Eén op acht Vlaamse werknemers verliest vanaf september recht op opleidingsverlof

Op 1 september 2025 treedt een maatregel van de Vlaamse Regering in werking die het recht op Vlaams opleidingsverlof (VOV) beperkt tot werknemers die minstens 80% (4/5e) tewerkgesteld zijn. Deze wijziging houdt in dat meer dan 310.000 Vlaamse werknemers – ongeveer 1 op de 8 – hun recht op opleidingsverlof verliezen. Opvallend is dat ruim 80% van deze groep vrouwen zijn.

Wat is het Vlaams opleidingsverlof?

Het Vlaams opleidingsverlof geeft werknemers de mogelijkheid om een erkende opleiding te volgen met behoud van loon, terwijl de werkgever een forfaitaire vergoeding ontvangt van de Vlaamse overheid. Het systeem beoogt werknemers meer kansen te geven om zich bij te scholen of te heroriënteren. Tot nu toe hadden ook deeltijds werkenden (vanaf 50%) recht op een pro rata deel van deze verlofuren.

Concrete impact van de maatregel

De beperking tot werknemers met een tewerkstelling van minstens 80% betekent in de praktijk dat heel wat deeltijdse werknemers vanaf september uitgesloten worden van dit recht. Het gaat vooral om sectoren waar deeltijdse contracten de norm zijn, zoals zorg, dienstencheques, kleinhandel en horeca.

Een overzicht van de impact:

  • Zorg en social profit: meer dan 160.000 werknemers verliezen het recht op opleidingsverlof, wat neerkomt op ruim 40% van het personeelsbestand.
  • Dienstenchequesector: circa 45.000 werknemers (ongeveer de helft van de sector).
  • Kleinhandel: ongeveer 25.000 werknemers, waarvan het merendeel vrouwen.
  • Horeca: naar schatting bijna 5.000 werknemers.

Breder kader: levenslang leren onder druk

De Vlaamse overheid schat zelf dat het gebruik van VOV met 5 à 6% zal dalen. Hoewel dat cijfer op het eerste gezicht beperkt lijkt, gaat het vaak om mensen die al actief gebruik maakten van het systeem – waaronder veel kortgeschoolden, vrouwen, jongere werknemers en werknemers met een migratieachtergrond.

Eerdere evaluaties toonden aan dat het VOV een positief effect heeft op de opleidingsdeelname van werknemers die traditioneel minder toegang hebben tot bijscholing. Het dient dan ook niet enkel een economische doelstelling, maar draagt ook bij aan sociale mobiliteit en duurzame loopbanen.

Afweging tussen efficiëntie en inclusie

De beslissing van de Vlaamse Regering werd onderbouwd met het argument dat werknemers met een kleinere arbeidsduur buiten hun werkuren opleidingen kunnen volgen. Tegelijkertijd geven cijfers aan dat een aanzienlijk deel van de deeltijdswerkenden dat doen om zorgtaken op te nemen, wegens gezondheidsredenen, of bij gebrek aan voltijdse kansen. In sectoren waar deeltijdse arbeid structureel ingebed is, is de impact van deze maatregel des te voelbaarder.

De kernvraag is dan ook hoe Vlaanderen het evenwicht wil bewaren tussen een efficiënte inzet van middelen en een inclusief opleidingsbeleid. In een context van arbeidsmarktkrapte, digitalisering en demografische vergrijzing blijft het ondersteunen van levenslang leren een cruciale uitdaging.

Schrijf je in op de wekelijkse HR-nieuwsbrief

Ook interessant

LEES MEER

Schrijf je in op de #ZigZagHR-Nieuwsbrief

  • Iedere dinsdagochtend om 8u00 in jouw mailbox
  • Ideeën, inspiratie, best & next practices over (de toekomst van) HR
  • Waarmee jij aan de slag kan in jouw organisatie of HR team