Wat de Netflix-reeks over Victoria Beckham ons kan leren over leiderschap, erkenning en emotionele gevoeligheid
Sinds vorige week donderdag kan je op Netflix kijken naar de driedelige docu-reeks over Victoria Beckham. Volgens Humo is die ontieglijk saai, onoprecht en meticuleus gecontroleerd, maar ik vond het best leuk om naar te kijken. Het is aan de kijker om de diepere bodems in de verhalen en de beelden op te merken. Zo is er dat interview met designer Roland Mouret, die Victoria mee begeleidde als nieuwkomer in de modewereld. Hij inspireert over ego en bescheidenheid. En over fleur de peau.
Mouret zal misschien ook jouw aandacht gegrepen hebben door te beweren dat je zowel bescheidenheid als ego nodig hebt om succesvol te worden. Bescheidenheid is volgens hem nodig om te kunnen accepteren dat het team rondom jou met jou moet willen samenwerken. Je moet die mensen respecteren, want zonder hen ben je niets. Daarmee sluit Mouret aan bij de stroming die leidinggevenden aanleert om zich eerder af te vragen waarom mensen door jou geleid zouden willen worden, in plaats van hoe je hen zou willen leiden. Mouret vindt bovendien ook dat je bescheiden moet zijn om te kunnen leren en dat je indien nodig de spelden van de grond moet willen rapen. Daarmee raakt hij een gevoelig thema aan, omdat heel wat leidinggevenden snel onzeker worden als ze voelen dat ze minder weten dan hun ondergeschikten. Want hoe relevant ben je als leidinggevende als je de vragen van je teamleden niet kan beantwoorden? De suggestie van Mouret is dat ego (ik moet slimmer zijn) leidt tot het zichzelf afsluiten van informatie.
Mouret zag dat ego zeker ook bij Victoria Beckham. Twee op twee dus, maar hij zegt daar iets bijzonder over. Hij stelt retorisch de vraag waarom we bekend willen zijn en waarom we gezien willen worden. Hij koppelt dat aan mijlpalen in het leven, zoals gepest worden, waardoor we gaan denken en voelen dat we verdwijnen en alles gaan doen om gezien te worden. Mouret vond blijkbaar dat dat gevoel bij Victoria ‘à fleur de peau’ was. Het lag boven op haar huid: intens emotioneel en overgevoelig.
Wat Mouret hier beschrijft herkent jij als HR-professional waarschijnlijk als het instrumentaliseren van waardering en erkenning. Beide horen eigenlijk een bijproduct te zijn van je werk. De primaire driver van je werk zou vanuit jezelf moeten komen. Bijvoorbeeld omdat je het leuk vindt (interne regulatie) of betekenisvol (geïntegreerde regulatie). Als je ook nog eens erg goed bent in je werk, kan daar waardering en erkenning bovenop komen. Veel van die waardering en erkenning is niet instrumenteel. Zoals bijvoorbeeld een leerkracht die een compliment krijgt van een ouder tijdens een een-op-een gesprek. Dat kan het ego onderbouwen en vlijen, zonder meer te hoeven doen.
Maar soms wordt waardering en erkenning wel instrumenteel. Bijvoorbeeld als je een promotie nodig hebt om een nieuwe stap in je carrière te zetten en de dossiers van alle kandidaten tegen elkaar worden afgewogen. Of als je groter wil worden, zoals een restaurant dat veel goede recensies kan gebruiken. Of, zoals in het geval van Victoria, als niemand gelooft in je talent, jij je miskend voelt en je wil tonen dat je het wel kan.
De drijfveer verandert dan in externe regulatie. Daarmee ligt het eindresultaat altijd in de handen van anderen, die we niet kunnen controleren. Ze zien of begrijpen ons misschien niet en schatten daarmee onze waarde verkeerd in. Dat maakt ons niet noodzakelijk verkeerd. Net zoals er mensen zijn die fout zijn maar wel erkend worden omdat ze resoneren met een bepaalde groep in de echte of in de online wereld. Het kan best gevaarlijk zijn om onszelf aan die groep aan te passen.
Wie waardering wil of moet instrumentaliseren, trekt dan ook beter een mentaal harnas aan. Je mag jezelf tijdens dat spel nooit emotioneel betrokken laten worden. Geïnstrumentaliseerde waardering is zoals een vangnet voor zieltjes: je blijft bewust nadenken dat je het op anderen richt zodat je jezelf niet vangt. Zo probeer je rationeel te blijven sorteren tussen nodeloze haters (die je uiteraard negeert) en redelijke kritiek (waarvan je leert) en te balanceren tussen ego en bescheidenheid. Omdat je respectievelijk nog steeds goed bezig bent of nog beter wordt en kan genieten met de voeten op de grond.
Laten we deze week dus maar gebruiken om na te gaan welke bloemen er op onze huid liggen en of we wel voldoende het boeket op de huid van onze werknemers zien. Misschien plaatst het hun en onze onverwachte keuzes en gedrag wel in een ander perspectief.
Ralf Caers
===
In zijn wekelijkse rubriek ‘Chili con Caers’ geeft Ralf Caers smaak aan de HR-actualiteit en roept hij op tot kritische reflectie





