Lijden dat niet zichtbaar is, bestaat niet?

In 2016 werd Nathalie Huygens verkracht tijdens het joggen. De fysieke kwetsuren die ze eraan overhield, zullen nooit helemaal helen, maar het trauma en de psychische pijn blijken een hel die maar niet voorbijgaat, in die mate dat ze euthanisie heeft aangevraagd. In ‘Het begon toen het voorbij was’ beschrijft Nathalie hoe ze ondanks alles toch probeert om overeind te blijven en ze geeft inkijk in hoe een levenslustige vrouw veranderde in iemand die het moeilijk vindt om te functioneren in de maatschappij. Ik besef nu pas echt hoe geprivilegieerd we zijn als we niets ernstigs hebben meegemaakt, dat lijden heel erg persoonlijk is, dat we niet mogen invullen voor een ander en dat de wereld gebaat zou zijn met wat meer mildheid en begrip voor elkaar. Op de werkvloer én daarbuiten.

Levenslust in blessuretijd

Het is de titel van een blog die ik meer dan 11 jaar geleden geschreven heb. De woorden rolden toen uit mijn toetsenbord na het lezen van een artikel in DS Weekblad van 4 mei 2013. Ik herinner me nog de voorpagina van die editie met onder andere een foto van Brigitte Bardot. Ik sloeg het magazine open op een willekeurige pagina: “Ik ben gestorven toen mijn gezin van die berg viel”. Het artikel vertelde het verhaal van Ada, een vrouw die in 2008 haar hele gezin verloor in de bergen en daardoor ook zichzelf. Over hoe ze naar de zin heeft gezocht in wat overbleef, labiel en afhankelijk waar ze vroeger stabiel en onafhankelijk was. Hoe ze geleerd heeft om toe te geven aan het verdriet en het te voelen, zonder zichzelf erin te verliezen. Dat ze het gevoel heeft dat het nooit nog echt goed komt met haar, dat ze ontworteld is, dat ze nooit meer kan aarden en dat de wereld voorgoed anders naar haar kijkt.

Dat artikel is toen maanden ‘blijven plakken’. Ik moest eraan terugdenken bij het uitwerken van mijn interview met Nathalie Huygens, een heel gewone vrouw van 52, gelukkig getrouwd met twee kinderen, die gek was op lopen. Tot 8 jaar geleden op zaterdag 3 september een man haar pad kruiste en haar op een bijzonder brutale manier verkrachtte. Sedertdien is ze niet meer dezelfde. Ze schreef daarover een boek. Om haar psychisch lijden en dat van andere patiënten onder woorden te brengen, om te tonen hoe het is om lukraak door iemand uitgekozen te worden als slachtoffer en om therapeuten en buitenstaanders te helpen om een beter begrip te krijgen van de impact van psychisch lijden. En ik schrijf dit interview omdat ik haar verhaal verder wil delen. Want ook op de werkvloer is er ongetwijfeld veel onzichtbaar lijden.”

nathalie huygens 2

Niet elk lijden is zichtbaar

Aan de buitenkant is er niets mis met Nathalie. Op fysiek vlak is bijna alles genezen, ook al ziet ze amper. Maar daar is tijdens het interview niets van te merken. Tegenover mij zit een vrouw die best een zelfvertrouwde indruk geeft. Omdat niet elk lijden zichtbaar is, is het voor buitenstaanders soms moeilijk om begrip op te brengen voor het feit dat een trauma voor sommige mensen nooit post-trauma wordt. Aan de binnenkant is alles veranderd, en toch lijkt alles nog hetzelfde wanneer je Nathalie ziet.

Vervaldatum

Nathalie maakt de vergelijking met iemand die in een rolstoel zit en beide ledematen verloren is: “Niemand zou ooit zeggen tegen die persoon dat het lang genoeg geduurd heeft en dat hij (of zij) toch moet proberen rechtop staan en weer ‘normaal’ doen. Maar wanneer het lijden niet zichtbaar is, vinden we dat mensen na een bepaalde tijd ‘de knop moeten omdraaien’, alsof we een potje yoghurt zijn met een vervaldatum. Als er iets heel aangrijpend gebeurt, dat nooit meer ongedaan gemaakt kan worden, maakt dat deel uit van wie je bent. In sommige gevallen is dat heel goed zichtbaar, als iemand een fysieke beperking heeft. En daar hebben mensen begrip voor. Maar wanneer iemand een partner of kind verliest of wanneer het mentaal heel donker is, lijkt begrip opbrengen veel minder evident.”

Een maatschappij die klaar is voor slachtoffers maar niet voor overlevers

Een slachtoffer vang je op en verzorg je. Voor slachtoffers is er ook veel hulp. Iedereen wil mensen in nood helpen. De medische wereld kan ondertussen wonderen verrichten, dus op fysiek vlak zie je ook genezing. Maar wonden aan de binnenkant vragen veel meer tijd om te helen en daar is onze maatschappij niet op voorzien. Wie overleeft moet het zelf uitzoeken?

NIVEA

Toen Nathalie in 2017, vier maanden na de feiten, de eerste keer werd opgenomen, vroeg ze informatie op over euthanasie. In januari 2021 deed ze een aanvraag om de procedure op te starten. En eind 2022 viel het verdict: ze mag euthanasie plegen. “Wanneer ik er klaar voor ben, mag ik bellen, dan wordt er een dag vastgelegd.” Of dat geruststelling brengt, vraag ik haar. “Ik ben ervan overtuigd dat ik dat ooit ga doen, maar er is iets in mij dat altijd wil blijven overleven en niet wil opgeven. Ik heb ook afspraken gemaakt met mijn kinderen dat ik hen vooraf tijdig op de hoogte zal brengen. En omdat ik mijn organen wil afstaan, moet ik een paar dagen op voorhand naar het ziekenhuis voor testen. Het boek is af, het burgerlijk proces is afgelopen. Er is niets meer. Eigenlijk wil ik niet een datum moeten prikken en alles ondergaan wat gedaan moet worden. Ik wil in stilte en alleen kunnen beslissen. Ik ben moe uitgelegd hoe ik me voel. En als ik het er niet meer over heb, gaan mensen er verkeerdelijk van uit dat euthanasie ‘van de baan is’. Het is niet fijn als mensen gaan invullen hoe ik me voel. Niet invullen voor een ander alstublief: NIVEA.”

Niemand wil genegeerd worden

Nathalie werkt al jaren niet meer. Omdat het niet meer gaat. Ook daar is niet altijd begrip voor. Vastgelegde begin- en einduren kan ze niet aan. Bovendien is ze na de vele operaties aan haar ogen slechtziend. “Mensen weten vaak niet goed hoe ze met me om moeten gaan en dan krijg je stilte, of erger nog, ik word genegeerd.”

De realiteit is dat we ons vaak machteloos voelen ten aanzien van mensen zoals Nathalie. We willen helpen, maar weten niet hoe. Ik vraag aan Nathalie op welke manier we die ‘ongemakkelijkheid’ kunnen overwinnen. Je kan volgens haar nochtans geen verkeerde dingen zeggen. “Om over die schrik heen te geraken, zou je die persoon kunnen aanspreken alsof het iemand is met een gebroken been. Het is vooral belangrijk dat je die persoon als volwaardig persoon blijft zien en niet louter als een slachtoffer dat niet meer functioneert op de manier zoals de maatschappij dat van iedereen verwacht. We kunnen in dat opzicht veel leren van kinderen. Zij volgen hun gevoel en zijn niet bang om iets verkeerd te zeggen. Als volwassene hebben we dat afgeleerd. Niemand wil genegeerd worden. Elk individu wil gezien, gehoord en gewaardeerd worden en het gevoel krijgen dat hij of zij ertoe doet. Dat is een basisbehoefte.”

Kaartje

“Elk jaar in maart herdenken we de aanslagen in Zaventem en dan zie je op sociale media overal steunbetuigingen. Maar op 3 september, de dag dat er een aanslag was op mijn persoon, krijg ik stilte. Het doet veel pijn dat mensen hun steun betuigen aan iets wat verder af staat, dan wanneer het heel dichtbij is. Het zou nochtans zoveel deugd kunnen doen.”

Een warme golf van geluk

Haar dader werd uiteindelijk bijna 4 jaar na de feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 jaar en de komende 30 jaar zal hij onder toezicht staan. Toen ‘het ergste’ achter de rug was, kreeg ze voor het eerst een ‘ik geraak er wel’ gevoel, maar in maart 2020 ging de wereld op slot. Alles wat ze zichzelf aangeleerd had de laatste jaren, kon niet meer. En alles wat ze helemaal niet meer kon, was plots het enige wat nog mocht. Toen de wereld post-covid eindelijk stapje voor stapje weer open ging, was Nathalie haar wereld een stuk kleiner geworden. Vandaag woont ze in Boechout. Daar vindt ze rust. “Alles wat in mijn leven gebeurd is, heeft me gemaakt tot wie ik vandaag ben. De ene dag vind ik mezelf een straffe madam, de andere dag een mislukking over de hele lijn. Fysiek ben ik gezond, maar in mijn hoofd is het vaak erg donker. Ik vind het moeilijk om te zeggen dat het af en toe beter met me gaat. Als een allesoverspoelende warme golf van geluk”

Een andere norm

“Ik heb de mooiste mensen leren kennen tijdens mijn verblijf in de psychiatrische instelling. De sfeer daar is helemaal anders dan in de maatschappij, want daar is hoe je bent ‘normaal’. Je krijgt er onvoorwaardelijke steun en respect. Daar kan een goed moment overgaan in een slecht moment, zonder dat iemand dat ‘abnormaal’ vindt. Iedereen is er gelijk aan elkaar, ongeacht waarvoor mensen daar opgenomen werden. Elke angst of barrière om iets verkeerd te zeggen valt daar weg.”

Ergens onderweg krijgen wij mee in onze opvoeding wat normaal is en hoe we ons normaal moeten gedragen. En als we in een context komen die ‘niet normaal’ is, voelen we ongemakkelijkheid en gaan we in verweer, schieten we in een kramp of doen we alsof het er niet is.

Kinderboek

“Ik schilder heel graag en zou een kinderboek willen maken over een kind dat haar lievelingsknuffel kwijt is en soms uit het niets begint te huilen, maar dat betekent niet dat het niet meer kan meespelen of niet meer gevraagd wordt voor feestjes. Er is gewoon af en toe verdriet. Misschien kunnen we op die manier bespreekbaar maken wat zoveel ongemakkelijkheid oproept?”

Met dank aan Annick Ruyts om me in contact te brengen met Nathalie…

Schrijf je in op de wekelijkse HR-nieuwsbrief

Ook interessant

LEES MEER