Ziekteverzuim is een structurele uitdaging in elke sector, maar in de zorg weegt het extra zwaar. De werkdruk is hoog en elk paar handen telt. Ziekenhuis VITAZ bouwde samen met Liantis een een duurzaam aanwezigheidsbeleid. De rode draad: er vroeg bij zijn en niemand loslaten.
Uitdaging: elk paar handen telt
Ann De Muyt (arbeidsarts bij Liantis): “VITAZ zag een toename van langdurige afwezigheden, net als in veel andere ziekenhuizen én veel andere sectoren. Dat hakt er stevig in. Het absenteïsme doet de werkdruk bij het zorgpersoneel verder toenemen, het heeft ook impact op de planning en de continuïteit van de zorg.”
“In het verleden gebeurde er veel te weinig rond re-integratie en werden mensen te snel afgeschreven. We kunnen het verleden niet veranderen, maar we kunnen wel nadenken over hoe we het anders kunnen doen. Hoe we met de juiste begeleiding en omkadering mensen stapsgewijs terug aan het werk kunnen helpen. In de zorg is elk paar handen meer dan welkom.”
Aanpak: vroeg en véél contact plus maatwerk
“Onze filosofie is eenvoudig: vroeg opvolgen en vooral warm contact houden. Mensen niet loslaten. Onze focus ligt op medewerkers die maximaal drie maanden afwezig zijn. Na één maand krijgt elke medewerker standaard een mail met een boodschap van beterschap en de uitnodiging om contact op te nemen met de arbeidsarts. De eerste stap is luisteren: “We horen je, je bent niet alleen.” Dat is niet alleen de taak van de arbeidsarts, maar vooral van de leidinggevenden. Is er een goed contact, dan leggen we de bal in hun kamp.”
“We leggen medewerkers ook goed uit dat ze niet meteen voltijds terug moeten werken. Er zijn heel wat mogelijkheden om minder te werken of om taken aan te passen. Als we merken dat de goesting er is om voorzichtig terug aan het werk te gaan, kijken we samen wat mogelijk is. Veel medewerkers pakken de draad progressief op: deeltijds werk, deeltijds mutualiteit. Heel veel re-integratietrajecten verlopen informeel.”
“Bij langere afwezigheden, tot negen maanden of een jaar, brengen we alle betrokkenen samen: de medewerker, de leidinggevende, welzijnsmedewerker Ann Bogaerts en wij als arbeidsartsen. We stemmen de verwachtingen af en we maken heldere afspraken als het mogelijk is om het werk te hervatten. Het is essentieel dat de leidinggevende het team inlicht en betrekt. Een geslaagde terugkeer hangt niet alleen af van de medewerker zelf, maar ook van het team. Zonder die steun lukt het niet. We besteden daar veel aandacht aan.”
“Bij heel langdurige afwezigheden – soms twee, drie of vier jaar – geven we niet zomaar op. We bekijken samen of iemand bij VITAZ kan herstarten of misschien vrijwilligerswerk kan doen in organisatie die samenwerkt met het ziekenhuis. Zo blijft er structuur en sociaal contact. Pas wanneer er écht geen perspectief meer is, wordt medische overmacht overwogen. Dat is altijd het laatste redmiddel.”

Impact: minder lange afwezigheden, meer betrokkenheid
“We passen deze strategie nu drie jaar toe en we zien resultaten. Het aantal zeer langdurige afwezigheden daalt. Er zijn nog altijd moeilijke dossiers, dat is de realiteit, maar we hebben ook veel mooie verhalen van mensen die dankzij goede begeleiding terug aan de slag konden.”
“De sleutel is volhouden. Niet loslaten, ook niet bij complexe situaties. Een duidelijk kader helpt daarbij: heldere afspraken in de beginfase, en een realistische, progressieve opbouw van de werkhervatting. Niet meteen fulltime, maar stap voor stap. We vragen in een eerste gesprek altijd twee dingen. “Wat kan het ziekenhuis doen voor jou?” En: “Wat kan jij doen voor het ziekenhuis?” Meestal komen we er zo wel samen uit, zonder dat we goede mensen definitief kwijt zijn.”





