Prijsstijgingen en loonindexering: wat is het verband?

Aan deze informatie kan men moeilijk voorbijgaan. Alle prijzen, met de energieprijzen op kop, stijgen sterk en daardoor bereikt de inflatie een hoogtepunt. Wat is de impact van deze inflatie op de lonen van de werknemers? Welk indexeringsmechanisme is van toepassing en zijn werkgevers verplicht deze indexering toe te passen?

Inflatie en tijdstip van indexering

Het Planbureau berekent elke maand de omvang van de inflatie en op basis daarvan de afgevlakte gezondheidsindex. Deze index vormt de basis voor de berekening van de meeste loonindexeringsmechanismen. In de overheidssector is dit mechanisme bij wet vastgesteld. In de privésector bestaat er niet één maar meerdere indexeringsmechanismen, die van sector tot sector verschillen afhankelijk van de collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) die worden afgesloten.

Onder de verschillende methoden kunnen twee grote families van indexeringsmechanismen worden onderscheiden.

Enerzijds zijn er sectoren met een indexering op een vaste datum. In dit geval is het tijdstip van de indexering vooraf bekend, maar niet de omvang. Naarmate deze datum nadert, kan het indexeringspercentage nauwkeuriger worden geschat. Een voorbeeld is het paritair comité 200, waaronder veel werknemers ressorteren. In deze sector vindt de loonindexering altijd in januari plaats. In paritair comité 222 (papier- en kartonbewerking) zijn er twee indexeringen per jaar: in januari en in juli. In de bouwsector zijn er meer indexeringen, aangezien de lonen aan het begin van elk kwartaal worden aangepast.

Anderzijds zijn er sectoren die geïndexeerd worden wanneer de stijging van de afgevlakte gezondheidsindex een bepaald percentage bereikt. Dit wordt overschrijding van de spilindex genoemd. Het tijdstip van de indexering zal dus afhangen van de inflatie. Hoe hoger de inflatie, hoe frequenter de indexeringen. Hoewel het tijdstip van de indexering varieert, is het percentage altijd hetzelfde. Vaak valt deze indexering samen met de indexering van de lonen van de ambtenaren, maar niet altijd. De sector van arbeiders en bedienden in het onderwijs past dit type mechanisme toe.

Passen sectoren die meerdere indexeringen per jaar krijgen daadwerkelijk een hogere indexering toe? Nee, of de indexering nu eenmaal per jaar op een vaste datum plaatsvindt of telkens wanneer de spilindex wordt overschreden, het indexeringspercentage is op lange termijn hetzelfde. In sectoren met een frequentere indexering genieten werknemers echter vroeger de indexering en houdt hun loon meer gelijke tred met de inflatie.

Er is eveneens een minderheid van sectoren die geen cao betreffende de loonindexering hebben afgesloten. Dit is bijvoorbeeld het geval in de sector van het luchthavenbeheer, waar in België ongeveer duizend mensen werken.

Indexering van alle lonen?

Het tijdstip waarop de indexering van de lonen plaatsvindt, verschilt dus per paritair comité, maar ook de lonen waarop de indexering van toepassing is.

Aangezien er geen intersectorale verplichting is om de lonen te indexeren, worden niet noodzakelijk alle reële lonen geïndexeerd.

Naast de sectoren waar geen indexering is voorzien, zijn er ook sectoren waar alleen de baremalonen worden geïndexeerd. De lonen van werknemers die volgens het sectorale barema worden bezoldigd, worden verhoogd volgens het voorziene mechanisme. Voor werknemers wiens loon boven de sectorale minima ligt, is de werkgever in deze sectoren niet verplicht de reële lonen te indexeren. Dit is met name het geval in de aanvullende sector voor arbeiders (PC 100).

Naast de indexering van reële of baremalonen bestaan er nog andere indexeringsmethoden. In de bouwsector bijvoorbeeld worden de baremalonen verhoogd volgens de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex. Voor reële lonen die hoger zijn dan de sectorale minima, wordt de verhoging van het baremaloon van de betrokken categorie hieraan toegevoegd. Voor de reële lonen wordt dus een absoluut bedrag toegevoegd en wordt geen procentuele stijging toegepast.

Wanneer de sector niet of slechts in baremalonen heeft voorzien, kan de werkgever ook vrijwillig besluiten alle in zijn onderneming betaalde reële lonen te verhogen.

Verplicht om lonen te indexeren?

Afhankelijk van de norm die de indexering vastlegt, moet de werkgever het loon van de werknemers al dan niet indexeren. Wanneer de sectorale cao die van toepassing is voorziet in de indexering van alle lonen en geen uitzonderingen vastlegt, kan de werkgever niet van deze verplichting afwijken. Wanneer de sector alleen voorziet in de indexering van bepaalde lonen, moet de werkgever deze indexeren, maar behoudt hij enige vrijheid ten aanzien van andere lonen. Hij zal echter eventuele ondernemings-cao’s moeten respecteren en kan deze onder bepaalde voorwaarden wijzigen. Dit is de toepassing van het principe van hiërarchie van de normen.

De werkgever die meent dat de indexering zijn onderneming in gevaar brengt, kan altijd overwegen te snijden in andere loonelementen die niet op sectorniveau zijn voorzien. Dit moet dan wel intern in de onderneming worden onderhandeld.

Een onlangs in de Kamer ingediend wetsvoorstel voorziet in de invoering van een suppletief indexeringsmechanisme voor werknemers die ressorteren onder paritaire comités die geen loonindexeringsmethode hebben vastgesteld, mocht de werkgever dat zelf niet hebben gedaan. Het aantal werknemers waarop dit suppletief mechanisme van toepassing zou zijn, is echter vrij beperkt.

Bron: Wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld , B.S., 12 maart 1977. Wetsvoorstel van 12 september 2022 betreffende het waarborgen van het automatische indexeringsmechanisme voor alle werknemers Doc 55/2873.
Auteur: Laurence Philippe

Lees verder

Schrijf je in op de wekelijkse HR-nieuwsbrief

Ook interessant

LEES MEER