Vlaanderen telt momenteel ongeveer 195.000 niet-werkende werkzoekenden, maar dat zijn lang niet de enigen die in aanmerking kunnen komen voor een job. Tegelijkertijd zijn tal van werkgevers haast wanhopig op zoek naar medewerkers. Waarom vinden ze elkaar zo moeilijk? Wat loopt er mis? En – vooral – hoe kan die kloof gedicht worden?
Met die vragen trokken we naar professor Sarah Vansteenkiste, Coördinator Steunpunt Werk – Onderzoekscentrum voor Arbeidsmarktmonitoring aan de KU Leuven, adviseur voor de Vlaamse minister van Werk en docent Work and Organisation Studies aan de KU Leuven. Hoe trekken we de Vlaamse arbeidsmarkt vlot? Die vraag stelden we haar vanuit drie perspectieven.
Vraag 1: Hoe ziet de Vlaamse arbeidsmarkt er vandaag uit?
Dankzij de drastische uitbreiding van de mogelijkheden op tijdelijke werkloosheid veroorzaakte de coronacrisis geen plotse piek in de reguliere werkloosheidscijfers. Bovendien zette het herstel van zowel het consumenten- als ondernemersvertrouwen al gauw in na de eerste maanden van lockdown, ook al bleven enkele sectoren uiteraard in de problemen zitten, horeca en cultuur voorop.
Hoe dan ook, de gevreesde meltdown bleef uit en prompt weerklonken dezelfde kreten als voor de pandemie: vele vacatures blijven openstaan – met de nadruk op láng openstaan. Ondertussen wordt de lijst met knelpuntberoepen niet bepaald korter.
“Toch is er ook een toename opgetekend in de reguliere werkloosheid, met name van mensen die al voor de coronacrisis werkloos waren en inmiddels langdurig werkloos geworden zijn”, meldt professor Sarah Vansteenkiste.
“Dat is wel degelijk een probleem, want hoe langer iemand werkloos blijft, hoe moeilijker de weg naar de arbeidsmarkt terug te vinden is. Werkgevers vrezen immers dat de skills van deze kandidaten niet meer up-to-date zijn, dat ze minder snel inzetbaar zijn.”
Als werkgevers op die manier naar een deel van de beschikbare arbeidskrachten kijken, ligt een deel van het probleem dus bij hen.
Misschien willen ze gewoon met z’n allen in een te kleine vijver vissen, een poel met alleen perfecte exemplaren.
Op dat punt komen we straks terug, eerst brengen we de algemene situatie van de arbeidsmarkt in kaart. “En daarin kampen we momenteel met dezelfde structurele factoren als in de jaren voor de coronapandemie losbarstte”, constateert Sarah Vansteenkiste. “Eerst en vooral is er de forse vergrijzingsgolf die op ons af komt met nu al een grote uitstroom van 55-plussers. In Vlaanderen krijgen we 77.000 vervangingsvacatures per jaar en dat tot en met 2030. Tegelijkertijd komen er te weinig jongeren op de arbeidsmarkt, al zeker niet voldoende om die uitstroom te compenseren. Je krijgt meer uitstroom en te weinig instroom, zodat de bevolking op arbeidsleeftijd daalt. Dat merk je aan de spanningsindicator, het aantal werkzoekenden per openstaande vacature die steevast strakker wordt.”
Een tweede structurele factor is niet eens zichtbaar in de arbeidsmarktcijfers: een grote groep mensen op arbeidsactieve leeftijd werkt niet en is ook niet meteen van plan om op zoek te gaan naar werk.
Sarah Vansteenkiste zoomt in: “Het gaat om verschillende groepen met verschillende drempels op de weg naar bezoldigd werk. Een eerste groep kan niet aan het werk wegens ziekte of andere fysieke of mentale problemen. Een tweede groep zijn huisvrouwen – ik spreek over huisvrouwen omdat vrouwen ruim 93% van deze groep uitmaken. Het gaat om 122.000 mensen of 3,2% van de bevolking op arbeidsactieve leeftijd in Vlaanderen, die dus helemaal niet op zoek zijn naar bezoldigd werk. Enerzijds vind je daar vele 50-plussers, vaak van Belgische herkomst, mensen die doorgaans al lange tijd afwezig zijn op de arbeidsmarkt en daar ook geen interesse meer in hebben. Hun aantal daalt wel, omdat steeds meer jonge vrouwen aan het werk gaan en blijven. Anderzijds heb je toch ook nog een grote groep jongere vrouwen in deze categorie en zij hebben vaak een migratieachtergrond (van buiten de EU-27). Zij participeren onder andere al minder in de kleuterschool, worden meer gestuurd naar de B-stroom en die problemen sijpelen door doorheen heel hun onderwijscarrière.”
Ten slotte is er een derde groep van mensen die ontmoedigd zijn om nog naar werk te zoeken, voegt Sarah Vansteenkiste eraan toe: “Ze hebben bijvoorbeeld keer op keer discriminatie ervaren bij een sollicitatie of ze hebben steeds weer te horen gekregen dat ze niet over de juiste vaardigheden beschikken. Zelfs mobiliteitsproblemen kunnen de stap naar werk verhinderen.”
De rest van het interview – welke maatregelen het beleid best neemt en wat je als werkgever kan doen om de krapte te milderen – lees je in Het Grote #ZigZagHR Trendrapport