Investeren in werkplek goed voor motivatie en preventie van burn-out

Na meer dan een jaar telewerken ligt de terugkeer naar de werkvloer én de collega’s eindelijk in het vooruitzicht. Maar voor één op de vijf werknemers is die werkplek aan een grondige facelift toe. Na het thuiswerk, vaak in een rustige, aangename omgeving, zien veel werknemers op tegen de geluidsoverlast en te veel collega’s in een werkruimte. Dat blijkt uit een onderzoek in opdracht van HR-dienstverlener Tempo-Team in samenwerking met prof. dr. Anja Van den Broeck, arbeidsmotivatie-expert aan de KU Leuven.

De werkplek zoals we die kennen voldoet voor veel werknemers niet langer aan hun behoeften. Ruim één op de drie werknemers (39%) klaagt over omgevingslawaai op hun werkplek en één op vijf heeft het gevoel dat ze met te veel mensen op eenzelfde plaats werkten. Eén op de vier werknemers geeft aan te moeten werken met kunstlicht en bijna de helft zegt dat er geen aandacht voor ergonomie is. Een minderheid (14%) vindt bovendien dat het beter kan met de hygiëne op de werkvloer. Arbeiders signaleren dat probleem duidelijk vaker dan kantoorwerkers (21% vs. 11%).

Post-coronawerkvloer boost werkplezier

Het is dus voor veel werkgevers een uitdaging om te investeren in een post-coronawerkvloer. Dit zal een positieve impact hebben op werkplezier en motivatie. Het verband tussen de kwaliteit van de werkplek en het werkplezier blijkt immers uit het onderzoek. Werknemers die plezier beleven aan hun werk hebben vaker een aparte werkplek dan zij die minder werkplezier ervaren (36% vs. 25%). Als ze toch samen zitten met collega’s op kantoor, is er veel ruimte tussen de bureaus (56% vs. 34%). Hun werkgever heeft ook vaker aandacht voor ergonomie (39% vs. 16%) en een moderne inrichting, met extra elementen zoals zitzakken of een pingpongtafel en een gezellige plek om te pauzeren (22% vs. 14%), dan dat het geval is voor werknemers die minder plezier beleven aan hun werk. Er is bovendien volop daglicht (61% vs. 42%), de ramen kunnen open om frisse lucht binnen te laten (58% vs. 46%) en er wordt regelmatig schoongemaakt (72% vs. 44%).

“Wanneer werknemers een fijne werkplek hebben, heeft dat een reële impact op de motivatie en het welzijn van de medewerkers. Zo zien we dat een mindere mentale en fysieke gezondheid samenhangt met een werkplek die gebreken vertoont: lawaaihinder, veel mensen bij elkaar, geen daglicht en oppervlakkig schoonmaakwerk. Werkgevers zijn zich daar niet altijd van bewust, en/of kiezen vanuit een blik op de directe kosten om te besparen op bijvoorbeeld het aantal werkplekken. Ze mogen echter de kosten in termen van welzijn en gezondheid niet onderschatten”, aldus prof. dr. Anja Van den Broeck.

Werkgevers zullen een aantal inspanningen moeten leveren om de werkplek post-coronaproof te maken. Zeker omdat thuiswerkers vaker zeggen dat hun werkplek er sinds de coronacrisis op vooruitging (24%) dan de werknemers die intussen niet thuis werkten (18%). Het loont dan ook om medewerkers bij terugkomst naar de werkvloer te vragen naar hun concrete noden en daarmee rekening te houden. Zo kan er bijvoorbeeld een stilteplek gecreëerd worden. De werkvloer optimaliseren komt de productiviteit ten goede en is ook een goed wapen in de preventie van burn-outs en andere psychosomatische aandoeningen.

Thuiswerk is een blijver

Wie geproefd heeft van de voordelen van het thuiswerk, wil dat ook graag blijven doen, maar liefst in combinatie met kantoorwerk. Dat blijkt uit het onderzoek een betere formule dan een radicale keuze voor een van beide werkplekken. Na de eerste lockdown was de groep die regelmatig afwisselde gelukkiger met zijn werk-privébalans (7,4/10) dan mensen die enkel op kantoor of thuis werkten (7,1/10). Bovendien krikt de combinatie thuis-kantoor het werkplezier op.Dat is anders bij mensen die verplicht worden om op kantoor te werken. Deze werknemers schatten hun werkplezier lager in.

“Plaatsonafhankelijk werken wordt voor meer en meer werknemers een must. Het is dan ook de meest genoemde manier om meer balans te vinden in ons leven, blijkt uit het onderzoek. Het afgelopen jaar was op dat vlak één groot experiment. Bedrijven moesten abrupt overschakelen op een manier van werken die nog lang niet overal was ingeburgerd, en dat leidde willens nillens tot een versnelling in de adoptie van thuiswerk. Het zal er in de toekomst op aankomen om als organisatie, indien het werk het toelaat, je medewerkers de kans te geven om parttime van thuis uit te werken of te investeren in satellietkantoren”, besluit Wim Van der Linden, woordvoerder van Tempo-Team.

Schrijf je in op de wekelijkse HR-nieuwsbrief

Ook interessant

LEES MEER