Vooral (pas afgestudeerde) jongeren geïmpacteerd op de arbeidsmarkt

Tijdens de tweede lockdown (oktober-december) tekenden in ons land gemiddeld 28 % minder werknemers een nieuw contract van onbepaalde duur in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. In vergelijking met twee jaar geleden gaat het om een daling met 26,8 %. Over heel 2020 sloten bedrijven zo’n 20 procent minder nieuwe contracten van onbepaalde duur af. Vooral een pak minder recent afgestudeerden en jongeren vonden het afgelopen jaar hun weg op en naar onze arbeidsmarkt. Dat blijkt uit een analyse van hr-dienstverlener Acerta op basis van de gegevens van 40.000 bedrijven uit de privésector. Nochtans moeten bedrijven regelmatig hun ‘generatierekening’ te maken, zeggen de arbeidsmarktexperts van Acerta.

30 % minder nieuwe contracten onbepaalde duur

Tijdens de tweede lockdown (tussen oktober en december 2020) zetten 28 % minder werknemers hun handtekening onder een nieuw contract van onbepaalde duur in vergelijking met dezelfde periode in 2019. Ook in vergelijking met 2018, gaat het om een daling van 26,8 %.

Over het volledige jaar 2020 zijn er gemiddeld zo’n 20 % minder contracten van onbepaalde duur gesloten dan in voorgaande jaren. De grootste terugval van aanwervingen kwam er in mei: -41 % in vergelijking met mei 2019 en -44 % in vergelijking met mei 2018.

Nele Ronsmans, Senior Consultant Acerta Career Center: “In maart en april 2020 legden de Belgische bedrijven hun ‘rekruteringswinkel’ stil door de lockdown. Maar zodra was doorgedrongen dat we voor een hele tijd vertrokken waren met deze ongeziene pandemie, konden ze de adem niet blijven inhouden en zijn ze weer meer het heft in handen gaan nemen. Sinds de tweede lockdown is het rekruteringsproces niet helemaal stilgevallen, al noteren we gemiddeld 20 % minder aanwervingen in vergelijking met vorig jaar. Dat betekent dat 2020 al bij al toch een jaar is geweest waarin de arbeidsmarkt bevroren was: er waren heel wat minder mensen die hun weg naar of binnen de arbeidsmarkt konden vinden.”

Vooral jongeren getroffen door gebrek aan aanwervingshonger van bedrijven

Vooral de jongste werknemers zijn – meer dan gemiddeld – getroffen door de terugval van aanwervingen via een contract van onbepaalde duur. Over heel 2020 noteren we een daling van -26,5 % onder de 20 tot 25-jarigen en een daling van -38,4 % onder de min-twintigers t.o.v. 2019. Wie in 2020 afstudeerde, zag zijn kansen op een vast contract van onbepaalde duur serieus afnemen: sinds juli werden er ‑25,5 % minder contracten van onbepaalde duur afgesloten met 20-25-jarigen en -42,5 % minder met min-twintigers t.o.v. dezelfde periode in 2019.

Nele Ronsmans: “Ondernemingen hebben dit jaar minder proactief gerekruteerd. Ze hebben minder moeite gedaan om nieuwelingen op de arbeidsmarkt als het ware vroegtijdig te ‘reserveren’ voor of kort na hun afstuderen. Het is een begrijpelijke reflex en toch blijft het belangrijk voor ondernemingen om regelmatig hun ‘generatierekening’ te maken: hoeveel oudste medewerkers zullen zich van de arbeidsmarkt op pensioen terugtrekken en hebben we dan genoeg vers bloed om dat verlies op te vangen? Het blijft voor ondernemingen belangrijk om op tijd ouderen-uitstroom op te vangen door jongeren-instroom. En over de zogenaamde ‘verloren coronageneratie’ moeten ze zich geen zorgen maken: die komen – eens ze op de arbeidsmarkt zijn – wel op hun pootjes terecht.”

12,5 % minder medewerkers vertrokken bij werkgever sinds coronacrisis

Sinds de coronacrisis zijn er in elke maand van 2020 minder mensen vertrokken of ontslagen bij hun werkgever dan in een doorsnee jaar op de arbeidsmarkt. Gemiddeld gaat het om 12,5 % minder beëindigingen van een contract van onbepaalde duur. Die daling is hoogstwaarschijnlijk ook gelinkt aan het feit dat er minder nieuwe contracten van onbepaalde duur werden opgestart. Corona en de overheidsinitiatieven om de crisis te overbruggen, zoals tijdelijke werkloosheid, hebben de mobiliteit op de arbeidsmarkt dus duidelijk teruggeschroefd;

Weer zijn het de jongste medewerkers bij wie we een bovengemiddeld effect zien, maar nu in positieve zin: onder de min 25-jarigen is de daling het grootste.

Kijken we naar wie het initiatief nam voor het vertrek, dan zien we over het hele jaar weinig verschil met andere jaren. Wat wel opvalt is dat het de eerste maanden van de coronapandemie meer dan anders de werkgevers waren die het vertrek initieerden, terwijl na de eerste golf werknemers weer meer het heft in handen namen.

Mobiliteit op de arbeidsmarkt komt terug

Annelies Baelus, Director Legal & Reward Acerta Consult: “Werknemers zullen zeker hebben gekeken naar hoe werkgevers met de crisis en met hun mensen omgingen. Een crisis is ook sowieso een tijd van reflectie. Mensen gaan nadenken over wat ze belangrijk vinden, wat ze willen, waar ze een toekomst zien. Sommigen zullen daaruit de conclusie hebben getrokken dat ze beter konden vertrekken. Maar nog eens, al bij al waren dat er minder dan in een ‘normaal’ jaar. Zolang de crisis niet weg is en de steunmaatregelen blijven, zullen zowel werkgevers als medewerkers enigszins een afwachtende houding aannemen. Als dat voorbij is, verwachten we wel weer meer arbeidsmarktmobiliteit. Het is zaak om daarop voorbereid te zijn: ga het gesprek met je mensen aan, zorg voor opleidingen, sta ook open voor nieuwe bewegingen, zoals het delen van medewerkers… Wees dus klaar voor het post-coronatijdperk op de arbeidsmarkt.”

Over de cijfers

De verzamelde gegevens zijn gebaseerd op de werkelijke gegevens van een representatief staal van werknemers in dienst bij meer dan 40.000 werkgevers uit de private sector, waartoe zowel kmo’s als grote ondernemingen behoren.

Schrijf je in op de wekelijkse HR-nieuwsbrief

Ook interessant

LEES MEER