België is ziek

De pijnpunten van de Belgische arbeidsmarkt zijn intussen bekend en in het verleden reeds uitvoerig beschreven: lage werkzaamheidsgraad, lage activiteitsgraad, hoge loonkost, lage mobiliteit tussen werk, werkloosheid en inactiviteit, grote verschillen tussen de gewesten, Brussel, een hoog aandeel laaggeschoolden, een omvangrijke zwarte arbeidsmarkt, publieke sector blokkeert gedeeltelijk de arbeidsmarkt, beperkte contractuele flexibiliteit, beperkte vooruitgang,…

Indien Vlaanderen de werkzaamheidsgraad duurzaam wil optrekken naar 80 % is het duidelijk dat ook naar het segment inactieven moet worden gekeken. En het segment inactieven is uiterst heterogeen: het gaat zowel om studenten, burgers die gezinsactiviteiten verrichten of zorg dragen voor anderen en dus ook om zieken en invaliden. Het voorbije decennium zijn deze de belangrijkste groep geworden binnen de inactieven. Eén op vier (25.3%) inactieven in België behoort tot deze categorie. Dit aandeel gaat in stijgende lijn. In 2010 bedroeg het aandeel 15.7%. Het aandeel zieken en invaliden binnen de inactieve populatie is hoger dan gemiddeld in Europa (19.6%). Maar ook in Europa is de trend stijgend (2010 14.1%). Het is dus hoog tijd om de analyses die we eerder verrichtten inzake werk, werkloosheid en inactiviteit aan te vullen met deze over de groep zieken en invaliden. De basisvraag luidt dan hoe brengt België het er in vergelijking met Europa van af? Een uitgebreide analyse lees je in dit rapport, een samenvatting krijg je hieronder.

België heeft in vergelijking met rest van Europa hoog aandeel zieken en invaliden

Het aandeel zieken en invaliden in dit land is de laatste tien jaar sterk gestegen. Uit onderzoek van Randstad Research blijkt nu ook dat de stijging in België de voorbije tien jaar veel sterker was dan in de rest van Europa. De aanname dat vergrijzing, de communicerende vaten tussen werkloosheidsstelsel en het stelsel van ziekte en invaliditeit en de veranderende arbeidsomstandigheden de verklaring vormt voor deze stijging klopt niet.

Dat België een hoog aandeel inactieven (26%) heeft in de leeftijdscategorie 20-65 jaar is intussen geen geheim meer. Slechts vier landen scoren in deze slechter (Griekenland, Roemenië, Kroatië en Italië). Binnen deze heterogene groep zijn de zieken en invaliden de belangrijkste groep.

Ongeveer één op vier inactieven is ziek of invalide.

Uit een vergelijking met de rest van Europa blijkt dat slechts twee landen in de EU een hoger aandeel zieken en invaliden hebben (Nederland en Denemarken). België heeft met 6.4% een hoog aandeel inactieven ten gevolge van ziekte en/of invaliditeit. Het Europees gemiddelde bedraagt 4.3%. Onrustwekkend is dat de kloof met de rest van Europa sterk is vergroot. Deze kloof bedroeg in 2010 slechts 0.7 pp en is in 2019 opgelopen tot 2.1 pp.

Vergrijzing

Dat het aandeel zieken en invaliden zo snel is gegroeid de voorbije jaren kan niet teruggevoerd worden op de vergrijzing. Het zijn in Europa niet de meest grijze landen (Duitsland en Italië) die de meeste zieken en invaliden tellen. En omgekeerd behoren de landen met het hoogste aandeel zieken en invaliden (waaronder België) niet tot de grijze landen binnen Europa. Slechts zeven landen in de EU zijn ‘jonger’ dan België.

Communicerende vaten

Dat de stijging van het aandeel zieken en invaliden een logisch gevolg is van de meer activerende aanpak in het stelsel van de werkloosheid wordt ook niet door de Europese cijfers bevestigd. In Europa daalde de werkloosheid veel meer dan dat het aandeel zieken en invaliden steeg. In gans Europa daalde de werkloosheid de voorbije tien jaar maar slechts in ongeveer de helft van de landen was er een stijging van het aandeel zieken en invaliden.

Dat er in België een meer dan gemiddelde stroom vanuit werkloosheid naar inactiviteit is geweest heeft dus vooral intern institutionele oorzaken. Het meest waarschijnlijke is dat andere landen de poortwachterfunctie van het stelsel ziekte en invaliditeit beter hebben bewaakt dan België.

Arbeidsomstandigheden

Tenslotte is er de aanname dat de wijzigende arbeidsomstandigheden een belangrijke oorzaak zijn van de stijging van het aandeel zieken en invaliden. Maar ook dit is moeilijk hard te maken vanuit statistische bronnen. België scoort inzake arbeidsomstandigheden goed tot gemiddeld in Europa en is nooit in de onderste regionen te vinden. België kent ook minder dan gemiddeld nachtwerk.

De unieke positie van België

België combineert een minder dan gemiddelde werkzaamheidsgraad met een hoger dan gemiddelde ziekte en invaliditeitsgraad en is daarmee redelijk uniek in Europa. Wallonië en Brussel combineren een hoge ziekte en invaliditeitsgraad met een hoger dan gemiddelde werkloosheidsgraad. Vlaanderen (5.7) en Brussel (5.9) scoren onder en Wallonië (7.5) boven het Belgische niveau maar ook de eerste twee gewesten noteren boven het Europese gemiddelde.

De communautaire verschillen kunnen wel een rol spelen in de politieke slagkracht om het probleem aan te pakken.

Wat te doen?

Alle betrokken actoren zouden om te beginnen het probleem moeten erkennen. Het huidig stelsel inzake ziekte en invaliditeit functioneert onvoldoende en de recent sterk groeiende kloof met de rest van Europa zou minstens tot een hogere sense of urgency moeten leiden. De genomen maatregelen de voorbije jaren zijn duidelijk onvoldoende. De grootste slachtoffers van het systeem zijn de betrokken mensen zelf. Het zal vermoedelijk toch de politiek moeten zijn die in deze het initiatief moet nemen. Het is niet heel waarschijnlijk dat de vele actoren in het huidig systeem (artsen, mutualiteiten, vakbonden, werkgevers, preventiediensten …) dit zelf kunnen oplossen.

Download hier de volledige studie

Schrijf je in op de wekelijkse HR-nieuwsbrief

Ook interessant

LEES MEER