Ik denk dat ze 22 is, het meisje aan de kassa in de supermarkt. Ik ken haar niet, maar ik voel haar wel. Omdat ik in haar een stukje van mezelf herken. Net als ik toen, is ze te jong volwassen geworden en ergens onderweg ervan overtuigd geraakt dat ze niet goed genoeg is. Ze kijkt nooit op, het meisje aan de kassa. Niet naar mij, niet naar andere klanten. Haar witgeverfde haar, onzorgvuldig in een staartje bijeengebonden, haar nagels in een neonkleurtje, haar ogen gericht op haar kassa. Mooie lichtblauwe ogen, maar droevig en teleurgesteld.
Ik stond niet aan de kassa toen ik 22 was, wel aan de assemblageband in één van de vele fabrieken in de Gentse Kanaalzone. En in het weekend achter de toog of in de zaal van één van de vele horecazaken in hartje Gent. Ook ik was ervan overtuigd dat ik niet goed genoeg was. Daarom werkte ik. En ik werkte hard, want ik had toen (nog) geen hoger diploma en dat moest ik compenseren, wilde ik iets bereiken. Maar wat wilde ik eigenlijk bereiken? Dat wist ik (nog) niet. Tot ik mezelf geleidelijk aan heb leren kennen. Door weer te gaan studeren, moeilijke keuzes te durven maken, opnieuw te beginnen, alles achter te laten en te springen, nieuwe inzichten te verwerven, nieuwe mensen te leren kennen en nieuwe perspectieven op werk en leven te ontdekken.
En nog altijd ben ik onderweg. Haastig omdat ik verloren tijd wil inhalen. Gulzig omdat er nog zo veel te proeven en te ontdekken valt. Ongeduldig omdat er geen tijd te verliezen is. Wat ik geleerd heb, is dat je niet noodzakelijk veel bereikt hoeft te hebben om iemand te kunnen zijn, om gelukkig te zijn. Alleen, het is niet voor iedereen zo gemakkelijk om van jezelf te leren houden, om te ontdekken wie je echt bent, wat je wil, wat je kan en wat je nodig hebt. En het is zeker niet makkelijk als je geen netwerk hebt, geen mensen die in je geloven en die je steunen, bij wie je echt jezelf kan zijn.
Daar gaat leiderschap voor mij over. Weten wie je bent, wat je wil, wat je kan, van jezelf leren houden met je sterktes én je zwaktes. Er zit een leider in ieder van ons. En dan bedoel ik niet de baas, de chef. Ik bedoel de leider die richting kan geven aan zijn/haar leven. Iedereen is in minstens één iets net iets beter dan de rest. Het is kwestie dat te ontdekken en daarmee aan de slag te gaan.
Elke keer als ik het meisje aan de kassa zie, is het alsof ik in de spiegel van mijn verleden kijk. En ik betrap me erop dat ik, als ik thuiskom, vlak naast die supermarkt, op zoek ga naar mijn reflectie in de vensters van mijn huis. Mijn thuis, bij mijn man en mijn twee kinderen. Waar ik – toen ik 22 was – nooit had durven van dromen…
En dat maakt me nederig, dankbaar en trots op de leider in mij.
Lesley