Afgelopen maand kroop ik in het hoofd van trendwatcher Herman Konings. Dat leverde niet alleen een onwaarschijnlijk boeiende podcast op over welzijn, duurzaamheid en de link tussen beide, maar ook na de opname bleef hij inspiratiebommetjes afvuren. We hadden het onder andere over het Amerikaanse tv-format Alter Ego: talent uit alle lagen van de bevolking treedt op als AR-avatar van zichzelf voor juryleden. Backstage zijn de deelnemers gekleed in bodysuits met bewegingssensoren en gezichtsherkenningstechnologie. On stage zie je hun avatar, gebaseerd op hun gewenste alter ego. Dit innovatieve gebruik van AR-technologie lost één van de grootste problemen van de muziekindustrie op: door elke kans op vooroordelen op basis van het echte fysieke uiterlijk van een artiest weg te nemen, komt het pure talent, in dit geval de stem en het persoonlijk verhaal van de deelnemers, naar voren. Na afloop van de wedstrijd ontdek je de echte mensen achter de avatars.
Alter ego betekent letterlijk andere ik in het Latijn, een tweede persoonlijkheid dus waarmee je je kan onderscheiden van je werkelijke identiteit. In verhalen en strips zijn we vertrouwd met het concept: denk maar aan de vele superhelden zoals Superman, het alter ego van de ietwat slungelige verslaggever Clark Kent.
Ook in het dagelijks leven kan je een alter ego aannemen. Meer nog, een alter ego kan je helpen om te schakelen tussen je privéwereld en je professionele wereld. Dat is althans wat Todd Herman beweert in zijn boek The Alter Ego Effect. Wanneer het tijd is om te presteren, je angsten onder ogen te zien of je doelen na te jagen, kan je alter ego je geheime wapen zijn, zo beweert hij. Heel wat succesvolle mensen (zoals Beyoncé) zouden dit toepassen en op die manier het negatieve stemmetje in hun hoofd temperen én zichzelf overstijgen.
Of Todd Herman gelijk heeft en of zijn verhaal voldoende onderbouwd is, laat ik in het midden. Maar ik betrap mezelf erop dat ik – als ik een keynote geef, een panelgesprek modereer, ja zelfs als ik een podcast host – op een of andere manier in een rolletje kruip en mijn alter ego het laat overnemen. Vaak gebruik ik daarbij een kledingstuk of een ritueel.
We hebben allemaal uitdagende ambities. We komen allemaal al eens voor uitdagingen en opdrachten te staan waarvan we niet zeker zijn of we ze wel kunnen. Misschien loont het om een alter ego te ontwikkelen. En misschien verklaart dat wel waarom Clark Kent – of is het Superman – nooit een burn-out kreeg…