Verslaving is aanwezig op de werkvloer, maar blijft vaak verborgen. Hoe kan HR het gesprek openen? We vroegen het aan klinisch psycholoog Paul Van Deun, auteur van de boeken Het Gekaapte Brein en Dopamine, Verlangen en Verslaving.
Van schermverslaving over eetverslaving tot koopverslaving – het woord verslaving duikt tegenwoordig in allerlei vormen op. Wanneer is dat nu terecht? Als gebruik van middelen of bepaald gedrag de controle over je leven overneemt en negatieve gevolgen veroorzaakt, zegt Paul Van Deun. Wie verslaafd is, heeft daar fysiek last van – steeds meer nodig hebben om hetzelfde effect te voelen en mogelijke ontwenningsverschijnselen als je stopt – maar ervaart ook meer indirecte negatieve gevolgen, zoals werk of verplichtingen verwaarlozen en schade aan sociale relaties of veiligheid.
‘Verslaving aan alcohol komt het vaakst voor. Heel wat mensen drinken wel eens een periode te veel en stoppen als ze negatieve gevolgen ondervinden. Bij zo’n 5 tot 10 procent van de volwassen bevolking lukt het niet om hun gedrag aan te passen, ook al is het gebruik zo ernstig dat het schadelijk is voor hun gezondheid,’ zegt Van Deun. ‘Dit lijkt misschien een klein percentage, maar in absolute aantallen gaat het om heel veel mensen – en daarmee om veel persoonlijk leed.’
De kans dat we alcoholverslaving tegenkomen in de werkcontext is dan ook best groot

‘Verslaving is een verborgen lijden op de werkvloer. Bij oudere generaties is alcohol het grootste probleem, maar bij jongere mensen tussen de 30 en 40 jaar zien we ook problematisch gebruik van drugs zoals cocaïne, gokverslaving, seksverslaving of problematisch internetgebruik. Het schrijnende is dat mensen met een alcoholverslaving vaak enorm lang wachten voordat ze hulp zoeken: gemiddeld 36 jaar. Dit heeft veel te maken met hoe de samenleving omgaat met verslaving – vaak wordt het ontkend of verborgen gehouden. Mensen met een verslaving proberen te blijven functioneren op hun werk, hun relaties in stand te houden én tegelijkertijd blijven drinken of gebruiken. Dat kost enorm veel energie en is ontzettend zwaar.’
Paul Van Deun
Wat doet verslaving met ons brein?
‘Wanneer we middelen zoals alcohol of drugs gebruiken, komen deze via de bloedbaan in onze hersenen terecht. Daar binden ze zich aan specifieke receptoren in onze neuronen, als puzzelstukjes die precies passen. Dit beïnvloedt hoe onze hersenen werken en ons gedrag aansturen. Ze zorgen aanvankelijk voor prettige effecten als vrolijkheid, ontspanning of stimulatie, maar verhogen ook de dopamineactiviteit in een cruciaal gebied van ons brein.
Dopamine speelt een grote rol in ons beloningssysteem, en die verhoging heeft verregaande gevolgen. Het zorgt ervoor dat bepaald gedrag steeds meer automatisch wordt en dat het verlangen naar het middel sterker wordt, tot het uiteindelijk een onbedwingbare drang wordt. Kenmerkend aan verslaving is een gebrek aan volledige erkenning van dit verlies van controle. Soms beseffen mensen dan ze de controle verliezen, maar de dag erna geloven ze toch weer dat ze ertoe in staat zijn om het bij één drankje te houden.
Context speelt een belangrijke rol; de drang om te gebruiken kan sterk variëren afhankelijk van de situatie. Bepaalde plekken, zoals een café waar iemand vaak drinkt, kunnen een sterke drang uitlokken. Ook gedachten kunnen de kans op gebruik vergroten, zoals: ik heb vandaag hard gewerkt, ik verdien een drankje. Het leren omgaan met triggers en het vermijden van verleiding zijn dan ook cruciaal voor het doorbreken van de vicieuze cirkel van verslaving.’
Hoe zit het met de werkcontext? Ook daar is alcohol soms aanwezig, bij recepties of werkuitjes.
‘Het aanbieden van aantrekkelijke alcoholvrije drankjes tijdens recepties of evenementen zou evident moeten zijn. Door alternatieven aan te bieden en een cultuur te creëren waarin alcoholvrij drinken normaal is, kun je de sociale druk verlichten. Dat kan bijvoorbeeld door het stimuleren van deelname aan initiatieven als Tournée Minérale of sportieve evenementen.
Daarnaast kan het helpen als de leiding van het bedrijf het goede voorbeeld geeft. Als de CEO of andere managers ervoor kiezen om alcoholvrij te blijven, kan dat een krachtig signaal zijn en de sociale druk om te drinken bij recepties of afterworks verminderen. Het kan zelfs bijdragen aan de reputatie van de organisatie: een CEO die water drinkt straalt wellicht meer vertrouwen uit dan een die prat gaat op een uitgebreide wijnkelder!’
Hoe kan HR dit soort initiatieven op een niet-stigmatiserende manier introduceren?
‘Net zoals er tegenwoordig rookstopbegeleiding wordt aangeboden, zou HR ook aandacht moeten besteden aan alcoholgebruik. Enerzijds om werknemers te ondersteunen die worstelen met alcoholgebruik, anderzijds omdat overmatig gebruik de werkprestaties, gezondheid en aanwezigheid negatief beïnvloedt.
HR kan een ondersteunende omgeving creëren waarin verslaving bespreekbaar is. Tegenwoordig zien we dat verslaving veel breder is: veel mensen kunnen bijvoorbeeld niet van hun smartphone afblijven. Waar alcoholgebruik vaak privé gehouden wordt, speelt smartphonegebruik zich openlijk af, ook op de werkvloer. Door als HR met smartphoneverslaving aan de slag te gaan, maak je de overstap naar gesprekken over alcohol en andere verslavingen vanzelfsprekender en minder beladen.’
Hoe kan aandacht voor smartphoneverslaving het gesprek openen?
‘De principes zijn hetzelfde, of het nu gaat over smartphone- of alcoholverslaving. Het begint bij bewustwording. Wanneer gebruik ik mijn smartphone functioneel, en wanneer leidt het me juist af? Veel mensen realiseren zich niet hoeveel tijd ze op hun smartphone doorbrengen. Er zijn apps die helpen om inzicht te krijgen in de tijd die je besteedt je aan bepaalde apps of websites. Vervolgens kan je beslissen of je iets wilt veranderen en hulpmiddelen inzetten, zoals apps die sociale media tijdelijk blokkeren of meldingen uitschakelen. Het helpt je de regie te behouden en zorgt dat externe prikkels niet jouw gedrag bepalen.
Dit principe kan worden uitgebreid naar andere verslavingen – en zo kan je ook gesprekken over alcoholgebruik of andere verslavende gewoonten openen. Je kan mensen aanmoedigen om eens bij te houden hoe vaak ze drinken en waarom. Willen ze minder drinken? Welke triggers zijn er? Maak duidelijk dat verslaving een menselijke eigenschap is en bied werknemers praktische handvatten om bewuster met prikkels en gewoonten om te gaan.’
Wat zijn signalen dat een collega met verslaving kampt?
‘Sinds Covid wordt er meer thuis gewerkt, wat onbedoeld situaties heeft gecreëerd waarin verslavingsgedrag makkelijker verborgen kan blijven. Mensen beginnen al eerder op de dag met drinken, of zetten hun camera uit tijdens videocalls om te verbergen dat het niet goed gaat. Dit kan het moeilijker maken om signalen op te vangen, zoals: regelmatig en zonder duidelijke reden de werkplek verlaten.
Herhaaldelijk te laat komen, zeker na het weekend, of wisselen van afdeling naar een omgeving waar dergelijk gedrag minder opvalt, kunnen signalen zijn. Hetzelfde geldt voor vermindering van kwaliteit van het werk of het niet nakomen van deadlines zonder duidelijke verklaring.
Tot slot zien we dat mensen met verslavingsproblematiek collega’s opzoeken die ook losjes omgaan met alcohol of andere middelen. Ik behandelde bijvoorbeeld ooit een koerier die onderweg in de auto met een collega amfetamine kocht en gebruikte. Werkte hij samen met deze collega, dan was het bijna onmogelijk om aan de drang te weerstaan, omdat ze die beiden voelden. Stoppen met die baan was nodig om zijn middelenmisbruik aan te pakken.’
Hoe pak je een gesprek over een mogelijke verslaving aan?
‘Ga een open gesprek aan, bijvoorbeeld door simpelweg te vragen hoe het gaat. Luister naar de zorgen van de werknemer zonder te oordelen. Soms zoeken mensen een uitweg in verslavingsgedrag vanwege hoge werkdruk of persoonlijke problemen. Vraag wat hen stress geeft of waarom een partner of collega hen heeft doorverwezen. Focus op het lijden dat verslaving veroorzaakt: druk op relaties, werkprestaties of persoonlijke gezondheid. Door dat bespreekbaar te maken, kun je samen kleine, haalbare stappen zetten, zoals gebruikspatronen in kaart brengen en op zoek te gaan naar manieren om ze geleidelijk te verminderen. Hindernissen kunnen daarbij helpen, zoals een externe controle op uitgaven. Het doel is niet om dwingend te zijn, maar mensen te helpen zelf grip te krijgen. Als bedrijf huur je arbeid in, niet de hele mens – er zijn uiteraard grenzen aan de mate waarin je je met het leven van je werknemers kan bemoeien. Toch kan je met respect voor het privéleven van de werknemer als bedrijf een positieve rol spelen. Door begeleiding of doorverwijzing aan te bieden, via de bedrijfsarts of externe hulpverlening. Dit kan werknemers helpen om stappen te zetten richting herstel.’