Sinds maandag 11 mei hebben alle bedrijven het recht om hun activiteiten te hervatten, op voorwaarde dat ze zich houden aan een reeks maatregelen ter bescherming van klanten en werknemers. Dit is de uitgelezen kans om de balans op te maken van de arbeidsmarkt in het eerste kwartaal van het jaar. In het eerste kwartaal van 2020 steeg de tijdelijke werkloosheid tot 5,2%, vergeleken met 1% voor dezelfde periode in 2019. Dit blijkt uit een analyse van het sociaal secretariaat, Partena Professional, dat een anoniem overzicht heeft opgesteld van de gepresteerde werkuren van 154.770 werknemers. Er zijn echter enkele verschillen in deze cijfers, afhankelijk van de activiteitensector en de omvang van het bedrijf.
De economische werkloosheid bereikt een ongekend niveau
Volgens de analyse van het eerste kwartaal van 2020, uitgevoerd door het sociaal secretariaat Partena Professional, waren sommige sectoren genoodzaakt hun toevlucht te nemen tot tijdelijke werkloosheid als gevolg van de sterke daling van hun activiteiten of zelfs hun sluiting. In die zin is dit type van afwezigheid gestegen van 1% in het eerste kwartaal van 2019 tot 5,2% voor dezelfde periode in 2020, een ongekende stijging.
Het is geen verrassing dat de horecasector het zwaarst getroffen is door de crisis. De economische werkloosheid is hier gestegen van 2 procent tot 15 procent in 2020, tot zelfs 17 procent voor kleine bedrijven. In de bouwsector is het percentage ook verdubbeld als gevolg van de crisis. Het zijn bovendien vooral de kleine bedrijven die het meest te lijden hebben en meer gebruik maken van dit soort afwezigheid (7%).
« Als we specifiek naar Brussel kijken, is de sterke toename te wijten aan het belang van de horeca, het toerisme en de detailhandel in het gewest, drie sectoren die zwaar getroffen zijn door de crisis en de coronamaatregelen. » legt Wim Demey uit, Customer Intelligence Manager bij Partena Professional.
Transport, de enige sector die in 2020 meer uren heeft gewerkt dan in 2019
Als gevolg van de coronacrisis is het totale aantal gewerkte uren van de Belgen met 4,6% gedaald ten opzichte van dezelfde periode in 2019, wat beschouwd kan worden als een afspiegeling van het Bruto Nationaal Product van België. Als we de gewerkte uren per sector van dichterbij bekijken, zien we dat de horecasector ook hier het zwaarst getroffen is. Het aantal gewerkte uren is namelijk met 22% gedaald ten opzichte van dezelfde periode in 2019, met een aanzienlijk verschil tussen de grote bedrijven (-41%) en de kleinere (-20%). Verrassend genoeg is de transportsector de enige sector die de crisis heeft doorstaan en waarvoor de gewerkte uren in het eerste kwartaal van 2020 hoger zijn dan in 2019 (+2%).
Het Sociaal Secretariaat stelt vast dat kleine en grote bedrijven niet op dezelfde manier te lijden hebben onder de gevolgen van de coronamaatregelen: werknemers in kleine bedrijven hebben hun werktijd met 10% zien afnemen, terwijl grotere bedrijven zich staande hebben gehouden.
« Een van de redenen voor het verschil tussen kleine en grote bedrijven is dat de sectoren die het hardst getroffen zijn, zoals de horeca en de detailhandel, vaak bestaan uit kleine bedrijven. Zij zijn vaak degenen die hun deuren vroegtijdig moesten sluiten en geen alternatieven voor hun activiteiten konden vinden. » zegt Wim Demey van Partena Professional.
Ziekteverzuimpercentage niet zo verschillend tegenover 2019
Tijdelijke werkloosheid is veruit de belangrijkste reden voor afwezigheid, maar Partena Professional ziet ook een opmerkelijke toename van het aantal ziektedagen. In het eerste kwartaal van 2019 ging immers minder dan 9% van de werkuren verloren door ziekte. In 2020 bedraagt dit aandeel 9,5%, een klein verschil ondanks het besmettelijke karakter van het coronavirus. Volgens cijfers van het sociaal secretariaat geldt dat hoe groter het bedrijf is in termen van personeel, hoe hoger het ziekteverzuimpercentage.
« De reden voor het kleine verschil tussen 2019 en 2020 is dat in de meeste sectoren de tijdelijke werkloosheid zeer snel tussenkwam, waardoor een tijdelijk werkloze geen recht heeft op ziekteverlof. In het geval van werkloosheid is het de staat die betaalt. In geval van kortstondige ziekte is het echter de werkgever die het gewaarborgde loon betaalt. » onderstreept Wim Demey.
Op basis van deze eerste resultaten kunnen we concluderen dat de cijfers van het tweede kwartaal nog uitzonderlijker zullen zijn, omdat in het eerste kwartaal slechts 3 weken direct beïnvloed werden door de coronamaatregelen. « Rekening houdend met het feit dat de coronamaatregelen pas medio maart werden ingevoerd, is het effect op de kwartaalresultaten zeker indrukwekkend. Met dezelfde ontwikkeling belooft het tweede kwartaal net zo ongeëvenaard te worden. De vraag is dus hoe snel de sectoren weer kunnen terugkeren naar een normaal productieniveau. » besluit Wim Demey van Partena Professional.