Stijn Baert, Brecht Neyt en Dieter Verhaest over onderwijs, bedrijfsleven en levenslang leren (of het gebrek daaraan)

Vlaanderen blinkt niet bepaald uit in permanent leren. Hoe kan dat veranderen? En waarom zou meer samenwerking tussen onderwijs en bedrijven juist wel/niet de oplossing kunnen aanreiken? We vroegen het aan Stijn Baert (professor Arbeidseconomie aan de UGent en Universiteit Antwerpen), Dieter Verhaest (professor Arbeidseconomie aan de KU Leuven) en Brecht Neyt (onderzoeker Arbeidseconomie aan de UGent). We steken echter van wal met nog zo’n Vlaams of Belgisch fenomeen, het brugpensioen – een symbool van inertie in plaats van de gewenste veerkracht?

“Het brugpensioen moet zo snel mogelijk waar het hoort: in het historisch museum voor slecht Belgisch beleid.” Zo fel reageerde professor Stijn Baert in Het Laatste Nieuws op de vraag van de vakbonden en een paar politieke partijen om het brugpensioen (officieel: het Stelsel van Werkloosheid met Bedrijfstoeslag of SWT) opnieuw massaal toegankelijk te maken. De vakbonden willen de drempel verlagen als antwoord op de gevreesde collectieve ontslagen als gevolg van de coronacrisis, maar dat zou haaks staan op het pleidooi voor een lerende, veerkrachtige en zelfbewuste bevolking, die zich niet laat afschepen met finaal onbetaalbare systemen. Hoezo?

Stijn Baert “Door het brugpensioen naar voren te schuiven, dreigt onder andere het permanente leren (nog meer) naar achter geduwd te worden. De nood aan voortdurende scholing en herscholing valt niet weg, ook niet door de coronapandemie. Dit is weliswaar een enorme shock, maar de grote veranderingen in technologie, globalisering en samenleving vallen niet stil. Dat betekent dat ook de grote mismatch tussen de aanwezige competenties en de gevraagde profielen niet verdwijnt. Er gebeurt wel iets om die kloof te verkleinen, maar het blijft allemaal erg incrementeel.

We hebben een serieuze stap voorwaarts nodig in upskilling en reskilling. Het Europees bureau voor de statistiek Eurostat peilt elk jaar hoeveel mensen er de voorbije 4 weken een opleiding op het werk genoten hebben. Italië en België bengelen daar in de onderste regionen met 8%, terwijl dat aan de kop van het peloton, met name in de Scandinavische landen, veeleer neigt naar 30%.”

Webp.net compress image 2020 08 04T110836.201

Hebben we geen enorme opportuniteit gemist door geen leermogelijkheden te organiseren tijdens de massale tijdelijke werkloosheid in de coronacrisis?

Dieter Verhaest “Deze crisis kwam uiteraard te abrupt. Dat mag echter geen excuus zijn om geen leerprogramma’s op te zetten die flexibel ingezet kunnen worden in de toekomst. Leren verdient meer aandacht. We kunnen er maar beter vanuit gaan dat het bij leven en werken hoort, al lijkt dat nog lang niet bij iedereen doorgedrongen te zijn.”

Webp.net compress image 2020 08 04T110438.288

Stijn Baert “Het komt erop aan mensen wendbaarder te maken. Had de VDAB daarvan al meteen gebruik moeten maken tijdens de coronacrisis? Het absurde is dat de VDAB geen zicht had op die tijdelijke werklozen, en door een wekenlange procedure moest om toegang te krijgen tot data van de RVA. De VDAB is nochtans de ideale regisseur van dergelijke leerprogramma’s. Dat betekent niet noodzakelijk dat ze de opleidingen zelf moet geven.”

Nu wachten we tot we vervangen worden in plaats van ervoor te zorgen dat we tijdig onszelf kunnen vervangen?

Dieter Verhaest “Het is belangrijk dat mensen inzien dat er geen alternatief meer is. Ze mogen er ook niet meer van uitgaan dat ze bij een herstructurering of sluiting netjes naar de uitgang begeleid zullen worden zonder dat het enige inspanning vergt. Op dat vlak kunnen we nog veel leren van de Scandinavische praktijk, waar er bij ontslag niet getalmd wordt, er komt onmiddellijk loopbaanbegeleiding op gang. Het is een spurt in plaats van een surplace.”

Stijn Baert “Met het Vlaamse relancecomité heb ik zopas een benchmarkstudie gevraagd om bepaalde maatregelen in Scandinavië te bekijken. Wat kunnen we overnemen? We hoeven immers het warm water niet heruit te vinden.

  • Zij hebben bijvoorbeeld platformen met een overzichtelijk leeraanbod. Dat is meteen één van de drie cruciale voorwaarden om die grote stap vooruit te zetten. Je kan niet iedereen doorheen de wirwar van aanbiedingen op internet laten surfen. Er is een interface nodig met het passende aanbod, de duidelijke inhoud en de nodige tijd van de cursussen of programma’s. De Vlaamse regering is overtuigd van de noodzaak, maar dit platform komt er beter vandaag dan morgen.
  • Ten tweede moeten we af van het vrijblijvende. Er zijn heel wat middelen en mogelijkheden, maar momenteel is het allemaal erg vrijblijvend en blijkbaar helpt dat niet. Vlaanderen heeft een cultuur van lang studeren en daarna een carrière met niet te veel meer extra leren. Zo’n cultuur verander je niet zomaar…
  • Ten derde is leren een investering in je menselijk kapitaal die je pas doet als je zicht hebt op het rendement ervan. En dat heb je pas als je de horizon van je carrière kent. Laten we die exit dus niet om de haverklap veranderen, maar er duidelijk over zijn.”

Brecht Neyt “Bij alle pleidooien om te blijven leren mogen we de aandacht zeker niet beperken tot de werkenden of degenen wiens job bedreigd wordt. Er is ook meer aandacht nodig om aantrekkelijke en efficiënte leerprogramma’s te zoeken voor werklozen en zeker voor mensen die al een hele tijd werkloos zijn. Neem nu duaal leren, een systeem waarmee we in het Belgisch onderwijs stilaan een beetje vertrouwd geraken: dat systeem van deels leren op school en deels in een bedrijf komt als geroepen om ook voor die mensen in te zetten. Het brengt hen bovendien in contact met de werkvloer. Het is alvast de bedoeling om het systeem uit te breiden naar het volwassenenonderwijs.”

Mooi, maar dan mag het niet de connotatie krijgen van laatste redplank, zoals nu wel eens het geval is in het secundair onderwijs. Wordt dit interessante systeem daar niet te veel gehanteerd vanuit een pejoratief perspectief: vangnet voor jongeren die schoolmoe zijn?

Dieter Verhaest “Het oude systeem van leren en werken was ook bedoeld om jongeren met schoolproblemen op te vangen, maar inmiddels is het systeem aangepast en wordt het meer en meer beschouwd als een vorm van leren, die evenwaardig is aan een klassieke opleiding in het technisch en beroepsonderwijs. We zitten weliswaar nog niet op het niveau van Duitsland, waar het een algemene goede reputatie heeft, maar we gaan vooruit. In Duitsland is de kwaliteitsbewaking zeer sterk. Daarmee staat of valt het imago. Er zijn voldoende controlemechanismen om, bijvoorbeeld, te vermijden dat leerlingen alleen maar het magazijn mogen opkuisen. Dat kan best leerrijk zijn, maar leerlingen hebben nood aan een veelzijdige opleiding. Het leren en werken moet hen boeien. De competenties die ze in het bedrijf moeten leren, worden er trouwens ook getest.”

Zijn de mentoren in de bedrijven niet vaak de zwakke schakel in het systeem, zeker wanneer ze de begeleiding als toemaatje bovenop hun al overvolle werklast opgelepeld krijgen?

Dieter Verhaest “In landen waar duaal leren een zeker prestige geniet, bestaat er een verplichte opleiding voor de mentoren. Ook bij ons is dit tegenwoordig het geval, maar deze opleiding blijft relatief beperkt. Zowel werkgevers als leerlingen moeten in het systeem geloven en dan is een goede begeleiding een kritiek punt. De structuur van onze bedrijven helpt ook niet: in kmo’s kan gewoonweg minder tijd vrijgemaakt worden. Anderzijds heeft dit als voordeel dat leerlingen er misschien met meer taken geconfronteerd worden. Er is ook overheidssteun voor de begeleiding, al is die ook vrij bescheiden.”

Stijn Baert “Vergeet ook een gelijke toegang niet. Met duaal leren schuif je immers de toegang tot de arbeidsmarkt naar voren. Ook stages zijn vaak een goede springplank naar een job. Zorg er dus voor dat ook leerlingen uit kansengroepen in aanmerking komen voor de kwalitatieve leerwerkplekken, anders krijgt ongelijkheid een zelfversterkend effect.”

Maken leerlingen in duaal leren en studenten met stages vlugger kans op een job?

Brecht Neyt “Voor leerlingen is er zeker veel te winnen. Ons onderzoek wijst uit dat leerlingen die duaal leren volgen, sneller aan werk geraken. Dat geldt ook voor leerlingen die stage gelopen hebben. Voor stages in het hoger onderwijs is het beeld wat genuanceerder, al is de rode draad doorheen al die studies dat het helpt bij het solliciteren. Bij de leertijd zijn de positieve effecten 5 jaar na schoolverlaten wel weggeëbd, bij stages zijn de effecten duurzamer en is er zelfs een positief effect op de schoolresultaten.”

Webp.net compress image 2020 08 04T111008.702

Kortom, alle betrokkenen hebben baat bij een verregaande samenwerking tussen onderwijs en bedrijven? Ook het onderwijs zelf?

Dieter Verhaest “Voeling hebben met de arbeidsmarkt kan nooit slecht zijn, al kan het onderwijs zich uiteraard niet daartoe beperken. Onderwijs mag nooit alleen voorbereiding op de arbeidsmarkt zijn. Het gaat niet om het afleveren van meteen inzetbare mensen.”

 

3 alarmerende vaststellingen

  1. De nood aan voortdurende scholing en herscholing valt niet weg, ook niet door de coronacrisis.
  2. De grote mismatch tussen de aanwezige competenties en de gevraagde profielen verdwijnt niet.
  3. Er is te weinig permanente scholing in Vlaanderen.

3 cruciale voorwaarden voor verandering

  1. Er is een helder platform nodig met het passende aanbod van de cursussen of opleidingsprogramma’s.
  2. Er zijn heel wat middelen en mogelijkheden, maar momenteel is het allemaal te vrijblijvend.
  3. Leren is een investering die je pas doet als je zicht hebt op het rendement. En dat heb je pas als je de horizon van je carrière kent.

Meer lezen?

Abonneer je nu op #ZigZagHR en ontvang iedere maand 80 pagina’s leesvoer bij jou thuis of op het werk!

Webp.net compress image 2020 08 04T111311.360

Schrijf je in op de wekelijkse HR-nieuwsbrief

Ook interessant

LEES MEER