Loopbaancheques op de schop: tijdelijke maatregel of structurele koerswijziging?

De Vlaamse Regering voert nieuwe tijdelijke beperkingen in voor het gebruik van loopbaancheques. De maatregel moet een besparing van 10 miljoen euro opleveren en dient als overgang naar een structurele hervorming in 2026. Het is niet de eerste ingreep: Eerder werd het aantal beschikbare cheques al beperkt tot 1000 per maand, wat leidde tot onrust bij zowel aanbieders als gebruikers van loopbaanbegeleiding. De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) reageert kritisch en wijst op de nood aan samenhang, duidelijkheid en langetermijnvisie. In plaats van louter technische aanpassingen, pleit ze voor een beleidskader dat leren en ontwikkelen structureel verankert. Dat roept enkele fundamentele vragen op: Waar ligt de balans tussen budgettaire beheersing en toekomstgerichte ontwikkeling? Wat betekent dit voor de toegang tot begeleiding? En welke richting willen we uit met levenslang leren in Vlaanderen?

Beperking tot 1000 cheques: een eerste breekpunt

Eerder dit jaar werd al beslist om het aantal beschikbare loopbaancheques tijdelijk te beperken tot 1000 per maand. Deze maatregel, ingevoerd zonder overgangsregeling, leidde tot forse operationele druk bij loopbaancentra en zorgde voor onzekerheid bij gebruikers. Geplande trajecten moesten uitgesteld of geannuleerd worden, met lange wachttijden tot gevolg. Hoewel deze beperking inmiddels werd geschrapt, betekende ze wel de start van een bredere hertekening van het systeem.

Van tijdelijke pauze naar een nieuwe set spelregels

De maatregel van 1000 cheques per maand wordt verlaten, maar maakt plaats voor andere tijdelijke ingrepen. Met als doel: een besparing van 10 miljoen euro in 2025. Dit zijn de nieuwe voorwaarden:

  • Werknemers kunnen nog maar één loopbaancheque aanvragen per zes jaar, en enkel als ze nog geen eerdere cheque gebruikten.
  • De kostprijs voor de gebruiker stijgt van €40 naar €90 per cheque.
  • Loopbaanbegeleiders worden minder vergoed: €90 per uur (excl. btw).
  • De verplichte nazorg vervalt.
  • Loopbaancentra moeten hun documentatie minder lang bewaren.
  • Een toegekende cheque moet binnen zes maanden volledig opgenomen worden.

Zijn dit tijdelijke ingrepen om tijd te winnen tot er een structurele hervorming komt? Of het begin van een meer fundamentele koerswijziging?

Timing is alles. Of niet?

Volgens minister Zuhal Demir is deze tussenstap nodig om het systeem budgettair beheersbaar te houden, in afwachting van een vernieuwd opleidingsbeleid in 2026. Maar net nu de arbeidsmarkt snakt naar veerkracht en ontwikkeling, voelt deze timing precair aan. Want hoe verzoen je bezuinigen met het versterken van loopbanen? En wat betekent dit voor de aantrekkelijkheid en toegankelijkheid van begeleiding?

De SERV houdt de vinger aan de pols

De SERV waarin werkgevers- en werknemersorganisaties vertegenwoordigd zijn, gaf op 28 juli 2025 een formeel advies over deze tijdelijke maatregelen. Ze uiten bezorgdheid over het ad-hoc karakter van de beslissingen en het gebrek aan samenhang. Opeenvolgende maatregelen maken het moeilijk om nog correct en rechtszeker te werken. En zonder nazorg of inclusieve toegang dreigt het instrument zijn meerwaarde te verliezen voor wie het het meest nodig heeft.

De SERV kiest ervoor om zich in dit advies niet te verliezen in de details van elke tijdelijke wijziging. In plaats daarvan verwijzen ze naar hun strategisch document “Investeren in leren”, een visie op de toekomst van leren, opleiden en ontwikkelen.

Tien principes die richting geven aan levenslang leren

In “Investeren in leren” (juli 2025) schuift de SERV tien richtinggevende principes naar voren, bedoeld als fundament voor een modern en duurzaam beleid rond levenslang leren. Deze principes gelden niet enkel voor beleidsmakers, maar ook voor HR, leidinggevenden en opleidingsaanbieders.

  1. De 10 SERV-principes op een rij:
  1. Versterk de leercultuur, bij burgers én in organisaties.
  2. Werk met een duidelijke regie en langetermijnvisie.
  3. Zorg voor heldere, toegankelijke en stabiele opleidingsinstrumenten.
  4. Maak leren een gedeelde verantwoordelijkheid.
  5. Bewaak inclusiviteit en gelijke toegang voor iedereen.
  6. Koppel leren aan loopbanen en duurzame inzetbaarheid.
  7. Zorg voor kwaliteit bij aanbieders van opleidingen en begeleiding.
  8. Gebruik publieke middelen doelgericht en efficiënt.
  9. Investeer in data en monitoring om het beleid te kunnen bijsturen.
  10. Stimuleer samenwerking tussen sociale partners, sectoren, onderwijs en werkgevers.

Op basis van dit kader stelt de SERV voor om in de toekomst enkel verder te werken met twee instrumenten: het Vlaams opleidingsverlof (VOV) en de loopbaancheques, hervormd volgens deze tien principes.

Wat betekent dit voor HR en talentontwikkeling?

Loopbaancheques waren jarenlang een laagdrempelig hulpmiddel om loopbaanvragen bespreekbaar te maken. Voor heel wat werknemers betekende het de start van bewuster keuzes maken in hun werk en hun leven.

Nu het systeem onder druk staat, rijzen volgende vragen: Hoe zorgen we ervoor dat begeleiding niet in de marge verdwijnt, maar als essentieel deel van duurzaam loopbaanbeleid overeind blijft? Wat is de rol van loopbaanbegeleiding in een toekomstgerichte arbeidsmarkt? Hoe behoud je de toegankelijkheid van begeleiding, ook bij hogere kosten? Hoe combineer je budgettaire efficiëntie met duurzame talentontwikkeling?

Bron: SERV_20250728_TijdelijkeAanpassingenLBC_ADV.pdf

Schrijf je in op de wekelijkse HR-nieuwsbrief

Ook interessant

LEES MEER

Schrijf je in op de #ZigZagHR-Nieuwsbrief

  • Iedere dinsdagochtend om 8u00 in jouw mailbox
  • Ideeën, inspiratie, best & next practices over (de toekomst van) HR
  • Waarmee jij aan de slag kan in jouw organisatie of HR team