Op amper een jaar tijd heeft een derde van de Vlamingen geproefd van AI-tools om tekst, beeld of audio te genereren, zo blijkt uit de imec.digimeter. Eén Vlaming op vijf gebruikt die tools maandelijks, vooral als hulp bij werk of studie. Tegelijk groeit de groep die zich zorgen maakt om een negatieve impact van AI. De digitale kloof blijft bestaan, en krijgt er zelfs een dimensie bij.
2023 was voor de Vlaming het jaar van de AI-erlebnis: een voorheen weinig zichtbare, abstracte technologie kwam boven water met tastbare consumententoepassingen als ChatGPT. 80% heeft het leren kennen. Eén Vlaming op de drie heeft het al gebruikt, 18% heeft het geïmplementeerd in het dagelijkse leven en geldt als een ‘gewoontegebruiker’. Bij 18- tot 24-jarigen liggen de cijfers nog hoger: 42% is gewoontegebruiker. En wie het gebruikt, boekt naar eigen zeggen efficiëntiewinst.
In de geschiedenis van de imec.digimeter zijn er geen technologieën of platformen te vinden die een even snelle en brede verspreiding opgetekend hebben als generatieve AI-tools zoals ChatGPT. De twee meest disruptieve platformen van de voorbije 10 jaar, Netflix en TikTok, bereikten een vergelijkbaar marksegment pas -respectievelijk- 3 en 6 jaar na hun lancering.
“Na het internet en de smartphone met mobiel internet, vormen AI-tools de volgende grote digitale golf. Die golf wordt onthaald op grote belangstelling van de Vlaming en met grote verwachtingen voor toekomstige applicaties – maar toch ook met een zekere argwaan”, duidt Lieven De Marez, professor nieuwe communicatietechnologieën bij mict – een imec-onderzoeksgroep aan de UGent.
Digitale kloof: een kwestie van hebben, kunnen, willen en… efficiënter kunnen
Zo blijkt er voor een groeiende groep Vlamingen een rem te staan op het AI-enthousiasme. 56% (+11 procentpunten) maakt zich zorgen om de impact van AI op hun privacy, 64% (+18 procentpunten) maakt zich zorgen over de negatieve impact die AI kan hebben. Het gaat dan vooral om de bezorgdheid dat AI meer foutieve informatie kan helpen verspreiden (71%), de bezorgdheid om zelf niet meer het onderscheid te kunnen maken tussen wat door een mens en wat door AI is gemaakt (64%) en de bezorgdheid dat AI in de toekomst de eigen job kan overnemen (35%).
Die bezorgdheden kunnen een verklaring zijn waarom de helft van de Vlamingen die komen snuffelen aan generatieve AI-tools, toch geen gebruikers worden. Vooral wie bij de vorige digitale golven al worstelde met zaken als de digitale balans, privacy, fake news en cybersecurity, geeft deze technologie niet het voordeel van de twijfel, en keert terug naar de oude manier om dingen te doen – zonder AI.
“Artificiële intelligentie voegt zo een nieuwe dimensie toe aan de klassieke digitale kloof”, merkt De Marez op. “Na toegang (de technologie hebben), vaardigheden (ze kunnen gebruiken) en attitudes (ze willen gebruiken), wordt de kloof nu ook een kwestie van efficiëntie (snel en efficiënt zijn). Wie het omarmt, kan zich efficiënter door de digitale samenleving begeven dan wie dat niet doet.”
De kloof dichten
In de vorige editie van de imec.digimeter bleek dat de coronacontext geleid heeft tot een digitale versnelling. Met de doorbraak van AI-tools komt er vrijwel onmiddellijk een nieuwe acceleratie. Tijd om op adem te komen is er niet geweest, en dat geeft de Vlaming ook aan: 51% (+2 procentpunten) zegt dat het allemaal wat te snel gaat. Amper één op vijf kan zonder enig probleem mee met de volgende digitale golf – ruim driekwart van de Vlamingen heeft hulp nodig. De komende tijd zullen er nog meer AI-gebaseerde toepassingen het licht zien. Hoe vermijden we dat we eindigen met een gespleten digitale samenleving?
“Maar ook attitude speelt een belangrijke rol in de adoptie van nieuwe innovaties. Dat hebben we het afgelopen jaar ook gezien met de generatieve AI-tools, die slechts doorbraken bij een deel van de Vlamingen. De overheid kan een belangrijke rol spelen om de digitale kloof te overbruggen: de Vlaming ondersteunen om de digitale balans onder controle te krijgen, verder inzetten op mediawijsheid, en oplossingen ontwikkelen die de Vlaming meer controle geven over het gebruik van persoonlijke data”, besluit De Marez.