Minister Frank Vandenbroucke kroonde zichzelf tot nieuwsmaker van week door eerst de artsen op de kast te jagen met een hervorming van de ereloonsupplementen en daarna ook nog eens het voorschrijfgedrag van medicatie en scanneronderzoeken in vraag te stellen. Diverse analisten fronsten daarbij hun wenkbrauwen, omdat de zorg een schoolvoorbeeld is van een persoonscultuur (veel beslissingsbevoegdheid ligt bij de artsen en niet bij het ziekenhuismanagement of de politiek) en omdat vergaande besparingen in de zorg slecht vallen bij een grote groep kiezers. Maar hoe kijken HR-professionals daar nu naar?
Je kan de discussie moeilijk los zien van het budgettaire plaatje, waarbij gezondheidszorg al jaren een grote slokop is. Uit een studie van De Tijd bleek dat er jaarlijks zo’n 7 miljard euro naar artsenhonoraria gaat. Zo’n 3.000 artsen factureren meer dan het dubbele van wat de premier verdient. In een tijd waarin de begroting ontspoord is, zou het verwonderlijk zijn als Vandenbroucke die honoraria niet onder de loep zou nemen.
Ook het argument van de persoonscultuur gaat niet zomaar op. Men heeft enerzijds gelijk dat de arts verantwoordelijk is voor de medische diagnoses en dat medische onderzoeken (zoals scans) de kwaliteit van die diagnoses kunnen verbeteren. Omdat de artsen niet de volledige kost van die onderzoeken dragen, wijzen kwatongen op een conflict tussen de belangen van de artsen (meer voorschrijven) en die van de ziekenhuizen en de politiek (minder voorschrijven), waarbij die laatste dus aan het kortste eind zouden trekken in een persoonscultuur. Maar anderzijds is het fout om te denken dat het ziekenhuismanagement en de politiek geen macht hebben. Kijk bijvoorbeeld naar de hervorming omtrent de referentieziekenhuizen voor kankerbehandelingen, waarbij die instellingen nu een minimaal aantal patiënten moeten behandelen en kwaliteitslabels moeten halen en waarbij de terugbetalingen door de gezondheidszorg daarop worden afgesteld. Die ingreep veranderde de zorgverlening, waarbij bijvoorbeeld 80% van de behandelingen voor borstkanker in 2023 werd uitgevoerd in een van de referentieziekenhuizen. Ook in organisaties met een persoonscultuur kan de primaire beslissingnemer dus weldegelijk tot een andere aanpak worden aangezet. De kans is dus groot dat Vandenbroucke ook deze keer weldegelijk nieuwe hervormingen zal kunnen doorvoeren.
De huidige generaties van werknemers zullen waarschijnlijk dus niet meer op zo’n uitgebreide en betaalbare zorg kunnen rekenen en het beloofde pensioen dat we vandaag in Mypension zien staan kan tegen dan al meerdere keren neerwaarts zijn bijgesteld. Maar daarin zit ook een belangrijke les voor hr-professionals.
Misschien focussen de inspirationele hr-stemmen vandaag te veel op de satisfiers van Herzberg. Satisfiers maken ons blij als we ze krijgen. Denk maar aan yoga en fruitboxen op het werk of empathische bazen die ons ondersteuning komen bieden waarvan we nog niet beseften dat we ze nodig hadden. Ze geven het gevoel dat we iets krijgen en we zien er de werkgever liever door.
Maar volgens Herzberg zijn er ook dissatisfiers: dingen die ons niet blij maken als ze er zijn, maar ons vooral ongelukkig maken als ze er niet zijn. Gezondheid, veilige arbeidsomstandigheden en loon worden vaak als dissatisfiers naar voren geschoven. Je begint pas te beseffen hoe belangrijk die zijn als je ziek wordt, (bijna) een zwaar ongeval had of als je ontslagen wordt en elders aan de slag moet voor minder loon.
Dissatisfiers moeten volgens mij een herwaardering krijgen en meer nadrukkelijk worden uitgespeeld in de unique selling proposition en het employer brand. Want hoe triestig is het eigenlijk dat jij als werkgever een hoog loon uitkeert en je werknemer daar geen motivatie uit haalt?
Sterker nog, het hoge loon wordt soms gebruikt om te verwijzen naar een gouden kooi: de hoge lonen maken je dus geen goede werkgever maar een gijzelnemer. Terwijl het niet gaat over een gouden kooi, maar over een gouden kussen. Dankzij je job kan jij je levensstijl veroorloven. Dankzij je hospitalisatieverzekering kan je elke dag de gemoedsrust voelen dat jij goedkoop of gratis verzorgd zal worden als je in het ziekenhuis zou belanden en dankzij de groepsverzekering kan je gerust zijn dat je niet alleen op de overheid moet rekenen voor een mooi pensioen. Zo’n dissatisfiers zouden dagelijks moeten zorgen voor gevoelens van dankbaarheid, gemoedsrust en een zorgende werkgever, niet tot desinteresse of een gevoel van gevangenschap.
Laten we deze week dus maar gebruiken om eens na te denken over welke wijzigingen wij verwachten in het overheidsbeleid en hoe we daar vandaag op kunnen inspelen om onze werknemers beter in te dekken. Door vooruitziend te zijn en niet pas in te grijpen als het gebeurt, kunnen we onze werknemers het gevoel geven dat we het als HR onder controle hebben, dat we alles sneller zien dan een ander en dat we gepast zullen kunnen ingrijpen, wat er ook gebeurt. Of hoe HR een satisfier kan zijn.
Ralf Caers
===
In zijn wekelijkse rubriek ‘Chili con Caers’ geeft Ralf Caers smaak aan de HR-actualiteit en roept hij op tot kritische reflectie