Vakbondsacties op 8 en 10 maart: wat moet je weten als werkgever?

Op woensdag 8 en vrijdag 10 maart a.s. zullen de vakbonden actie voeren, en in sommige sectoren staken, voor meer koopkracht. Op 8 maart gaat het vooral om acties in de privésector, op 10 maart vooral in de publieke sector (waaronder ook het openbaar vervoer).

Aangezien het om aangekondigde acties gaat, hoe zit het dan met het recht op loon voor de werkwillige werknemers die niet (tijdig) op het werk geraken?

Voorts is het tewerkstellen van uitzendkrachten in principe verboden tijdens een staking. Maar wanneer is er nu precies sprake van een staking? Mag er op die dag geen enkele uitzendkracht tewerkgesteld worden?

Recht op loon voor de werkwillige werknemers?

Aangezien de acties op voorhand aangekondigd werden en het bekend is dat ook het openbaar vervoer verstoord zal zijn, kan zeker geargumenteerd worden dat een werkwillige werknemer die niet of niet tijdig op het werk aankomt wegens de acties van het personeel van het openbaar vervoer, geen recht heeft op loon voor de niet-gewerkte uren. De werknemer wist (ruimschoots) vóór zijn vertrek naar het werk dat het openbaar vervoer verstoord zou zijn. Hij had daarom de vereiste maatregelen kunnen nemen om toch op tijd op het werk aan te komen.

>> Het is wel raadzaam om uw werknemers op voorhand op de hoogte te brengen dat er geen loon zal worden betaald voor niet-gewerkte uren aan de werknemers die – omwille van de verstoring van het openbaar vervoer – te laat of niet op het werk aankomen. U kan hen – indien mogelijk voor de betrokken functies – best wijzen op alternatieven (bv. telewerk, opname betaalde vakantiedag).

Tewerkstelling van uitzendkrachten: hoe ver reikt het verbod?

De cao nr. 108 bepaalt dat een uitzendbureau geen uitzendkrachten bij een gebruiker mag tewerkstellen of aan het werk mag houden tijdens een staking (of lock-out). Het verbod lijkt ruim geformuleerd, al is de bedoeling erachter duidelijk: er moet worden vermeden dat een stakingsactie kan worden “gebroken” door stakende werknemers te vervangen door uitzendkrachten. In dat geval zou de staking immers haar doel missen en wordt het recht op staken in de praktijk uitgehold.

Volgens de FOD WASO moet het verbod bekeken worden per personeelscategorie en per vestiging. Zo is er volgens deze benadering geen beletsel om uitzendkrachten in te zetten voor bediendefuncties indien er enkel arbeiders staken. Indien een onderneming uit meerdere vestigingen bestaat, is het inzetten van uitzendkrachten enkel verboden in die vestigingen waar gestaakt wordt.

Recente rechtspraak interpreteert het verbod strikter rekening houdend met de beoogde doelstelling ervan. Zo moest het Hof van Beroep te Antwerpen zich uitspreken over de situatie waarbij uitzendkrachten die gewoonlijk tewerkgesteld werden binnen de onderneming, op de dag van een nationale actie ook aan het werk waren. De inspectiediensten stelden een inbreuk op het tewerkstellingsverbod vast louter op basis van een lijst van de uitzendkrachten die op die dag prestaties hadden geleverd. Het Hof was vooreerst van mening dat er niet werd aangetoond dat het om een staking ging en daarnaast dat de inspectiediensten (en het arbeidsauditoraat) verder niet hadden onderzocht tot welke beroepscategorieën de stakende werknemers en uitzendkrachten behoorden en in welke afdelingen zij werden tewerkgesteld. Zowel het uitzendkantoor als de gebruiker werden vrijgesproken.

De correctionele rechtbank te Mechelen velde ook een interessant vonnis in dit verband. De vraag was of een uitzendkantoor dat tijdens een nationale stakingsdag uitzendkrachten had tewerkgesteld bij twee gebruikers het verbod van cao nr. 108 overtreden had. De rechtbank kwam tot de conclusie dat het wel om een staking ging, maar dat er voor het verbod een onderscheid gemaakt dient te worden al naargelang het gaat om bestaande dan wel nieuwe uitzendkrachten, ingezet ná de stakingsaanzegging. Het verbod zonder meer toepassen op uitzendkrachten die al enige tijd tewerkgesteld waren bij de gebruiker vóór de aanvang van de staking, is een schending van het gelijkheidsbeginsel, aldus de rechtbank. Het uitzendkantoor werd vrijgesproken aangezien er geen bewijs geleverd werd dat de uitzendkrachten ingezet werden om de stakende werknemers te vervangen.

Bij de beoordeling van een inbreuk op het verbod hecht recente rechtspraak aldus belang aan het feit dat moet blijken dat de betrokken uitzendkrachten op de dag van de staking effectief ingezet worden om stakende werknemers te vervangen. Op basis van deze rechtspraak kan dan ook verdedigd worden dat een staking niet zomaar betekent dat er die dag helemaal geen enkele uitzendkracht mag werken in een onderneming waar gestaakt wordt. Dergelijke interpretatie zou overigens neerkomen op een inbreuk op het recht om te werken voor de uitzendkrachten. De inspectiediensten in bepaalde regio’s blijven echter streng optreden indien zij door vakbondsvertegenwoordigers gevraagd worden om een controle uit te oefenen in specifieke bedrijven.

Het Sociaal Strafwetboek voorziet dat een sanctie van niveau 2 opgelegd kan worden voor elke overtreding van de verbodsbepaling (400 EUR – 4.000 EUR voor een strafrechtelijke boete of 200 EUR – 2.000 EUR voor een administratieve geldboete). Deze bedragen worden vermenigvuldigd met het aantal uitzendkrachten waarvoor een inbreuk wordt vastgesteld. Conform bovenstaande interpretaties, zou een inbreuk echter case by case beoordeeld moeten worden.

Er bestaat geen gelijkaardig verbod voor eventuele zelfstandige aannemers, contractors… die in uw bedrijf werkzaam zijn. Zij kunnen dus hun diensten verder aanbieden.

“Staking”?

Ten slotte rijst de vraag of een vakbondsactie eigenlijk wel een “staking” uitmaakt. Het bovenvermelde arrest van het Hof van Beroep bevestigde dat het algemeen verbod immers slechts van toepassing is indien er sprake is van een staking en dus niet zonder meer geldt bij elke actie of betoging. De cao nr. 108 definieert echter het begrip staking niet. Om die overweging te maken, laat een deel van de rechtspraak zich leiden door het aantal betrokken werknemers en de impact van de staking op de werking van de betrokken onderneming.

Het is duidelijk dat de rechtszekerheid in deze kwestie ver te zoeken is. Ondanks het feit dat er versoepelde interpretaties bestaan op de verbodsbepaling, wil dat uiteraard niet noodzakelijk zeggen dat de bevoegde inspectiediensten deze standpunten ook volgen bij een controle.

+++

ACTIEPUNTEN

Recht op loon voor werkwilligen: Als u geen loon wenst uit te betalen voor niet-gewerkte uren aan werkwillige werknemers die – omwille van de aangekondigde acties – niet of niet tijdig op het werk aankomen, is het raadzaam dat u uw werknemers hiervan op voorhand op de hoogte brengt en hen, indien mogelijk, wijst op de eventuele alternatieven.

Uitzendkrachten: Hoewel het verbod op de tewerkstelling van uitzendkrachten tijdens een staking algemeen geformuleerd is, kan het volgens bepaalde rechtspraak slechts toepassing vinden indien de uitzendkrachten effectief ingezet worden om stakende werknemers te vervangen en dus met het oogmerk om de staking te “breken”. Toch lijken de inspectiediensten en de FOD WASO deze interpretatie vooralsnog niet te volgen. Enige voorzichtigheid als werkgever is dan ook aangeraden.

Schrijf je in op de wekelijkse HR-nieuwsbrief

Ook interessant

LEES MEER