Paralympiër Peter Genyn over coaching, teamwerk & mentale veerkracht

Pal op de Nederlandse grens, met weids uitzicht op de Noorderkempen, woont paralympiër en meervoudige gouden medaille Peter Genyn. Een duikongeval op zijn zestiende gooide zijn leven overhoop, maar ook als gevestigd rolstoelsporter – of wheeler – moest hij nog door zware fysieke pech hélemaal opnieuw starten. Een gesprek over de mechanismen achter mentale weerbaarheid en wendbaarheid. En het belang van een ijzersterk team.

Aan de keukentafel vertelt Peter Genyn enthousiast over zijn groene Kalmthout, terwijl zijn partner en kinesist Veerle Laurens hun zoontje Vico klaarmaakt voor school.

“De school en supermarkt zijn vlakbij, maar ik kan hier ook meteen in de natuur trainen. Dat was handig toen we tijdens de covidcrisis wekenlang niet op de atletiekpiste mochten. Mentaal was het wel lastig dat ik niet wist of de Olympische Spelen uitgesteld dan wel afgelast zouden worden. Van die tijd heb ik gebruik gemaakt om nieuwe trainingstechnieken te proberen.”

Dat loonde: hij haalde goud en zilver in Tokio op 100 en 200 meter. In 2021 werd hij ook verkozen tot Vlaamse Reus.

“Dat staat voor beste Vlaamse sporter van het jaar, toen samen met langeafstandsloper Bashir Abdi, een hele eer. Ik vind dat ik het hoogst haalbare bereikt heb in mijn sport, maar de uitdaging blijft om minstens dit niveau te houden. Sport is bovendien verslavend… Nu alles op het WK in 2023. Als ik daar een medaille haal, ben ik bijna zeker geplaatst voor de Olympische Spelen van 2024 in Parijs.”

CCaroline Dupont Photography 221114nr130641 Peter Genyn voorkeur min

Voldoende steun is de basis

Peter Genyn startte zijn profcarrière als rolstoelrugbyspeler. De aanloop er naartoe was lang en pijnlijk, want niemand wil op zijn zestiende van hals tot tenen verlamd raken.

“Ik had een duikongeval op mijn zestiende. Sportief was ik al, maar met de bakkerij hadden mijn ouders in het weekend geen tijd om me naar wedstrijden te brengen. Ze waren ook bezig met verbouwingen en hadden een zwemvijver aangelegd. De dag nadat hij klaar was, ben ik erin gedoken. Ik belandde met mijn hoofd op de bodem en brak twee nekwervels.”

Een overbodige vraag wat dat ook mentaal met een mens doet, toch trok hij zich niet zomaar terug.

“Deels zat die weerbaarheid al in me, natuurlijk. En ik kreeg enorm veel steun van mijn ouders en familie. Sport heeft me er grotendeels doorheen gehaald. Al tijdens mijn revalidatie begon ik met rolstoelrugby. Door sport leerde ik mensen kennen met dezelfde beperking. Samen leer je problemen oplossen. Je komt weer buiten, je hebt een doel in het leven.”

Sport leidde ook tot succes, want hij klom op tot profniveau. Eerst dankzij de steun van zijn ouders.

“Mijn omkadering is pas de laatste paar jaar echt goed, maar dan nog moet ik mijn sportmateriaal zelf betalen. In het begin stonden mijn ouders daarvoor in, want ik had geen inkomen. Voor ik leerde autorijden, bracht mijn vader mij ook altijd naar de trainingen in Gent. Het heeft allemaal vruchten afgeworpen. In 2009 zijn we Europees kampioen geworden.”

Kritische feedback

Aan levenspartner Veerle, ook zijn kinesiste, heeft hij al even veel steun, ze kennen elkaar door en door. Een extra voordeel tijdens de turbulente periode die volgde op een nieuwe fysieke klap in 2013.

“Eerst een heupbreuk door een val met de rolstoel. Op de koop toe ben ik twee maand later opnieuw gevallen: een dijbeenbreuk. De conclusie: de rugby zit erop.”

Hij slaagde erin om te switchen naar rolstoelatleet, sprinter op de 100 en 200 meter. Vanzelf ging dat alweer niet. “Alles waarvoor ik tot dan toe leefde, was over en uit…” Toch ging hij vrij snel met een atletiekstoel weer de weg op om zijn conditie te onderhouden. “Met het stiekeme idee om toch ooit weer rugby op te pikken, maar gaandeweg kwam atletiek steeds meer op de voorgrond.”

In 2014 behaalde hij al zilver in Swansea, dankzij zijn ijzersterke rijtechniek. Ook mentaal was hij helemaal terug. Hoe buig je zo’n ingrijpende tegenslagen om in nieuwe kansen?

“Een mental coach hielp me doorheen de stress voor atletiekwedstrijden. Rugby is teamsport: laat jij de bal vallen, dan kan je teamgenoot hem vangen. Je hebt ook anderhalf uur de tijd: draait de eerste helft vierkant, dan heb je tijd om het goed te maken. Maar in atletiek heb je amper 20 seconden om te presteren… Ik had er een sportpsycholoog voor nodig. De oplossing: in het moment alléén met jezelf bezig zijn. Alles waarop je geen grip hebt, kan je toch niet veranderen. Met de jaren leer je daar beter mee omgaan. Sowieso steek je meer op van mislukkingen dan van successen. Dat inzicht heb ik samen met mijn coach ontwikkeld. Aan haar niet-veroordelende maar kritische feedback, heb ik heel veel. Succes is altijd teamwerk.”

CCaroline Dupont Photography 221114nr130142 min


Een hecht team

Op de Olympische Spelen in Tokio werd die teamspirit tot het uiterste getest: zijn rolstoel werd er gesaboteerd. De stress, woede en frustratie piekten, maar coach en team reageerden uiterst professioneel. Peter Genyn slaagde erin om een topprestatie neer te zetten en goud te winnen.

“Mijn coach belde meteen de delegatie en begon zelf de kapotte onderdelen van de wheeler te verwijderen, mijn kinesiste ging prompt op zoek naar een mechanicus. Ze bleven er vrij rustig onder. Een hecht team waarop je blindelings kan vertrouwen, helpt om onverwachte calamiteiten op te vangen. Iedereen wist haast instinctief wat er moest gebeuren, ook al is er géén draaiboek voor dit soort situaties. Niemand is ingestort en iedereen hield het hoofd koel. En we hadden ducttape (lacht).”

“Ik heb nog nooit zo hard willen winnen als toen”, vertelt hij.

“De kunst is om je woede constructief te kanaliseren. Als team heeft dit ons nog dichter bij elkaar gebracht, maar mijn geloof in de mensheid heeft een flinke deuk gekregen. De saboteur kan ik alleen maar verdenken van frustratie, jaloezie en angst. Dat is door mijn goud in Tokio in zijn gezicht teruggekaatst. Wie het was, zal niet aan het licht komen, er zijn geen camerabeelden.”

De ideale coach

Met zijn carrière na de sport is Peter Genyn niet zo bezig. Hij coacht intussen zelf de recreatieve rugbyploeg in Brasschaat, maar later fulltime coachen is niet aan hem besteed, zegt hij.

“Ken je sterktes… Ik denk dat ik het soms beter kan doen dan uitleggen. Maar wat is een ideale coach? Natuurlijk is die de baas, maar ik wil ook zelf inbreng geven. De coach moet ook open minded zijn. Met een dictatuur kom je er niet. Uit overleg komt er altijd iets dat de sporter vooruit helpt, op voorwaarde dat alles professioneel verloopt. Een essentiële pijler van coachend leiderschap is dat de trainingsleer waterdicht is – inhoudelijke perfectie. Maar om een wheeler te coachen, moet je ook weten hoe het zit met de afstelling van de stoel. Dat maakt de overstap van een valide coach niet zo evident. Je kan bijvoorbeeld ook niet op hartslag trainen.”

Er zit nog méér veerkracht en wendbaarheid achter rolstoelatleten dan achter andere topsporters – en bijgevolg meer verhalen. Maar Peter Genyn wil eigenlijk vooral afgerekend worden op zijn topprestaties: “Ik wil bekend zijn om mijn sport, niet om mijn handicap.”

Schrijf je in op de wekelijkse HR-nieuwsbrief

Ook interessant

LEES MEER