In maart 2021 heeft een recordaantal medewerkers telewerk verricht, zo blijkt uit nieuwe cijfers van HR- en Well-being specialist Attentia. De telewerkers waren zelfs met meer dan in de beginperiode van de pandemie in 2020. Het lijkt een bevestiging dat telewerk ook straks een hoofdrol zal blijven spelen, ook al zou het vanaf 1 juli niet meer verplicht zijn. Hoe dan ook bereiden bedrijven zich nu volop voor op een vlotte terugkeer naar de werkplek en dan zijn er toch een aantal cruciale aandachtspunten.
In de strijd tegen de pandemie was het de voorbije maanden verplicht om, waar mogelijk, op telewerk over te schakelen. In de voorbije maand maart stelden we dan ook een nieuw record vast wat betreft het aantal telewerkuren bij klanten van Attentia. Bedienden werkten 41,5% van hun gepresteerde uren van thuis en bij de directie- en kaderleden bedroeg dat percentage zelfs 65,3%. Dat is in beide gevallen meer dan het vorige record uit de beginperiode van de pandemie (maart 2020) toen bedienden 40,1% en kaderleden 62,0% van hun tijd aan telewerk besteedden.
Intussen blijven de tijdelijke werkloosheidcijfers stabiel. Zowel arbeiders (7,4%) en bedienden (5,7%) maakten er in april amper gebruik van. De hoogste graden van tijdelijke werkloosheid zitten geconcentreerd bij enkele bedrijven in sectoren die een zware impact van de crisis ondervinden. Uiteraard zien we hier een groot verschil met maart 2020 toen arbeiders voor bijna 39% van hun presteerbare uren op tijdelijke werkloosheid beroep moesten doen.
Verzuim op korte termijn daalt
Een andere interessante trend stellen we vast in de verzuimcijfers. Terwijl korte termijnziektes in het begin van de pandemie eind maart plots piekten, zijn deze cijfers de maanden erna opmerkelijk lager dan vorig jaar. In december vorig jaar bereikten ze zelfs een historisch laagtepunt van slechts 2,3%. Dat is bijvoorbeeld één vierde minder korte termijnziektes dan in december 2019.
“In zekere zin heeft corona ons gezonder gemaakt. Aan de ene kant worden we minder vaak ziek aangezien we ons niet meer hoeven te verplaatsen, maar tegelijkertijd zijn we het voorbije jaar ook meer in ons welzijn gaan investeren”, zegt Mirabel Hoys, Directeur HR Consulting bij Attentia. “Wel zien we dat verzuim op langere termijn vooral bij arbeiders en 50-plussers blijft toenemen. En zij zijn uitgerekend de personen die de meeste ervaring en kennis hebben.”
Flexibilisering van arbeid moet daarom een belangrijk aandachtspunt zijn voor bedrijven die de terugkeer naar kantoor voorbereiden. Flexibel werken is ook meer dan bepalen op welke dagen mensen van thuis mogen werken of op kantoor moeten zijn. “We moeten werk door een nieuwe bril durven bekijken en aandacht hebben voor de manier waarop we werken en leren”, zegt Mirabel Hoys. “Hoeveel tijd spenderen mensen aan vergaderingen, hoeveel denk- en focustijd hebben ze nodig, enzovoort? We moeten jobs ontleden en vervolgens investeren in de tools, skills en mindset van mensen. Zo zullen we tewerkstelling en talent beter op elkaar kunnen afstemmen.”
Duurzaam kader voor telewerk
Vanaf deze maand mogen medewerkers één dag per week op de werkvloer aanwezig zijn, op voorwaarde dat de totale bezetting tot 20% beperkt blijft. De verplichting tot telewerk zal vermoedelijk vanaf volgende maand wegvallen. Zeker in organisaties waar de meeste medewerkers de hele tijd aan telewerk deden, moet de terugkeer goed worden voorbereid.
Veel mensen hebben geproefd van telewerk en zullen deze optie straks niet zomaar willen opgeven. Bedrijven moeten nu gaan nadenken over dit thema vanuit de organisatie. Daarom hebben bedrijven een toekomstgericht kader nodig dat de aspecten van telewerk vastlegt en hierbij rekening houden met de zaken waarop telewerk een invloed heeft.
“De meeste bedrijven hebben een tijdelijk telewerkbeleid voor de pandemie, maar zijn ze op sociaal-juridisch vlak ook klaar voor de toekomst, na corona? Wat doe je bijvoorbeeld met de kostenvergoedingen in het kader van telewerk? Hoe pak je in de toekomst mobiliteit aan? En ga je voor flexibele verloning ? Werkgevers doen er goed aan om nu een duurzaam telewerkkader te creëren”, zegt Valerie Mastelinck, Manager Legal Partners Attentia.
De werkplek zal in de toekomst een andere invulling krijgen en de accenten zullen in de toekomst eerder liggen op leren, oefenen, coachen en ontmoeten en connecteren met collega’s, klanten of leveranciers.
Uiteraard is het geen goed idee om mensen de komende maanden te dwingen naar kantoor te komen. Sommige medewerkers zullen staan springen om terug te keren, anderen zullen eerder wat afwachtend zijn en weerstand vertonen. “Werkgevers hebben daar best aandacht voor en dienen het psychosociaal welzijn van die medewerkers goed te ondersteunen. Door de coronacrisis staat het mentaal welzijn onder druk en zijn wachtrijen bij de psychologen ellenlang. Maar beroep als organisatie op uw externe dienst preventie en bescherming, want ook zij kunnen helpen. De preventieadviseurs psychosociale aspecten kunnen uw medewerkers bijstaan d.m.v. individuele coaching of sessies op maat van de onderneming,” vult Evelien Buseyne, Manager Psychosociaal welzijn Attentia.
Goede luchtkwaliteit
Ook op de werkvloer zelf dienen er heel wat voorbereidingen te worden getroffen om een veilige terugkeer mogelijk te maken. Luchtkwaliteit en goede ventilatie zijn wellicht de belangrijkste factoren om verspreiding van het virus op de werkplek tegen te gaan. We spreken van een goede binnenluchtkwaliteit wanneer de CO2-concentratie in een werkruimte onder de 900 ppm (parts per million) ligt. Bij gebrek aan een mechanisch ventilatiesysteem kan ook natuurlijke ventilatie helpen.
Zonder ventilatie is continue CO2-meting essentieel. Als de luchtkwaliteit niet goed genoeg is, dan is het aanbevolen om de bezettingsgraad van een werkruimte te verminderen. Investeren in een (beter) ventilatiesysteem is uiteraard ook een oplossing. Door ook na corona op luchtkwaliteit te blijven focussen, zullen medewerkers altijd van een gezonde werkomgeving kunnen genieten en bovendien meer beschermd zijn tegen andere virussen, zoals de griep.
Andere aandachtspunten
Zelfs wanneer goede luchtkwaliteit gegarandeerd is, blijft social distancing een grote troef in de strijd tegen COVID-19. Voor alle ruimten, inclusief vergaderzalen en gedeelde lokalen zoals de cafetaria, moet een maximumcapaciteit worden vastgelegd. Opstoppingen en drukke plaatsen kunnen vermeden worden door markeringen aan te brengen en met flexibele starturen te werken. En waar afstand houden toch niet eenvoudig is, dragen medewerkers best een mondmasker.
Werkruimtes en frequent gebruikte materialen moeten zo vaak mogelijk gereinigd worden. Uiteraard is handhygiëne voor alle medewerkers essentieel. Water en zeep zijn doeltreffend om het virus te doden. Als er geen zeep aanwezig is, dan kan alcoholgel een alternatief bieden. Het is belangrijk om over alle maatregelen goed te communiceren. Werkgevers doen dit best voor de terugkeer én op de dag van de terugkeer, maar het is ook een goed idee om alles geregeld te herhalen.
In het kader van veiligheid moeten ook de sanitaire installaties voor de terugkeer van medewerkers goed gecontroleerd worden, dit omwille van het mogelijke risico op de ontwikkeling van legionella. In sommige gevallen kan legionella tot een zware longontsteking leiden.
Sneltesten
Om besmettingen binnen een onderneming tegen te gaan, kunnen ook sneltesten ingezet worden. Zo is het onder bepaalde voorwaarden mogelijk om een preventieve screening uit te voeren. De eindbeslissing hierover ligt bij de arbeidsarts. Aangezien het om een medische handeling gaat, moet de test ook altijd door een zorgkundige worden uitgevoerd.
Werkgevers mogen sneltesten daarnaast zelf via een apotheek aankopen en voor hun medewerkers beschikbaar maken. Het is uiteraard niet toegelaten om iemand te dwingen zo’n sneltest te gebruiken. Wel moeten medewerkers informatie ontvangen over wat ze moeten doen wanneer een test positief blijkt.