordelijkheid belemmert kans op groei

Toppresteerders worden zowel in de sport als in het bedrijfsleven op een voetstuk geplaatst. Dat kan leiden tot een verstoord zelfbeeld en een groot ego, maar maakt hen soms ook blind voor de eigen tekorten. Fouten toegeven bij falen of mislukking is voor hen dan een teken van zwakte. De angst voor reputatie- of statusverlies, maakt soms dat ze dan met de vinger wijzen naar anderen.

Maar het afschuiven van verantwoordelijkheid kan verregaande gevolgen hebben en het belemmert in de eerste plaats de kans op verbetering. Een coach of teamleider die bij minder presteren van zijn atleet of team systematisch de schuld afschuift op anderen, zal vlug zijn geloofwaardigheid en het vertrouwen van de atleet of het team verliezen.

Een coach moet net de anderen beter maken en hen boven zichzelf laten uitgroeien. Met de vinger wijzen staat daar haaks op.

Paul Van Den Bosch

Geen verantwoordelijkheid nemen betekent ook dat er geen echte oplossingen zullen worden gezocht en dat leidt – al op korte termijn – tot een enorm verlies van effectiviteit en productiviteit en daarmee ook tot de belemmering aan groei en prestaties van het volledige team of organisatie.

+++

De 7 topsportprincipes voor leiders

  1. Stel jezelf iedere avond de vraag: Wat heb ik vandaag gedaan om mijn mensen beter te maken
  2. Teamcoaching begint met individuele coaching
  3. Je moet niet hard maar slim trainen
  4. Data zijn secundair
  5. Leg de puzzel zelf
  6. Het draait allemaal om communicatie
  7. NIet met de vinger wijzen
cover lead like a coach

Schrijf je in op de wekelijkse HR-nieuwsbrief

Ook interessant

LEES MEER