Stel: je bestelt een Uber. De wagen arriveert mooi op tijd, je trekt de deur open… en ziet dat de chauffeur het syndroom van Down heeft. Stap je gewoon in, of vraag je toch even of hij een rijbewijs heeft? Die twijfel zegt alles – niet over de chauffeur, maar over onze eigen aannames. Mensen met een beperking starten niet op nul, maar op min vijf. William Boeva weet dat als geen ander. Op zijn derde kreeg hij de diagnose pseudoachondroplasie. Tot dan kon hij alles worden: astronaut, profvoetballer, chirurg of HR-directeur. Daarna was iedereen vooral blij als hij ‘een normaal leven’ zou kunnen leiden. Voor HR is dat een confronterende realiteit: hoeveel talent missen we omdat iemand niet in het ideale plaatje past? Wij lazen William zijn verhaal al in het #ZigZagHR Bookazine van vorig jaar. Tijdens Unmask Your Talent zagen meer dan 500 HR-profesionals hem live aan het werk. Hieronder lees je wat dat met ons deed.
“Voelt een beetje als thuiskomen.” Zo begint comedian William Boeva zijn keynote op Unmask Your Talent, terwijl achter hem een gigantisch led-scherm een bos vol paddenstoelen toont. De zaal lacht. En niet voor het laatst. Want William staat op het podium met zijn kenmerkende humor, maar hij houdt ook een serieuze spiegel voor. Verandering begint vaak met een ongemakkelijk gevoel. Of met een lach. Liefst allebei tegelijk. Dat is precies wat William doet: hij laat je lachen én zet je aan het denken. Niet als DEI-expert of activist, zoals hij zelf zegt, maar als comedian. Eentje die haarscherp ziet (én dagelijks ervaart) hoe absurd onze systemen soms zijn.

Geen motivational speaker
“Of ik jullie wil komen motiveren om inclusiever te zijn?” opent hij. Hij is nochtans geen motivatiecoach en doet geen onderzoek naar diversiteit en inclusie. Hij is niet opgeleid om je te vertellen hoe het moet. Geen onderzoeker met grafieken en tabellen. “Ik ben gewoon een comedian die toevallig een beperking heeft,” zegt hij. En net daardoor komt zijn boodschap zo hard binnen.
Want hoe inclusief zijn we echt, als bijna niemand in de zaal een vriend met een beperking blijkt te hebben? Waarom spreken we over “moeten zorgen voor”, alsof het over een last gaat? Waarom bouwen we systemen waarin mensen enkel mogen meedoen als ze zich aanpassen aan de norm?
Het zit niet in slechte intenties, wél in onze blinde vlekken. William daagt ons uit om die te (her)zien. Want we kunnen wel anders kijken, we doen het namelijk al: een Japans toilet voor mensen met een beperking wordt plots hip, een bril wordt een modeaccessoire, een robotarm wordt cool… Wat als we dat nu ook eens bewust zouden inzetten? Wat als we mensen niet meer zien als afwijking van de standaard, maar als unieke tools in een goedgevulde gereedschapskist?
Wie ken jij met een beperking?
Hij stelt een eenvoudige vraag aan de meer dan 500 aanwezige HR-professionals in de zaal: “Wie heeft er vijf vrienden?” Bijna alle handen gaan de lucht in. Al snel volgt de tweede vraag: “Bij wie heeft één van die vrienden een beperking?” Heel wat handen gaan omlaag. En dan: “Bij wie is die persoon geen familie?” Nog maar een handvol handen blijft omhoog. Oef. Dat komt aan.
Hoe kan dat? 19% van de bevolking heeft een beperking. Dat is bijna één op vijf mensen. Ze zijn dus overal, en tegelijk toch onzichtbaar omdat we ze – bewust of onbewust – buitensluiten. Op school, op het werk, in de sportclub.


De (on)zichtbare barrière
Sport is een mooi voorbeeld. William grapt: “Ik krijg alleen maar hoofdpijn van hordelopen.” Maar hij wijst ook op iets serieuzer: meedoen is belangrijker dan winnen, zeggen we vaak. Maar hoe kan je meedoen als je niet eens binnengeraakt? Voor G-sporten bestaan er speciale aparte clubs, met aparte competities. Rolstoelen worden bovendien, wanneer mogelijk, soms verstopt uit schaamte. Mensen met een beperking worden anders benaderd. Het sociaal stigma is groot. Inclusie? Dat klinkt mooi, maar wordt nog te weinig waargemaakt in de praktijk.
William vertelt over een jeugdvriend. Ze groeiden samen op, hadden veel gemeenschappelijk met elkaar. Alleen: William ging naar het reguliere onderwijs, zijn vriend naar het buitengewoon onderwijs. Dat kleine verschil had grote gevolgen. William studeerde later rechten. Zijn vriend was totaal niet voorbereid op hoger onderwijs en moest al snel afhaken. Niet omdat hij minder slim was, maar omdat hij nooit die kansen kreeg. Dat is dan de impact van keuzes waar je niet om vroeg. “Ik ben de uitzondering op de regel. Hij is de regel. En het heeft lang geduurd voor ik dat besefte.” zo stelt Boeva.
Verlies van efficiëntie
Wie is er verantwoordelijk? Wij allemaal. We laten het gebeuren. België is al twee keer veroordeeld door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens omdat we de rechten van mensen met een handicap schenden. En wat doen we? “Niks,” zegt William gevat. “We proberen zelfs van dat verdrag vanonder te komen.”
Hij deelt een schrijnend voorbeeld uit zijn kindertijd. Tijdens een brandoefening werd hij gewoon achtergelaten. Want William meenemen was te veel gedoe. Zijn klasgenoten gingen naar buiten, hij bleef alleen achter in het lokaal. “De leerkracht deed zelfs de deur op slot. Ik hoopte maar dat het ook écht een oefening was.”
En daar heb je het: mensen met een beperking worden als “last” aanzien. We “moeten” voor hen zorgen. Organisaties krijgen zelfs premies voor “verlies van efficiëntie”. Alsof mensen met een beperking per definitie een last zijn. “We hebben geen trots zoals andere minderheidsgroepen,” zegt William. Dat komt er nog eens bovenop: geen “pride”, geen marsen, geen zichtbare beweging. En dat maakt het moeilijk om de status quo te doorbreken.
Toch is de vraag niet of je ooit hulp nodig zal hebben, maar wanneer. Iedereen wordt ooit ouder, kwetsbaarder. “Het is de enige groep waar we allemaal ooit deel van gaan uitmaken.” Dus waarom wachten tot het zover is om dingen te veranderen?
Kijken naar wat wél kan
Diversiteit is geen last, maar een toolkit. “We hebben ook geen acht dezelfde hamers in onze toolbox,” zegt William. “We hebben verschillende tools, voor verschillende situaties.”
Het zit ‘m in hoe we naar iets kijken. Wist je dat de CIA blinde mensen inzet bij verhoren, omdat zij andere signalen oppikken? We kunnen dus wel anders kijken naar wat ooit ‘beperkend’ leek. Waarom doen we dat dan niet voor alles? William besluit met een krachtige oproep: “Hou je ogen open. Focus op wat er wél kan. Laat mensen zelf aangeven waar hun mogelijkheden liggen.”


