Stilte in de kappersstoel en wat HR daarvan kan leren

Het nieuwtje van de week kwam deze keer uit Antwerpen, waar kapsalon dod tegenwoordig korting geeft als je tijdens het knippen zwijgt en je kapster daarmee een rustmomentje gunt. Want van al dat praten, daar komt naar het schijnt een burn-out van. Op het internet regende het natuurlijk meteen reacties. Sommigen vonden dat kapsters tegenwoordig nogal snel een burn-out krijgen, anderen vonden het de verademing die ze zelf ook al zochten en de beroepsvereniging Febelhair vond het een gebrek aan respect. Maar wat denkt de HR-professional daar nu van?

Febelhair vindt dat praten deel uitmaakt van de job en dat mensen daarvoor naar de kapper gaan. HR-professionals voelen zich vast meteen ongemakkelijk bij zoveel eenheidsworst. Uit onderzoek blijkt dat persoonlijkheidseigenschappen inderdaad correleren met goede prestaties in bepaalde beroepen, zoals bijvoorbeeld extraversie correleert met sociale en ondernemende beroepen. Maar die correlaties liggen veelal rond 0.4 en zijn dus zeker niet perfect. Dat betekent dus dat je niet meteen zeker bent dat elke extraverte kapper een haarfijn kapsalon zal uitbaten en dat een introverte kapper even succesvol kan zijn. Wij mogen misschien een stereotiep beeld hebben over hoe een kapper zich zou moeten gedragen, of een voorkeur hebben over welke kapper wij het liefste zouden willen, maar dat betekent daarom nog niet dat iedereen die mening deelt en dezelfde kapper wil. Misschien verklaart dat verschil in onze persoonlijkheden wel net waarom de correlatie tussen de persoonlijkheidskenmerken van de kapper en zijn werksucces niet perfect is.

We krijgen nog een ander perspectief als we de zelfdeterminatietheorie verbinden aan het concept van job crafting, of in mooi Nederlands: baanboetseren. Door het praten met de klant als een wezenlijke beroepsvereiste te poneren, neem je best een stuk autonomie van de kappers af, wat niet bijdraagt tot psychologisch welbevinden op het werk. Bovendien is het mogelijk dat niet elke kapper zomaar perfect kan multitasken en dus even goed en snel kan knippen als men ondertussen ook moet nadenken over het beste antwoord op de grote levensvragen van de klant. Daardoor wordt mogelijk de behoefte aan competentie gefrustreerd.

Door het babbeltje met de klant niet als wezenlijke beroepsvereiste te poneren, laat men ruimte voor minstens twee vormen van baanboetseren. De meest voor de hand liggende is relationele crafting, waarmee men de interacties in de job aanpast. Relationele crafting wordt vaak positief belicht omdat het een saaie job alsnog leuk kan maken. Je wordt misschien niet gelukkig van het geluid of het gevoel van een knippende schaar of een geslaagde snit, maar die babbeltjes doen je job op een hobby lijken. Zo blijf je de job al babbelend 40 jaar volhouden, terwijl je al na zes maanden jouw schaar aan de haak had gehangen als je in stilte had moeten knippen. Die positieve insteek zien we ook vaak terugkomen bij cognitieve crafting, waarbij mensen zich gaan zien als een radartje in een groter geheel. Een kapper is daarmee niet langer iemand die haren knipt, maar een life coach die je toevallig ook een nieuwe snit geeft. Dat geeft een heel andere betekenis aan je werk en verandert ook jouw visie op hoe je bijdraagt aan de maatschappij. Cognitieve crafting maakt mensen daarom vaak weerbaarder tegen negatieve schokken die rechtstreeks uit het werk komen: je hebt vandaag misschien drie kapsels moeten knippen waarvan jij vond dat de klant beter een andere keuze had gemaakt, maar je hebt ook wel een huwelijk gered.

Baanboetseren hoeft echter niet per se te betekenen dat het werk warmer aanvoelt: mensen kunnen zich ook beter voelen door te boetseren naar kilte. Wie relationeel boetseert naar minder babbeltjes, voelt zich daardoor mogelijk minder mentaal beladen. Wie beter of sneller knipt in stilte, voelt zich mogelijk competenter dan met de babbeltjes. Wie van zijn klanten ontdekt dat ook zij genieten van de stilte, vervult dankzij relationeel boetseren naar kilte mogelijk ook de behoefte van thuisvoelen. En misschien is het ook een verademing om te voelen dat je geen life coach hoeft te zijn als je je daar niet goed bij voelt. Misschien staat jouw radartje wel op een andere plaats in het grotere geheel.

De campagne van dod dient dan ook een driedubbel doel. Het ontkent het vooroordeel dat alle kappers extravert moeten zijn, zorgt voor persoon-organisatie fit door zwijgzame kappers naar dod te trekken en doet het zwijgzame cliënteel makkelijker kiezen voor een stille snit, wat die persoon-organisatie fit voor de kapper nog verder versterkt. Kappers die wel graag praten mogen ook blij zijn met de campagne, omdat babbelende kappers en klanten zich naar deze kapperszaken zullen afwenden en dus ook daar voor een goede persoon-organisatiefit zullen zorgen.

Laten we deze week dus maar gebruiken om eens na te denken hoe wij richting geven aan het baanboetseren in onze organisatie en of we wel altijd beter af zijn om naar warmte te boetseren. Misschien zijn we wel beter af met wat meer kilte. Los van de hitte deze week.

Ralf Caers

===

In zijn wekelijkse rubriek ‘Chili con Caers’ geeft Ralf Caers smaak aan de HR-actualiteit en roept hij op tot kritische reflectie

Schrijf je in op de wekelijkse HR-nieuwsbrief

Ook interessant

LEES MEER

Schrijf je in op de #ZigZagHR-Nieuwsbrief

  • Iedere dinsdagochtend om 8u00 in jouw mailbox
  • Ideeën, inspiratie, best & next practices over (de toekomst van) HR
  • Waarmee jij aan de slag kan in jouw organisatie of HR team