De eerste drie maanden van 2020 ging 4,5% van de werkdagen op onze Belgische arbeidsmarkt verloren aan kortstondig ziekteverzuim. In maart, wanneer het coronavirus snel uitbreidde in ons land, piekte het kort ziekteverzuim zelfs tot 5,8%. Dat is maar liefst 70% meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Bij arbeiders en in grote ondernemingen werden de meeste korte afwezigheden opgetekend. Vooral in de zorgsector ligt het cijfer opvallend hoog: 10% van de arbeidsdagen werd er door kort ziekteverzuim niet gepresteerd. Dat blijkt uit een analyse van de gegevens van meer dan 32.000 werkgevers uit de privésector door hr-dienstenbedrijf ACERTA.
De analyse van Acerta spitst zich enkel toe op afwezigheden van 30 dagen of minder, waarbij werknemers een loondoorbetaling ontvangen, al dan niet voor een deel met een toeslag door het RIZIV.
Piek in kort ziekteverzuim door corona
4,5% van de werkbare dagen werd in het eerste kwartaal van 2020 niet gepresteerd wegens kort ziekteverzuim. Dat is een opvallende stijging in vergelijking met vorige jaren. Niet toevallig: de maand maart is zowat in haar eentje verantwoordelijk voor de sterke kwartaalstijging. In maart 2020 werd 5,8% van de arbeidsdagen niet gepresteerd omwille van kort ziekteverzuim. Het gaat om een toename van 70% tegenover maart 2019 en 32% in vergelijking met maart 2018, toen ons land getroffen werd door een uitzonderlijk sterke griepepidemie.
De impact van corona op de cijfers rond ziekteverzuim is dit jaar des te duidelijker omdat de voorbije jaren er in maart telkens een lichte terugval opgetekend werd in vergelijking met de maand februari. Dit jaar is er echter een stijging van maar liefst 40% zichtbaar.
Els Meersseman, Senior Consultant Acerta: “Het is duidelijk dat corona een invloed heeft op de cijfers van kortstondig ziekteverzuim. Werknemers met ziektesymptomen van Covid-19 bleven uiteraard meteen thuis, om verdere verspreiding tegen te gaan. Maar ook werknemers met andere ziektesymptomen bleven wellicht sneller thuis van het werk dan dat ze in pre-coronatijden zouden gedaan hebben. De tijd dat het van loyauteit getuigde om, ziek of niet ziek, hoe dan ook op het werk te verschijnen, is voorbij. Voorkomen dat collega’s ziek worden, wordt minstens even belangrijk.”
Acerta verwacht dat piek in ziekteverzuim bereikt is
Els Meersseman vervolgt: “Dat mensen sneller thuisblijven, hoeft evenwel niet meteen in een stijgend ziekteverzuim te resulteren. Thuiswerk kan een tussenoplossing zijn, ook dat heeft corona ons geleerd. Wij verwachten dan ook dat het kortstondig ziekteverzuim in maart zijn piek heeft bereikt en dat het de komende weken en maanden weer enigszins zal dalen als er geen tweede golf van coronabesmettingen is. Belangrijk ook om op te merken is dat de stijging van het ziekteverzuim – alhoewel belangrijk – in het niet vervalt in vergelijking met de stijging van het aantal werknemers dat tijdelijk werkloos is tot 1,3 miljoen.”
Kort ziekteverzuim blijft ook in coronatijden hoger in grote ondernemingen en bij arbeiders
Uiteraard lopen de ziektecijfers niet overal gelijk, stelt Acerta ook nu weer vast. Klassiek is er bijvoorbeeld een groter ziekteverzuim in grotere ondernemingen dan in kleine. Dat is in maart 2020 niet anders. De grote bedrijven (> 100 werknemers) noteren een verlies van werkdagen van zo’n 8%, de kleinste bedrijven (< 5 werknemers) komen iets boven de 2% uit.
Het kortstondig ziekteverzuim ligt bij arbeiders meestal ook wat hoger dan bij bedienden. Het ziekteverzuim in maart 2020 bevestigt die trend: 6% bij arbeiders tegenover 5,5% bij bedienden.
Els Meersseman: “Die verschillen zijn verklaarbaar. In kleinere organisaties is de betrokkenheid bij het bedrijf en de impact van een afwezigheid groter. Ook sociale druk van de werkgever en van de collega’s om er te zijn zal in een kleinere onderneming al snel wat groter zal zijn dan in een grote organisatie. En door de aard van het werk zal een arbeider die niet helemaal fit is, zijn taken sneller moeten opschorten dan een bediende. Tijdelijke werkloosheid door overmacht is er voor bedienden ook pas later in maart bijgekomen.”
Social profit/zorg: kort ziekteverzuim piekt naar 10% net wanneer werkdruk ook piekt
Een sector die de impact van covid-19 op het ziekteverzuim uiteraard sterk voelt, is de zorg. De cijfers tonen er grotere afwijkingen tegenover niet-coronatijden. De brede social profit-sector tekende voor maart een verlies van 10% van de werkdagen op omwille van kortstondige ziekte. Uiteraard zijn er binnen die sector verschillen. Het ziekenhuispersoneel bijvoorbeeld houdt goed stand en blijft ongeveer op het niveau van maart 2018, toen de griepepidemie hier woedde. De rust- en verzorgingstehuizen noteren een bijna-verdubbeling tegenover maart vorig jaar. Idem voor de thuisverpleging. De hoogste piek kortstondig ziekteverzuim werd in maart opgetekend voor de gezins- en bejaardenhulp.
Els Meersseman: “De piek aan kortstondig ziekteverzuim die we in maart overal zien, is in de zorg het hoogst. Net wanneer een sector zijn mensen het meeste nodig heeft, ziet die jammer genoeg zijn mensen meer uitvallen. Dat er bij heel veel activiteit en toegenomen werkdruk meer mensen ziek worden, is op zich niet vreemd. Bovendien was er in het begin niet genoeg beschermingsmateriaal voor het zorgpersoneel.
We moeten er wel lessen uit trekken Want hoe bescherm je je mensen en hoe wapenen mensen zichzelf tegen ziekte, ook wanneer het druk is? Want precies dan, wanneer het werk piekt, zou het ziekteverzuim dat beter niet doen.