De coronapandemie heeft wereldwijd veel veranderingen teweeggebracht, ook in de manier waarop we werken. Telewerk raakt steeds meer ingeburgerd en daarmee ook het gebruik van digitale tools. Vooral oudere werknemers – die niet met technologie zijn opgegroeid – kunnen hierdoor onzekerheden ervaren. Hoe beïnvloedde de overgang naar meer telewerk de beslissing van oudere werknemers om door te blijven werken of juist eerder met pensioen te gaan? Recent gepubliceerd onderzoek van UGent toont aan dat intensief telewerk er voor zorgt dat oudere werknemers minder lang aan het werk willen blijven. Maar er zijn verschillende strategieën die werkgevers kunnen inzetten om dit fenomeen tegen te gaan.
De pandemie en veranderende pensioenbeslissingen
Tijdens de coronapandemie deden we massaal aan telewerk. Dat zorgde ook voor een sterke stijging in het gebruik van digitale tools zoals Zoom, MS Teams en Google Meet. Voor oudere werknemers kon deze verandering extra zwaar doorwegen, aangezien ze – in tegenstelling tot jongere werknemers – niet zijn opgegroeid met deze digitale tools.
Uit voorgaand onderzoek blijkt dat deze uitdagingen bij oudere werknemers zorgden voor een toename in het aantal gepensioneerden tijdens de coronapandemie. In dit onderzoek onderzochten Maaike Schellaert en professor Eva Derous waarom oudere werknemers vaker op pensioen gingen tijdens de coronapandemie. Meer specifiek onderzochten ze of telewerk oudere werknemers ICT-gerelateerde stress bezorgde en of dit ertoe leidde dat men minder gemotiveerd was om door te werken tot aan de wettelijke pensioenleeftijd.


Telewerk en pensioenbeslissingen: ICT-stress als drempel
Om dat te onderzoeken, namen ze een bevraging af bij 1.406 werknemers ouder dan 50 jaar. Die werknemers werden bevraagd zowel net voor de coronapandemie – in de zomer van 2019 – als tijdens de coronapandemie – in de zomer van 2021. Gezien de studie deel uitmaakt van een groter onderzoeksproject, hadden ze de vragenlijst ook voor de coronapandemie al afgenomen. In de bevraging peilden ze in het bijzonder naar (i) de intentie om te werken tot aan de wettelijke pensioenleeftijd, (ii) hoeveel dagen per week men telewerkte en (iii) de mate waarin het gebruik van ICT voor werkgerelateerde taken leidde tot ICT-gerelateerde stress.
De resultaten van het onderzoek tonen dat werknemers die bijna met pensioen gingen (mensen ouder dan 58 jaar), eerder wilden stoppen met werken tijdens de pandemie dan vlak voor de pandemie. Oudere werknemers die verder van hun pensioen afstonden (mensen tussen 50 en 58 jaar) hadden daarentegen juist de intentie om langer door te werken tijdens de pandemie.
Verder tonen de resultaten aan dat hoe meer oudere werknemers telewerkten tijdens de pandemie, hoe minder gemotiveerd ze waren om door te werken. Dit bevestigt eerder onderzoek dat aantoont dat werkbetrokkenheid het grootst is bij een lage tot matige frequentie van telewerk, namelijk van een dag per maand tot drie dagen per week. ICT-gerelateerde stress speelt hierbij een rol. Oudere werknemers die van thuis uit werken, maken vaak gebruik van digitale tools (zoals Zoom, MS Teams en Goolge Meet) voor het werk. Dit kan zorgen voor ICT-gerelateerde stress, wat hun motivatie om te werken tot aan de wettelijke pensioenleeftijd verlaagde.
Hoe kunnen organisaties langer werken stimuleren?
Het onderzoek toont dat ICT-stress ervoor zorgt dat oudere werknemers sneller willen stoppen met werken. Om oudere werknemers langer aan het werk te houden, kunnen organisaties dus inzetten op het verminderen van ICT-stress. Dat is belangrijk in tijden van arbeidsmarktkrapte, waar huidige werknemers behouden even belangrijk is als nieuwe werknemers aantrekken.
Organisaties kunnen er concreet bijvoorbeeld voor zorgen dat oudere werknemers toegang hebben tot trainingen en middelen die hen helpen bij het gebruik van digitale tools. Het aanbieden van gerichte cursussen en ‘laagdrempelige hulp’ kan veel stress en spanning wegnemen. Denk bij die ‘laagdrempelige hulp’ bijvoorbeeld aan telewerkbuddy systemen of mentorprogramma’s, waarbij jongere en oudere werknemers elkaar kunnen ondersteunen op het werk. Bij een telewerkbuddy systeem worden werknemers gekoppeld aan een collega (“buddy”) om hen te helpen bij telewerkuitdagingen. Dit kan zowel gaan om technische ondersteuning, waarbij de buddy helpt bij het gebruik van digitale tools, als sociale ondersteuning, waarbij de buddy regelmatig ‘incheckt’ bij de collega om het welzijn te ondersteunen. Verder kunnen jongere werknemers oudere werknemers mentoren in ICT-skills; oudere werknemers kunnen jongere werknemers dan weer mentoren in specifieke vakexpertise.
Daarnaast spelen collega’s en leidinggevenden een belangrijke rol in het verminderen van ICT-gerelateerde stress. Door een cultuur van open communicatie en samenwerking te bevorderen, kunnen organisaties ervoor zorgen dat werknemers zich gesteund voelen, zelfs op afstand. Onderzoek toont ook aan dat het gebruik van ‘media-rijke’ tools, zoals video-conferenties, i.p.v. minder ‘media-rijke’ tools, zoals e-mail, de perceptie van sociale steun verhoogt tijdens het telewerken.
Tot slot functioneert niet elke werknemer even goed in een telewerksituatie. Het aanbieden van hybride werkopties, waarbij werknemers kunnen kiezen om gedeeltelijk op kantoor en gedeeltelijk thuis te werken, kan de druk van constant technologiegebruik verminderen. Dit kan oudere werknemers motiveren om langer door te werken. In tijden van arbeidsmarktkrapte en war for talent is het cruciaal om oudere werknemers aan boord te houden. Het aanpakken van ICT-spanning door sociale steun te bieden, kan een manier zijn om oudere werknemers langer binnen de organisatie te houden en op die manier een goeie zet te doen in de war for talent.
Door doctoraal onderzoeker Maaike Schellaert en professor Eva Derous (beide Vakgroep Werk, Organisatie en Samenleving).
Lees meer over dit onderzoek in het gepubliceerde wetenschappelijke artikel.