Voor 10 % van de Belgen lopen de gezondheidsuitgaven ten laste van de verplichte ziekteverzekering op tot 16.071 euro per jaar. Voor 1 % onder hen gaat het zelfs om 62.582 euro per jaar. Deze concentratie toont aan dat het solidariteitsprincipe van onze gezondheidszorg noodzakelijk is. Wie zijn deze ‘grote gebruikers’ en wat betekent het voor hun eigen uitgaven? Dat onderzochten de Onafhankelijke Ziekenfondsen in een nieuwe studie.
We dragen allemaal bij aan de sociale zekerheid via onder andere de werknemers- en werkgeversbijdragen. Via de verplichte ziekteverzekering wordt zo het grootste deel van de gezondheidszorg in België gefinancierd. Hierdoor betaal je als patiënt zelf slechts een klein deel van de totale kost voor een raadpleging, ingreep, geneesmiddel of hospitalisatie.
- 10 % van de Belgen heeft gezondheidsuitgaven ten laste van de verplichte verzekering, die oplopen tot 16.071 euro per jaar, wat overeenkomt met 72 % van de totale uitgaven binnen de verplichte ziekteverzekering. Voor 1 % van onze landgenoten gaat het zelfs om 62.582 euro per jaar of 28 % van de totale uitgaven binnen de verplichte ziekteverzekering. We kunnen deze mensen omschrijven als grote gebruikers van de gezondheidszorg.
- De overige 90 % van de bevolking heeft gemiddeld 693 euro aan gezondheidsuitgaven per jaar.
“Deze studie illustreert het belang van ons solidair sociale zekerheidssysteem”, benadrukt Xavier Brenez, Directeur-generaal van de Onafhankelijke Ziekenfondsen. “Het is essentieel dat iedereen deelneemt aan onze sociale zekerheid. Alleen zo kunnen we de uitdagingen zoals vergrijzing en COVID-19 aan, zonder te raken aan de toegankelijk en kwaliteit van onze zorg.”
Jaarlijks publiceert het Intermutalistisch Agenteschap (IMA) ook een visuele weergave van de concentratie aan gezondheidsuitgaven van de Belgische bevolking, die sterk gelijkloopt met onze resultaten.
Hospitalisaties zijn de belangrijkste uitgavenpost
Bij de 10 % ‘grote gebruikers’ blijkt de helft (49 %) van de uitgaven ten laste van de verplichte ziekteverzekering bestaan uit kosten tijdens hospitalisaties. Deze personen verblijven gemiddeld 12 dagen per jaar in het ziekenhuis. Voor de top 1 % grote gebruikers gaat dit zelfs om 69 dagen. In 2020 zullen personen die gehospitaliseerd werden omwille van ernstige COVID-19 naar alle waarschijnlijkheid tot deze 10 %-groep behoren.
Wie zijn die grote gebruikers?
Binnen de 10 % grote gebruikers vinden we meer oudere personen, vrouwen en personen op het einde van hun leven.
- Concreet: 1 op de 2 zijn 65-plussers,
- 6 op de 10 zijn vrouwen
- en 1 op de 20 nadert zijn/haar levenseinde.
Ook hebben deze personen vaak gezondheidsproblemen:
- in de leeftijdsgroep 19 tot 64 jaar krijgen 4 op de 10 te maken met minstens één periode van arbeidsongeschiktheid.
- 7 op de 10 van de 10 % grote gebruikers lijden aan minstens één chronische ziekte.
Vooral hypertensie (46 %), depressie (21 %), diabetes (13 %) en chronisch obstructieve longziekte (rokerslong) (10 %) komen veel voor.
De tendens na acht jaar
De gemiddelde gezondheidsuitgaven ten laste van de verplichte ziekteverzekering zijn tussen 2010 en 2018 gestegen met 21 %, van 1.850 euro tot 2.130 euro. Toch is de concentratie van de gezondheidsuitgaven nauwelijks veranderd: ook in 2010 droeg een kleine groep al een groot deel van de gezondheidsuitgaven en ook het profiel van die groep grote gebruikers is zeer gelijkend. Wel stellen we vast dat er binnen de 10 % grote gebruikers meer chronisch zieken zitten in 2018 dan in 2010. Dit komt vooral door een toename van depressie, geestesziekte, kanker en chronisch obstructieve longziekte in deze groepen.
“De aanpak van deze en andere chronische ziektes moet hoog op de politieke agenda staan”, stelt Xavier Brenez. “Wij pleiten voor meer inzet op preventie en een multidisciplinaire, geïntegreerde aanpak van deze ziektes op maat van de personen die ermee geconfronteerd worden.”
Kostprijs eigen uitgaven
Hoge gezondheidsuitgaven ten laste van de verplichte ziekteverzekering gaan vaak gepaard met hoge eigen uitgaven. De 10 % grote gebruikers betalen gemiddeld 669 euro remgeld en 1.118 euro aan supplementen uit eigen zak per jaar. Voor de top 1 % gaat het zelfs gemiddeld om 1.307 euro remgeld en 2.126 euro aan supplementen. “Deze cijfers zijn nog een onderschatting want veel informatie over aangerekende supplementen bij zorg buiten het ziekenhuis ontbreekt”, legt Xavier Brenez uit.
Bij 4 op de 10 van de 10 % grote gebruikers biedt het systeem van de maximumfactuur (MAF) een bescherming tegen te hoge eigen uitgaven aan remgeld. “Maar het systeem van de maximumfactuur beschermt niet tegen hoge supplementen”, nuanceert Brenez. “Momenteel mogen er uitzonderlijk wel geen supplementen worden aangerekend aan patiënten die omwille van COVID-19 in het ziekenhuis belanden. Ook mensen die lijden aan Long Covid worden beschermd door het systeem van de maximumfactuur.”