We denken graag dat onze persoonlijkheid bepaalt welk werk bij ons past. Maar wat als het ook omgekeerd werkt? Een recente studie van de Universiteit van Mannheim (Rossetti, Biemann & Dlouhy, Journal of Organizational Behavior, 2025) toont dat persoonlijkheid en beroep elkaar voortdurend beïnvloeden. Mensen met vergelijkbare Big Five-profielen kiezen vaker gelijkaardige jobs, blijven langer wanneer hun karakter goed aansluit bij de job, en ontwikkelen met de tijd eigenschappen die deze fit nog versterken.
Met andere woorden: we zoeken niet enkel werk dat bij ons past. Ons werk vormt ons ook.
De persoonlijkheid van een beroep
Volgens de onderzoekers trekken beroepen met vergelijkbare taken en verantwoordelijkheden mensen aan met gelijkaardige persoonlijkheden. Extroverte types komen terecht in omgevingen met veel sociale interactie, consciëntieuze mensen eerder in gestructureerde, regelgerichte functies.
Zo ontstaat er op termijn een soort persoonlijkheidshandtekening per beroep. De typische “boekhouder”, “verpleegkundige” of “salespersoon” blijkt niet zomaar een karikatuur: er zit een zekere grond van waarheid in. Niet omdat iedereen binnen dat beroep identiek is, maar omdat de job zelf bepaalde trekken versterkt en andere afzwakt.
Clichés worden dan minder iets om te verwerpen, en meer iets om te begrijpen. Ze tonen hoe werk en mens in elkaar grijpen — maar ook waarom het zo waardevol is dat niet iedereen in een team op dezelfde manier in elkaar zit.
Als werk je vormt
Een van de intrigerendste inzichten uit het onderzoek: werk verandert ons.
Wie jarenlang in een bepaald beroep blijft, ontwikkelt na verloop van tijd eigenschappen die dat beroep als vanzelf stimuleert. Een leerkracht wordt met de jaren niet alleen beter in uitleggen, maar vaak ook geduldiger, empathischer en gestructureerder. Een verkoper leert om vlotter te communiceren en sneller te schakelen.
Dat betekent niet dat we allemaal op elkaar beginnen te lijken, wel dat de context waarin we werken subtiel onze gedragingen en attitudes bijstuurt. Werk socialiseert: het leert ons omgaan met verwachtingen, ritmes en verantwoordelijkheden die ons vormen, vaak zonder dat we het merken.
Daar schuilt ook een spanningsveld. Als mensen in gelijkaardige beroepen steeds meer op elkaar gaan lijken, dreigt de comfortzone te groeien ten koste van de diversiteit. Teams waarin iedereen denkt en voelt op dezelfde manier, werken soepel samen, maar verliezen ook sneller hun verrassing en tegenspraak.
De uitdaging zit dus niet in het doorbreken van die fit, maar in het ruimte laten voor verschil binnen herkenbaarheid.
Mismatch en beweging
Wie niet goed past bij de “persoonlijkheid” van zijn beroep, voelt dat vaak sneller dan hij denkt. De studie toont dat mensen die minder lijken op de typische beroepsgenoten meer kans hebben om dat beroep te verlaten. Niet per se omdat ze falen, maar omdat de dagelijkse frictie te groot wordt. Voor organisaties is dat geen alarmsignaal, maar eerder een uitnodiging om mobiliteit anders te bekijken: Niet elk vertrek is een verlies, soms is het een teken dat iemand op zoek is naar een context waar zijn persoonlijkheid beter kan ademen.
Wat HR hiervan kan leren
Voor HR biedt dit onderzoek een nieuw perspectief op “fit”.
Het gaat niet enkel om de juiste persoon op de juiste plaats, maar om het voortdurende gesprek tussen mens en werk. Rekrutering kan verder kijken dan vaardigheden of diploma’s, naar de onderliggende kenmerken die maken dat iemand zich ergens goed voelt. Maar minstens even belangrijk: erkennen dat werk zelf vormend is. Een job is niet alleen een spiegel van wie we zijn, maar ook een ‘atelier’ waarin we als het ware verder worden geboetseerd. Dat inzicht helpt organisaties anders kijken naar ontwikkeling en diversiteit. Niet iedereen hoeft hetzelfde profiel te delen om goed samen te werken. De rijkdom zit net in de nuance, in de frictie, in het samenspel van verschillende karakters die elkaar uitdagen én versterken.





