Groei in werkgelegenheid, maar niet voor iedereen: tijd voor maatwerk

Elke week duikt #ZigZagHR NXT-community manager Dagmar Van Gucht in verrassende, boeiende en (not so) fun facts over de wereld van werk en HR. Deze week de groei van de arbeidsmarkt – maar niet voor iedereen – en hoe maatwerk kan helpen.

Meer werkgelegenheid, maar niet voor iedereen

De Belgische arbeidsmarkt groeit en meer mensen hebben dus een job. De werkgelegenheidsgraad – het percentage mensen tussen 20 en 64 jaar dat werkt – is de afgelopen tien jaar namelijk gestegen van 65% naar 70%. Bovendien is de kloof tussen mannen en vrouwen, en tussen mensen van Belgische en buitenlandse origine, iets kleiner geworden.

Goed nieuws, zou je denken?

Achter die positieve cijfers schuilt echter een minder rooskleurig verhaal: niet iedereen profiteert evenveel van deze vooruitgang. Dat blijkt uit het Rapport Diversiteit 2024 van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

Ondanks de stijgende tewerkstelling zijn er nog steeds groepen die moeilijk hun plaats vinden op de arbeidsmarkt: mensen van buitenlandse origine (vooral uit niet-EU-landen), mensen met een handicap en langdurig zieken ondervinden nog steeds grote drempels bij het (opnieuw) vinden of behouden van werk. Vooral die laatste groep blijft ook toenemen, en eens iemand langdurig ziek is, wordt de kans klein dat die persoon opnieuw aan het werk gaat. Vooral kortgeschoolden en 55-plussers vinden na lange afwezigheid moeilijk weer werk.

Ook interessant: uit het rapport blijkt dat naast mensen met een arbeidsongeschiktheid (21%), (brug)gepensioneerden (19%) en mensen met een leefloon of handicapuitkering (12%), er een grote groep ‘niet-beroepsactieve’ personen onder ‘inactiviteit zonder uitkering’ valt (45%). Dit betekent dat ze geen werk hebben, maar ook niet als werkzoekende geregistreerd staan én geen uitkering ontvangen.

Maatwerk als oplossing?

Elk talent telt, zeker in een arbeidsmarkt waar structurele tekorten de norm zijn. Toch blijven bepaalde groepen, zoals laaggeschoolden en mensen met een beperking, nog te vaak achter. Gelukkig beginnen steeds meer bedrijven in te zien dat een standaardaanpak niet voor iedereen werkt. Om deze groepen in beweging te krijgen en mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te helpen, is er een investering van beide kanten nodig, met ruimte voor persoonlijke aanpassingen. In plaats van vast te houden aan strikte functiebeschrijvingen, pleiten experts David Duychene en Frank Vander Sijpe in hun boek ‘Maatwerk: strategisch HR-beleid met een persoonlijke toets’ voor een HR-beleid dat uitgaat van individuele sterktes en behoeften. (Spoiler Alert: We namen met hen een panelgesprek op dat je binnenkort kan bekijken op #ZigZagHR TV!)

Uit een bevraging onder 246 Vlamingen blijkt dat bijna 86% vindt dat ze zelf kunnen bepalen hoe ze hun job uitvoeren. Maar als het gaat om loopbaanontwikkeling, daalt dat cijfer naar 68%. Maatwerk kan dan ook op verschillende niveaus: van individuele afspraken (i-deals) tot bredere collectieve regelingen (mass customization) én met betrekking tot verschillende domeinen. Zo krijgen werknemers het vaakst maatwerkoplossingen rond opleiding, en het minst rond mobiliteit.

Maatwerk mag daarbij geen doel op zich zijn, maar wel een middel om organisaties beter te laten functioneren. De sleutel? Een evenwicht vinden. Flexibiliteit mag niet doorslaan in ongelijkheid: een oplossing voor de ene mag niet leiden tot onrechtvaardigheid voor anderen. Het draait om een win-win-win voor werknemer, team en organisatie.

Mobiliteitsbudget wint nauwelijks terrein

In lijn met de trend van meer maatwerk, is het mobiliteitsbudget een voorbeeld van hoe bedrijven flexibiliteit en personalisatie kunnen bieden aan hun medewerkers. Toch blijkt het mobiliteitsbudget nog niet echt van de grond te komen.

Bedrijven blijven vasthouden aan bedrijfswagens, zo blijkt uit het nieuwste mobiliteitsrapport van PwC België. Zij spraken met 23 wagenparkbeheerders, die samen 41.000 Belgische werknemers vertegenwoordigen. Opvallend: slechts één bedrijf overweegt om in de toekomst te stoppen met bedrijfswagens. Zowel werkgevers als werknemers verkiezen ze nog steeds als onderdeel van het loonpakket.

De overheid probeert via wetgeving bedrijfswagens minder aantrekkelijk te maken, maar voorlopig zonder veel succes. Het federale mobiliteitsbudget, dat werknemers een alternatief moet bieden, raakt moeilijk van de grond. Slechts 40% van de ondervraagde bedrijven biedt het aan, en vooral: het gebruik ervan is amper met 2,5% gestegen ten opzichte van vorig jaar. Waarom? Vooral de ingewikkelde wetgeving, de administratieve rompslomp en het gevoel van ongelijkheid bij werknemers zonder recht op een bedrijfswagen zouden een grote rol spelen. Bedrijven zijn niet per se tegen het mobiliteitsbudget, maar de invoering blijft vastlopen door deze obstakels.

Schrijf je in op de wekelijkse HR-nieuwsbrief

Ook interessant

LEES MEER