In maart 2020 nam het aantal gepresteerde uren uitzendarbeid af met -21,11% t.o.v. de vorige maand (op basis van voor seizoens- en kalenderinvloeden gecorrigeerde cijfers). Deze achteruitgang is toe te schrijven aan een negatieve evolutie in beide segmenten: het aantal gepresteerde uren uitzendarbeid nam af met -21,66% in het arbeiderssegment, en met -20,40% in het bediendesegment.
In vergelijking met de maand maart van vorig jaar liet de uitzendsector een daling optekenen van -24,51%. Dit cijfer is het resultaat van een afname van de activiteit met -25,66% in het arbeiderssegment, en met -22,96% in het bediendesegment. De daling doet zich voor in de drie gewesten.
Maart 2020, een maand met 2 gezichten
De gevolgen van Covid-19 zijn zeer ongelijkmatig verdeeld over de loop van de maand maart. De eerste twee weken was er nog een relatief normale evolutie van de uitzendactiviteit, vergelijkbaar met het niveau van de vorige maanden. Vanaf de aankondiging van de verplichte sluitingen op donderdag 14 maart en de afkondiging van de lockdown op dinsdag 17 maart, is de situatie drastisch verslechterd. De uitzendactiviteit heeft in de tweede helft van de maand maart een zware terugval van ca 46% van het volume laten optekenen.
Deze ongezien snelle en diepe terugval kan verklaard worden door de impact van de verplichte sluitingen van bedrijven maar vooral ook van de sluitingen die het gevolg zijn van vraagschokken, toeleveringsproblemen, of moeilijkheden om in heel wat bedrijven de veiligheids- en hygiënemaatregelen toe te passen. De terugval van de uitzendactiviteit verloopt dan ook synchroon met de sterke toename van de tijdelijke werkloosheid. Beide zijn sterk invers gecorreleerd.
Zware impact op het aantal uitzendkrachten
De zware daling van de uitzendactiviteit betekent dat op amper twee weken tijd, meer dan 54.000 uitzendkrachten (VTE) – al dan niet tijdelijk – hun job verloren. Voor uitzendkrachten die op het moment van de lockdown aan de slag waren bij een gebruiker en daar normaal opnieuw aan de slag kunnen bij de heropstart, kon het stelsel van tijdelijke werkloosheid overmacht worden aangevraagd.
De cijfers in historisch perspectief
De Federgon-index bereikte 84,95 punten in maart 2020 tegenover 107,69 punten de maand ervoor. De index geeft het niveau van de activiteit weer in de onderzochte maand ten opzichte van de activiteit in de maand januari 2007 (basis 100), en dit op basis van voor seizoensinvloeden gecorrigeerde cijfers. Dit betekent dat de Federgon-index van maart 2020, die slechts voor de helft de gevolgen van de terugval reflecteert, reeds gedaald is tot het niveau van december 2008, een maand in volle financieel-economische crisis.
We kunnen vandaag reeds besluiten dat de gevolgen van de Covid-19-crisis veel zwaarder zullen zijn dan deze van de kredietcrisis van 2008.
Een cruciale en wendbare sector
De uitzendsector is een cruciale sector voor onze economie en onze arbeidsmarkt. Uitzendarbeid is voor bedrijven die vandaag op zoek zijn naar personeel of nood hebben aan flexibiliteit het meest gebruikte en meest geschikte arbeidsmarktinstrument. In uitermate moeilijke omstandigheden heeft de sector verantwoordelijkheid en wendbaarheid getoond. De sector is steeds operationeel gebleven, maar is voor 90% omgeschakeld naar een digital-based werking. Ook in deze periode is de uitzendsector de noodzakelijke schakel tussen enerzijds de bedrijven in sectoren zoals de zorg- en medische sector, de logistiek, distributie en voedingssector die door Covid-19 op zoek zijn naar extra personeel, en anderzijds uitzendkrachten die uitkijken naar een nieuwe job.
Verwachtingen
“De inschattingen voor april zijn in belangrijke mate te vergelijken met de cijfers van de tweede helft van de maand maart. Er lijkt niet onmiddellijk sprake van een verdere daling”, zegt Paul Verschueren, Director Research & Economic Affairs bij Federgon.
“De uitzendsector is klaar om volop zijn rol te spelen in de relance. Op korte termijn door bedrijven en sectoren te ondersteunen in hun opstart of doorstart, maar ook op langere termijn door onze economie en arbeidsmarkt te ondersteunen in het transitie- en transformatieproces dat door deze crisis in een versnelling zal terechtkomen.”