Wat met ergonomie in een hybride werkcontext?

Partnernieuws – Attentia

Oktober is de maand van de ergonomie. Nu het hybride werken aan een opmars bezig is, wordt ergonomie een nog groter aandachtspunt. Uit eigen bevragingen tijdens de voorbije lockdowns – toen telewerk nog verplicht was – blijkt immers dat telewerkers meer uitgesproken klachten hebben op het vlak van ergonomie dan kantoorwerkers. Hoe pak je het ergonomisch aspect best aan als je de werkplek voorbereidt op het hybride werken?

Bij korte bevragingen bij telewerkers tijdens de voorbije lockdowns geeft 60% aan dat ze fysieke problemen ondervinden tijdens het telewerken: rugpijn, nek- en schouderklachten, oogvermoeidheid of hoofdpijn. De oorzaken zijn niet ver te zoeken. Tijdens telewerk bewegen we minder en op kantoor staat ergonomisch meubilair. De eerste oorzaak kan je aanpakken door je medewerkers te stimuleren om meer te bewegen. Dat kan je via kleine ingrepen in hun routine, bijvoorbeeld door korte pauzes in te lassen of wandelmeetings te houden. Even van het scherm weg is goed voor het fysiek én mentaal welzijn. Nadien is de focus weer groter.

Meer dan een ergonomische stoel

De tweede oorzaak kan je aanpakken door je medewerkers de middelen te geven: een ergonomische stoel, een verstelbaar bureau, een groter scherm of een ergonomisch toetsenbord. Nu bedrijven meer en meer overgaan naar structureel telewerk, hebben medewerkers vaak de mogelijkheid om die tools via een groepsaankoop of cafetariaplan aan te kopen.

Daar mag het niet bij stoppen. Je moet ook opleidingen voorzien om dat materiaal correct te gebruiken. Een bureaustoel of tafel wordt pas ergonomisch als die afgesteld wordt op de persoon. De meeste medewerkers weten dat ze de stoel kunnen verhogen, maar we merken nog te vaak dat bureaustoelen op de fabrieksinstelling blijven staan. Naast degelijk materiaal zijn ook omgevingsfactoren (verlichting, geluid of luchttoevoer) van belang.

Kantoor anders indelen

Hybride werken wordt het nieuwe normaal waarbij de medewerkers ofwel vaste telewerkdagen toegewezen krijgen, ofwel hier vrij in kunnen kiezen afhankelijk van hun takenpakket. Om de behoefte aan fysieke ruimtes op kantoor in kaart te brengen, is het van belang om de medewerkers centraal te stellen en hun noden te detecteren: human based architecture. Dat omvat vier grote bouwstenen, met plekken waar je kunt focussen, waar je het even kan loslaten, plaatsen voor communicatie (kort overleg of calls) en plekken voor echt teamwerk.

Daarnaast moet je rekening houden met de circulatie. In dat opzicht zijn landschapskantoren nu zeker achterhaald. De cafetaria kan bijvoorbeeld meer zijn dan een eetplaats. Maak er een soort café van waar collega’s snel even kunnen overleggen. Voor een korte fysieke of sportieve work-out kan dat ook de ideale ruimte zijn.

Bedrijven zijn veel proactiever geworden. Vroeger riepen ze de hulp in van een ergonoom bij fysieke klachten of hoog absenteïsme. Nu gaan ze al bij de planning van het kantoor of bij de ontwikkeling van een werkpost samenzitten om te kijken wat ergonomisch het beste is. Voorkomen is beter dan genezen.