Onderzoek van House of HR leert dat werktevredenheid daalt naarmate werknemers ouder worden. Ondanks hogere ontevredenheid op latere leeftijd, wil slechts 29% van job veranderen. “We verwachten dus enerzijds dat mensen langer aan de slag blijven, maar anderzijds zien we dat ze vaker ongelukkig zijn in hun job. Vastgeroeste angst over het verlies van bijvoorbeeld anciënniteit weerhoudt oudere werknemers om actie te ondernemen. Dat moet aangepakt worden”, aldus CEO Rika Coppens. Nog blijkt uit het onderzoek dat er opvallende verschillen zijn over de tevredenheid over de vakbond binnen een bedrijf zeker met de ons omringende landen. House of HR analyseerde ook het stemgedrag van vakbondsleden: slechts 1 op 3 zal stemmen voor de aan hun vakbond gelinkte partij.
Eerst en vooral is het belangrijk om te zeggen dat de meeste werknemers tevreden zijn over hun werkgever. Er zijn wel kleine nuances: oudere werknemers (58-65j) zijn het minst tevreden over hun werkgever. Zo’n 89% van hen is tevreden, in vergelijking met 92% bij de leeftijdscategorie 20-25j. Ondanks deze hoge tevredenheidscijfers, daalt de werktevredenheid dus naarmate werknemers ouder worden. Toch zijn deze mensen minder geneigd om van job te veranderen. Slechts iets minder dan een derde (29%) van de ontevreden werknemers tussen 58 en 65 jaar wil namelijk een andere job en blijft dus vastgeroest in die ontevredenheid. Bij hun collega’s onder de 45 jaar ligt dit tussen tussen 60% en 75%. Oudere werknemers hebben ook minder het gevoel dat ze over de ontevredenheid in verband met hun werkgever terecht kunnen bij collega’s (34%). Indien ze ook nog eens werken in een groot bedrijf is de neiging tot veranderen van werk nog lager.
Rika Coppens, CEO van House of HR, kaart deze tweespalt in onze maatschappij aan:
“Enerzijds verwachten we van mensen dat ze steeds langer aan de slag blijven, anderzijds zien we dat hun werkgeluk daalt naarmate ze ouder worden. Mensen maken zich zorgen over bijvoorbeeld het verlies van hun anciënniteit of alle voordelen (zeker in grotere bedrijven) als ze van job veranderen, en blijven ze dus vastzitten in een job die hen ontevreden maakt. Dat hoeft niet zo te zijn. Waarom zorgen we er niet voor dat deze mensen tijdens de laatste jaren van hun professionele loopbaan iets doen wat ze graag doen? Vaak is dat iets anders dan wat ze het grootste deel van hun loopbaan gedaan hebben. De vastgeroeste arbeidsmarkt helpt daarbij niet: anciënniteit bijvoorbeeld is een verouderd concept en zorgt voor een gouden kooi. Laat ons kijken hoe we in onze arbeidsmarkt meer flexibiliteit kunnen krijgen: dat kan door te kijken naar loonstructuren, statuten,…. Mensen zouden sowieso het meest moeten verdienen op het moment dat ze het meest actief zijn en bijdragen, en dat is vaak exact op het moment dat ze ook volop investeren in een huis en gezin. Flexibiliteit is een grote verantwoordelijkheid die we als maatschappij moeten aanpakken.”
De meest tevreden werknemer is een jonge (20-25j) man die in een middelgroot bedrijf werkt. Daarnaast is het profiel dat het meest jobhopt of van job gaat veranderen een vrouw die jonger dan 45 jaar is en in een klein bedrijf werkt. Respondenten geven aan dat naast waardering, een goede werk-privé balans en een goede communicatie door een goed management de belangrijkste factoren zijn voor tevredenheid over de werkgever. Goede communicatiestromen tussen management en werknemer zijn enorm belangrijk en het tegendeel geeft het vaakst aanleiding tot ontevredenheid. Maar daarin scoren bedrijven over het algemeen goed: wat betreft het kennen van de baas, geeft 78% procent van de respondenten aan dat ze al eens een gesprek met de baas gehad hebben, en 83% vindt dat de directie makkelijk te benaderen is.
1 op 3 vakbondsleden zal stemmen op gelieerde partij
Naar aanleiding van de verkiezingen polste House of HR ook naar het belang van medewerkers om gehoord te worden en wat de rol van de vakbond is hierin. Het onderzoek legt daarbij opvallende verschillen over de vakbond bloot. Oudere medewerkers (58-65j) zijn het vaakst lid van de vakbond (32% vs 27% bij 26-35j). Maar jongere medewerkers (26-35j) zijn net het meest tevreden over de vakbond (59% vs 49% bij 58-65j). “Dat is een opvallende tegenstelling. We zien daarnaast ook dat de vakbond in België veel belangrijker is voor medewerkers dan in Nederland of Duitsland. Zo vindt twee derde van de Belgische werknemers de vakbond noodzakelijk, in Nederland of Duitsland is dat nog niet eens de helft”, zegt Rika Coppens.
Nog opvallend: slechts 1 op 3 leden van een vakbond denkt ook te gaan stemmen op de met die bond gelieerde partij. Nochtans zijn werk en arbeidsmarkt belangrijke thema’s in de huidige verkiezingsstrijd, met de koopkracht (werken moet meer lonen dan niet werken), de war on talent die woedt, meer langdurig zieken vs arbeidsmigratie als één van de mogelijke oplossingen.
“De uiteenlopende standpunten over deze thema’s en de impact die vakbonden hebben op stemgedrag maken deze cijfers zeer interessant. ACV en ABVV bijvoorbeeld hebben respectievelijk 1,6 miljoen en 1,5 miljoen leden. Als je weet dat slechts een derde van die leden wil stemmen op de partij die gelinkt is aan deze vakbond, wordt het afwachten om te zien waar de andere stemmen naartoe zullen gaan, en op termijn, welke gevolgen dit zal hebben voor het volgende regeringsprogramma.”
Over het onderzoek:
Er werden 6.000 respondenten bevraagd in België, Frankrijk en Nederland (2000 valabele antwoorden per land). Het onderzoek werd uitgevoerd tussen 3 en 24 mei door Haystack, in samenwerking met House of HR.