In juli en augustus verwerven heel wat studenten wat extra inkomen door een vakantiejob. Werkgevers zien deze goedkope, flexibele arbeidskrachten heel graag komen en studentenjobs zijn ook een troef voor je cv, zo blijkt uit deze recente blogpost van Professor Stijn Baert en postdoctoraal onderzoeker Brecht Neyt waarin ze recent studiewerk samenvatten. Maar ook deze medaille heeft een keerzijde…
Wanneer werkgevers beslissen welke pas afgestudeerden op gesprek mogen komen en wie uiteindelijk mag beginnen, baseren ze zich vaak op cv’s waar weinig informatie in staat. Kenmerken zoals motivatie, maturiteit en ambitie zijn niet meteen zichtbaar in een cv. De economische signaaltheorie voorspelt dat werkgevers de zaken die ze kunnen observeren, zullen gebruiken als een signaal voor wat ze niet kunnen zien. De mate waarin studentenarbeid een dergelijk signaal is, gingen Stijn Baert en Brecht Neyt na samen met collega’s Eva Van Belle (VUB), Ralf Caers (KU Leuven) en Marijke De Couck (Odisee).
In dit onderzoek, dat gepubliceerd werd in het gekende peer reviewed vakblad Economics of Education Review, dienden recruiters een keuze te maken tussen afgestudeerden van het hoger onderwijs met verschillende eigenschappen, waaronder al dan niet gewerkt hebben als jobstudent.
Het ging daarbij om één van de volgende soorten:
- studentenarbeid tijdens de zomermaanden en zonder inhoudelijke link met de studies,
- studentenarbeid tijdens de zomermaanden met een link met de studies of
- studentenarbeid die zowel tijdens de zomermaanden als tijdens het academiejaar gebeurde, zonder inhoudelijke link met de studies.
Duidelijke voorkeur voor gewezen jobstudenten
De recruiters die deelnamen aan het experiment bleken een duidelijke voorkeur te hebben voor jobkandidaten met studentenarbeid op het cv.
Het effect van studentenarbeid is weliswaar lager dan het behalen van een (grote) onderscheiding en van extra-curriculaire activiteiten zoals vrijwilligerswerk, maar wel sterker dan dat van de studies afronden zonder studievertraging.
Signaal van betere werkhouding
Uit het onderzoek naar mogelijke verklaringen blijkt ten eerste dat de recruiters gewezen jobstudenten duidelijk hoger inschatten op vlak van zes kenmerken die te maken hebben met werkhouding:
(1) algemene werkattitude;
(2) maturiteit;
(3) verantwoordelijkheidszin;
(4) respect voor autoriteit;
(5) motivatie;
(6) ambitie.
De inschatting dat gewezen jobstudenten het beter doen wat deze kenmerken betreft, is meer uitgesproken voor degenen die een studentenjob in het verlengde van hun studies hadden.
Signaal van beter sociaal netwerk en betere opleidbaarheid
Naast een betere werkhouding worden kandidaten met studentenarbeid op het cv ook meer (algemene) vaardigheden toegedicht. Een effect op hun ingeschatte kennis wordt daarentegen niet gevonden.
Een laatste verklaring die in de wetenschappelijk literatuur beschreven werd maar nog nooit rechtstreeks getest, is de inschatting dat afgestudeerden met ervaring als jobstudent gemakkelijker op te leiden zullen zijn. Ook dit wordt bevestigd in ons experiment, zij het enkel voor degenen die een studentenjob in de lijn met hun studies deden. Deze groep wordt door de recruiters als duidelijk beter opleidbaar ingeschat.
Rem op de studies?
Dat het gedaan hebben van studentenjobs niet gezien wordt als een signaal van meer kennis, hoewel die in sommige jobs zeker wordt opgedaan, kan samenhangen met de volgende nuance op bovenstaand positief verhaal.
In onze overzichtsstudie van 48 wetenschappelijke publicaties naar de impact van studentenarbeid op studieresultaten, zagen we dat in 42 studies de balans eerder negatief was. Wat daarbij zeer opvallend was, was dat studentenarbeid tijdens een opleiding in het hoger onderwijs de studieprestaties sterker lijkt te schaden dan studentenjobs tijdens studies in het secundair onderwijs.
Doorheen de wetenschappelijke evidentie komt duidelijk naar voren dat vooral studenten met intensieve jobs (met meer dan acht uur werken per week) het moeilijk hebben om dezelfde prestaties te leveren dan studenten zonder een job.
Uit onderzoek bij Vlaamse studenten blijkt het belangrijk te zijn waar studenten met een baan hun prioriteiten leggen. Deze studenten werden bevraagd in welke mate zij ‘primair georiënteerd’ waren richting hun studies dan wel richting de arbeidsmarkt.
Studenten die hun studies met een baan combineerden, maar zich in de eerste plaats identificeerden met hun studies, ondervonden geen negatieve impact op hun studieprestaties.