Helft van de Belgen verkiest lange vakantie boven korte

Belgische werknemers hebben gemiddeld iets meer dan twee weken of 16 dagen vakantie nodig om de batterijen op te laden. De meerderheid verkiest een lange vakantie boven een korte. Die vragen we gemiddeld een maand op voorhand aan. Bijna zes op tien Belgen hebben de mogelijkheid vakantie op te nemen als ze daar nood aan hebben. Meer dan vier op tien (42%) Belgische werknemers hoeven hun vrije dagen niet op voorhand aan te vragen: daarmee scoren Belgen het hoogst in Europa. Dat blijkt uit onderzoek gevoerd door de Europese HR- & payrolldienstenleverancier SD Worx bij 10.119 Europese werknemers, waaronder 1.098 Belgen.

Meer dan ooit zijn we op zoek naar een goede balans tussen werk en leven. Met de zomervakantie in aantocht brengt SD Worx in kaart hoe werknemers op vakantie gaan: hoeveel vakantiedagen hebben ze nodig om tot rust te komen, nemen ze jaarlijks doorgaans een vaste vakantieperiode op en hoever op voorhand vragen ze hun vakantie aan?

De vraag hoeveel dagen vakantie nodig zijn om opnieuw tot rust te komen, leidt tot uiteenlopende antwoorden bij Europese werknemers. Belgische werknemers hebben gemiddeld 16 dagen vakantie nodig om hun batterijen op te laden. Dit sluit mooi aan bij het Europese gemiddelde van 17 dagen gewenste vakantierust. Toch vinden we opvallende verschillen terug tussen de Europese landen. In het Verenigd Koninkrijk volstaan 8,5 vakantiedagen. In landen zoals Spanje en Finland is er meer nood aan vakantietijd, met respectievelijk een voorkeur voor 27 dagen en 34 dagen.

Minder grote verschillen zijn er als het gaat om een vaste periode waarin men jaar na jaar vakantie neemt. 42% van de Belgische werknemers neemt zo een jaarlijkse vaste vakantieperiode op. Dat is iets hoger dan het Europese gemiddelde van 37% van werknemers die een vast jaarlijks vakantiepatroon opnemen. Ook Nederlandse (45%), Italiaanse (42%) en Spaanse werknemers (39%) nemen jaarlijks een vaste vakantieperiode op. Finse werknemers (23%) doen dit het minst. Een jaarlijks terugkerend vakantiepatroon vinden we vooral terug bij getrouwde en samenwonende werknemers. Bij singles heeft slechts 1 op de 3 een vaste vakantieperiode.

De helft van de Belgen (49%) verkiest een lange vakantie boven korte. Dit is nog meer uitgesproken in Frankrijk, Duitsland en de Scandinavische landen. Een kortere vakantieperiode, zoals een verlengd weekend of een dagje vrijaf, kan bij 36% van de Belgische werknemers de voorkeur genieten. Dat ligt in lijn met het Europese gemiddelde van 33%. In Zweden is dit het minst populair: daar opteert slechts 24% voor een kortere vakantie.

Flexibiliteit: bijna zes op tien Belgen kunnen vakantie nemen als ze daar nood aan hebben

Belangrijk: de meerderheid van de Belgen (58,4%) geeft aan vakantie te kunnen nemen als ze daar nood aan hebben. Ook dit is mooi in lijn met het Europese gemiddelde. Enkel bij tijdelijke en parttime werknemers liggen de percentages lager met respectievelijk 51% en 47%.

Opvallend is dat nog eens 40% van de Belgische werknemers bereid is om onbetaald verlof op te nemen wanneer de vakantiedagen op zijn. In Europa is gemiddeld 37% van de werknemers hiertoe bereid. Vooral bij Zweedse (44%), Engelse (43%) en Finse (42%) werknemers zien we dit terugkomen. Voor Spaanse werknemers is die keuze het minst van toepassing (27%).

Meer dan vier op tien (42%) van de Belgische werknemers hoeven hun vrije dagen niet op voorhand aan te vragen. Hiermee scoren Belgen hoger dan het Europees gemiddelde (37%). Ook op de Engelse (39%), Duitse (38%) en Italiaanse (38%) werkvloer is het niet nodig om op voorhand vrijaf te vragen.

Vakantieaanvragen (nog) niet voldoende gedigitaliseerd

Bij bedrijven waar het wel nodig is om vooraf vakantie aan te vragen, zijn er markante verschillen in het aantal dagen dat je op voorhand vakantie moet aanvragen. In België gebeurt de aanvraag gemiddeld 31 dagen op voorhand. Europese werknemers moeten hun vakantie gemiddeld 37 dagen op voorhand aanvragen. Duitsland spant de kroon met 75 dagen, Spanje volgt met 61, Nederland sluit de top drie af met 55 dagen. Zweedse, Noorse en Italiaanse werknemers kunnen later een aanvraag aandienen, respectievelijk 26, 14 en 11 dagen van tevoren.

Ondanks een stijgende digitalisering op de werkvloer, valt op dat vakantieaanvragen lang niet altijd via de digitale weg verlopen. Slechts de helft van de deelnemers geeft aan dat ze vakantie kunnen aanvragen via hun desktop of laptop. Dat geldt ook voor 58% van de Belgische werkgevers. Vooral Nederlandse (66%), Noorse (59%) en Zweedse (58%) werknemers maken hier gebruik van. 40% van de Belgische werknemers gebruikt ook wel eens de smartphone om vakantie aan te vragen.

“Het is belangrijk dat medewerkers voldoende flexibiliteit ervaren bij hun vakantieplanning zodat ze een optimale work-lifebalance kunnen nastreven. Hoe die balans er uiteindelijk uitziet, verschilt van medewerker tot medewerker. De ene koppelt vakantie graag volledig los van het werk terwijl de ander graag een helikopterzicht bewaart”, zegt Cathy Geerts, Chief HR Officer bij SD Worx.

“De optie om op een vlotte en autonome manier aan vakantieplanning te doen, bij voorkeur via een digitale aanvraag, is echter van cruciaal belang voor werknemers. Werkgevers die hun medewerkers flexibiliteit geven en inspelen op de toenemende personalisering in de relatie tussen werkgever en werknemer, hebben een streepje voor. Daarnaast bieden digitalisering en automatisering uiteraard ook voordelen voor de werkgevers. Het bevrijdt HR-teams van administratieve en tijdsintensieve taken en creëert ruimte om te focussen op zaken die meer strategische toegevoegde waarde hebben zoals talent management, wellbeing en rekrutering.”

Schrijf je in op de wekelijkse HR-nieuwsbrief

Ook interessant

LEES MEER