Het verdriet van de Belgische arbeidsmarkt. bis.

Ook de voorbije twee jaar heeft de Belgische arbeidsmarkt de kloof met de rest van Europa niet kunnen dichten. De vooruitgang inzake werkzaamheidsgraad (van 68.5 naar 70.5 %) was niet van die aard om de zwakke positie binnen Europa te verbeteren. Ook Europa ging met bijna twee pp. vooruit (van 72.1 naar 73.9 %).

België blijft 24ste op 28 landen.

Vlaanderen liet de voorbije twee jaar wel enkele lichtpuntjes optekenen. Bij jongeren en 55 + werd een mooie stijging opgetekend. Maar ook Vlaanderen blijft in de middenmoot van de EU plaatsvatten.

Extra zorgwekkend is dat de regio’s in België verder uit elkaar drijven inzake het presteren van de arbeidsmarkt.

Het verschil inzake werkzaamheidsgraad bedraagt nu bijna 11 pp met Wallonië en 14 pp met Brussel (resp. 75.5, 64,6 en 61.7). In tegenstelling tot Vlaanderen presteerden de andere regio’s de afgelopen jaren trouwens slechter dan EU 28.

Vorig jaar bleek uit een studie van Randstad Research dat de Belgische arbeidsmarktpijnpunten onverkort zijn blijven bestaan tussen 2007 en 2017. Op basis van de geconsolideerde cijfers op jaarbasis van Eurostat werd nagegaan welke de evoluties waren de afgelopen twee jaar.

Kon België een deel van de kloof dichten?
Het antwoord is helaas niet positief. Ook de voorbije twee jaar heeft België de positie inzake werkzaamheidsgraad niet kunnen verbeteren. Hetzelfde geldt voor de activiteitsgraad. In beide gevallen werd wel winst opgetekend maar die was niet noemenswaardig groter dan deze in de EU als geheel in het geval van de werkzaamheidsgraad en bleef ex aequo in het geval van de activiteitsgraad (+ 0.7 pp.).

Het feit dat België niet verder wegzakt binnen Europa is volledig aan Vlaanderen te wijten. Vlaanderen deed het globaal wel beter dan het Europese gemiddelde zij het onvoldoende om de middenpositie te kunnen verlaten. Hiervoor zijn nog vijf extra pp. nodig, een ambitie die intussen ook in het Vlaams Regeerakkoord te vinden is. Vlaanderen laat wel mooie verbeteringsscores zien bij jongeren ( + 5.9 pp.), 55+ (+ 5.4 pp.) en bij burgers met nationaliteit buiten EU 28 (+ 6.4).

Vrouwen boven

Een belangrijke ontwikkeling is dat vrouwen er in alle regio’s meer op vooruitgaan dan mannen. Daardoor is het verschil in werkzaamheid tussen 2017 en 2019 gedaald van bijna 10 pp. naar 8 pp. In 2000 bedroeg het verschil nog 20 pp. In België noteert de vrouwelijke werkloosheidsgraad sinds 2012 ook onder deze van de mannen. In 2000 lag deze nog drie pp. hoger dan bij de mannen.

Contract onbepaalde duur wint aan belang

Traditioneel scoort België ook een stuk lager inzake tijdelijke contracten. De afgelopen twee jaar daalde, onder druk van de krappe arbeidsmarkt, het aandeel tijdelijke contracten in Europa (van 13.4 naar 12.6). Terzelfdertijd stabiliseerde België op 9.8%. Hierdoor bedraagt het verschil met Europa geen drie pp. meer. Ook de kloof met andere vormen van atypische arbeid (zaterdag-, zondagwerk, avond- en nachtarbeid en ploegenarbeid) nam de voorbije twee jaar wat af. Binnen Europa was de tendens de afgelopen jaren licht dalend, in België ligt stijgend. In tegenstelling tot de hardnekkige perceptie is er geen sprake van een ongebreidelde flexibiliseringstendens.

Lees verder

Schrijf je in op de wekelijkse HR-nieuwsbrief

Ook interessant

LEES MEER