Sinds 1 januari 2023 mogen studenten tot 600 uur per jaar werken tegen verlaagde sociale bijdragen, in plaats van 475 uur. 29% van de studenten die reeds als jobstudent werkt, geeft aan de intentie te hebben om hier dit jaar gebruik van te maken en meer te zullen werken. Ongeveer vier op de tien studenten zou gebruik willen maken van deze nieuwe regelgeving maar zegt dat het niet combineerbaar is met de studies. Dat blijkt uit de jaarlijkse studentenstudie van Randstad Research bij 1.000 studenten.
Werken maakt voor de grootste groep studenten deel uit van het dagelijks leven.
77% van de studenten werkt als jobstudent tijdens de zomervakantie en 75% werkt als jobstudent tijdens de rest van het jaar. Nooit eerder was het verschil zo klein. 69% van de studenten werkt in beide periodes. Bij wie tijdens het schooljaar werkt, loopt het werkpatroon zoals steeds sterk uiteen. 34% werkt tijdens één van de andere, kortere vakanties (in lijn met vorig jaar), 23% werkt regelmatig op vaste uren tijdens het weekend en/of de week (tegenover 21% vorig jaar), 27% werkt onregelmatig (in lijn met vorig jaar).
Studenten geven aan gemiddeld 66 dagen per jaar te werken. Dit is een stijging in vergelijking met vorig jaar (60 dagen) en de jaren daarvoor. Ook de mediaan voor het aantal gewerkte dagen ligt een stuk hoger: 50 dagen. Dat is 10 dagen meer dan vorig jaar. Het grote verschil tussen de mediaan en het gemiddelde wijst op een sterk ongelijke verdeling. Sommige studenten zeggen elke dag aan het werk te zijn. Het gaat in dezen niet om voltijdse dagen.
stijgende kosten levensonderhoud vertalen zich niet in gewijzigd uitgavenpatroon van studenten.
Vier op de tien studenten zegt dat ze aan hun huidige werkgever gevraagd hebben om het aantal uren te verhogen om de stijgende levensduurte op te vangen. Daarnaast gaf 41% van de studenten aan genoodzaakt om meer te werken om de kosten van hun studies te blijven betalen en 38% moest meer werken om meer bij te dragen aan het gezinsbudget.
Al namen beide verhoudingsgewijs licht af ten opzichte van vorig jaar (2 pp. en 4 pp.). Als we alle uitgaven samen nemen en uitsplitsen per categorie, gaat nog 7% naar studies en gezinsbudget samen. De bijdragen aan het gezinsbudget stegen wel van 86 euro naar 97 euro en de bijdragen aan de studies van 100 euro naar 116 euro. In 2021 was dit nog 143 euro.
detailhandel populairste sector, kassier(ster) populairste job.
De sectoren die het meest een beroep doen op studenten zijn overduidelijk de detailhandel (24%), horeca (19%) en de vrije tijd (pretparken, clubs, …) (10%). Productiebedrijven (9%) en de non-profit (6%) vervolledigen de top 5. Op vlak van de populairste studentenjob beweegt er het een en het ander. Magazijnier (9%) zakt van de eerste naar de derde plaats. Kassier(ster) (11%) herovert zo de titel van populairste studentenjob, kort gevolgd door administratief bediende (10%).