De loonkloof tussen mannen en vrouwen in België die minstens drie opeenvolgende jaren bij dezelfde werkgever presteerden, nam vorig jaar toe met 4,4%. Hoewel het totale jaarlijkse brutoloon bij zowel mannen als vrouwen toenam, lag dit bedrag in 2022 bij vrouwen 8.764 euro lager. Loonindexeringen zorgden ervoor dat de loonkloof tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers verder is uitgediept. Dat concludeert Securex uit een onderzoek bij 50.132 werknemers.
Volgend op de cijfers van Eurostat over de loonkloof tussen man en vrouw in Europa, onderzocht Securex longitudinaal de evolutie van de loonkloof man-vrouw onder werknemers die drie opeenvolgende jaren of langer bij dezelfde werkgever actief waren. Gezien de algemene honkvastheid op de Belgische arbeidsmarkt betreft dit ongeveer twee derde van de werknemers met een contract van onbepaalde duur. Het onderzoek maakte geen onderscheid tussen werknemers op vlak van functieniveau.
Indexering beschermt vrouwen minder tegen inflatie
Vrouwen hebben doorgaans een lager brutoloon dan mannen. De voornaamste reden hiervoor is dat vrouwen veel vaker deeltijds aan de slag zijn (49%) dan mannen (9,3%). Daarnaast zijn ze vaker actief in sectoren waar de lonen lager liggen: 30,3% van de vrouwen is tewerkgesteld in de zorgsector, dienstenchequesector of als winkelbediende. Vrouwen zijn gemiddeld ook vaker langdurig afwezig dan mannen. Gezien werkgevers na een maand afwezigheid geen loon uitbetalen, verlaagt dit eveneens het totale jaarlijkse brutoloon van de afwezige werknemer.
Vorig jaar bedroeg het totale jaarlijkse brutoloon van een vrouw gemiddeld 38.145 euro, terwijl dat van een man 8.764 euro hoger lag op 46.909 euro. Zowel mannen als vrouwen zagen hun brutoloon toenemen, maar gezien mannen aan de basis een hoger brutoloon hebben, zorgden de loonindexeringen ervoor dat de loonkloof verder uitgediept wordt. Vrouwen met een lager loon zagen hun inkomen met minder euro’s groeien en worden daardoor harder getroffen door de inflatie dan mannen.
Daarnaast zien we bij voltijdse werknemers een verschillende evolutie naargelang het statuut van de werknemer. Vrouwelijke voltijds bedienden verdienden in 2021 gemiddeld 9 834 euro minder dan hun mannelijke collega’s, in 2022 liep dit verschil verder op tot 10 437 euro (+ 6,1%). Bij vrouwelijke arbeiders stelt Securex een daling van de kloof vast. In 2021 verdienden vrouwen 6 875 euro minder dan mannen, in 2022 6 434 euro minder (-6,4%). Deze inhaalbeweging ligt echter vooral aan een sterkere stijging van de gepresteerde tijd bij de vrouwen door een forse daling van de tijdelijke werkloosheid.
Ook bij deeltijdse werknemers
De voornaamste oorzaak van lagere brutolonen bij vrouwen is dat zij veel vaker deeltijds werken. Bij werknemers die tenminste sinds drie jaar actief zijn bij dezelfde werknemer, werkt slechts 9,3% van de mannen deeltijds versus 49% van de vrouwen. Het is net bij die deeltijdse werknemers dat de loonkloof sterk toenam in 2022 (+16,8%). In 2021 verdienden vrouwen 2.551 euro minder jaarlijks brutoloon dan mannen; in 2022 was dat 2.978 euro minder.
+++
Over het onderzoek
Deze resultaten zijn gebaseerd op data van het sociaal secretariaat van Securex. De longitudinale steekproef voor deze studie telt 9.938 ondernemingen en 50.132 werknemers (60,2% mannen en 39,8% vrouwen). Deze werknemers traden in dienst bij hun onderneming voor 01/01/2020, en zijn dus al drie jaar aan de slag bij dezelfde werkgever. Werknemers die tijdens een van de drie onderzochte jaren geen prestaties leverden werden geweerd. Daarnaast bevat de steekproef geen bedrijfsleiders, noch werknemers uit bedrijven met meer dan duizend werknemers. Voor dit onderzoek werd gekeken naar het totale uitbetaalde jaarlijkse brutoloon, zowel onderworpen als niet onderworpen.
Definitie “deeltijds”: werknemers die de voorbije drie jaar deeltijdse prestaties leverden en dit gedurende drie jaar. Enerzijds door deeltijdse contracten, anderzijds door allerhande vormen van loopbaanonderbrekingen en/of tijdskrediet.
Definitie “voltijds”: werknemers die gedurende de voorbije drie jaar een voltijds contract hadden en ook effectief voltijds aan het werk waren bij dezelfde werkgever. Werknemers op tijdskrediet werden buiten beschouwing gelaten.