Hoe kijken specialisten aan tegen de pensioenhervorming die op tafel ligt? Is dit een stevige stap in de goede richting of is er meer nodig? En welke prioriteiten zien zij om ons pensioenstelsel future proof te maken? Prof. Yves Stevens (KUL), Prof. Jean Hindriks (UCL), Prof. Hans Van Meerten (Universiteit Utrecht) en Heidi Cortois, Chief Commercial Officer bij NN, kruisten de degens tijdens de NN Pension Day. Je leest hier hun belangrijkste conclusies.
Pensioenhervorming: structureel of niet?
Eén van de nieuwigheden in de voorgestelde pensioenhervorming is dat je minstens twintig jaar moet werken om in aanmerking te komen voor het minimumpensioen. Voorts wordt er onder andere in een aanpassing van de perequatie bij ambtenarenpensioenen voorzien, alsook een verdubbeling van de Wijninckx-bijdrage en een pensioenbonus die netto in plaats van bruto uitgekeerd wordt.
“Toch is het helemaal geen hervorming”, verrast Jean Hindriks.
“Er verandert structureel niks. Tien jaar geleden hebben we al voorgesteld om af te stappen van eenzelfde wettelijke pensioenleeftijd voor iedereen, en te kiezen voor de duur van de loopbaan als doorslaggevend criterium. Wie vroeger start, moet ook vroeger kunnen stoppen. Hoewel dat idee veel bijval kreeg, is het meteen afgevoerd door de regering-Michel, die de wettelijke pensioenleeftijd stapsgewijs verhoogde tot 67 jaar. Nochtans zitten we met een vertrouwenscrisis in ons pensioenstelsel: veel jongeren hebben schrik dat ze later geen wettelijk pensioen meer zullen krijgen.”
Toch is het niet zo wereldschokkend dat er geen structurele hervorming aangekondigd wordt, vindt Yves Stevens. “In het regeerakkoord was ook helemaal geen sprake van een structurele ommezwaai. Gelet op de politieke evenwichten in ons land pleit ik eerder voor evolutie dan voor revolutie. Want een revolutie gaat niet lukken, denk ik.”
“Halve oplossingen zijn geen oplossingen”
Heidi Cortois was het daarmee alvast helemaal niet eens:
“Met kortetermijningrepen zoals de circulaire over de 80%-regel bereik je niks, en ga je zeker het vertrouwen van de mensen niet vergroten. Integendeel zelfs. Bovendien moeten we met zijn allen langer werken. In België is slechts iets meer dan de helft van de mensen tussen 55 en 64 jaar aan het werk. In Nederland is dat 73%. Wat en verschil! En ten slotte is het belangrijkste dat we mensen een perspectief bezorgen en tools aanreiken om een financieel onbezorgde oude dag door te brengen. Daarvoor hebben we een wettelijk pensioen nodig, maar ook een sterke tweede en derde pijler.”
Ook Jean Hindriks pleit voor drastische maatregelen:
“Halve oplossingen zijn geen oplossingen. Er is dringend veel meer transparantie nodig in ons pensioenstelsel. Laat ons ook niet vergeten dat de kosten voor de eerste pijler op vijftien jaar tijd verdubbeld zijn tot 60 miljard euro. Elk jaar komt er twee miljard euro bij. Je zou denken: dat is logisch, omdat er meer gepensioneerden bijkomen. Maar dat is niet de juiste verklaring. De helft van die kostenstijging komt door de herwaardering van pensioenen. En sinds dit jaar daalt de actieve beroepsbevolking in ons land, terwijl het aantal 65-plussers stijgt. Tijd voor actie dus.”
In Nederland is er wel een structurele pensioenhervorming in gang gezet. Alle opgebouwde pensioenrechten in de tweede pijler worden automatisch omgezet in een nieuw defined contribution-pensioencontract. Bij dit type contract staat tijdens de pensioenopbouw de premie vast, maar de latere uitkering niet. “Heel drastisch. Het is zelfs zo ongezien in de wereld dat ik me zelfs afvraag of dit niet wat onbezonnen is.”, volgens Hans Van Meerten.
Pensioenbonus
De pensioenhervorming houdt ook in dat er, inmiddels voor de derde keer, een pensioenbonus ingevoerd wordt voor wie langer doorwerkt. Bij de voorstelling daarvan werd beklemtoond dat dit budgettair weinig impact zou hebben. “Onterecht”, aldus Jean Hindriks. “We maken mensen wijs dat dergelijke maatregelen niks kosten, maar dat is gewoon bedrog.”
Yves Stevens was heel wat optimistischer over de pensioenbonus:
“Bij de invoering van de vorige twee pensioenbonussen heb ik telkens gezegd dat dit niet zou werken. Nu denk ik dat het wel kan. Het gaat over een netto-uitkering tussen 20.000 en 40.000 euro, wat voor veel arbeiders heel veel geld is. Ik ben dus minder cynisch dan Jean.”
Cappucinomodel
Als het over pensioenen gaat, dan worden vaak de vier pijlers vermeld: het wettelijk pensioen (eerste pijler), aanvullende bedrijfspensioenen (tweede pijler), fiscaal voordelige individuele spaaroplossingen (derde pijler) en niet-fiscaal vrij sparen (vierde pijler).
Yves Stevens stelt vast dat er wereldwijd een evolutie ontstaat waarbij er in de pensioenopbouw verschillende lagen ontstaan waarvan de fiscale incentives elkaar in zekere mate bufferen. “Dit cappucinomodel was ook voorzien in de fiscale voorstellen van Minister Van Peteghem. De verschillende pensioenpijlers worden aan elkaar gekoppeld. En tegelijkertijd is het belangrijk dat er nagedacht wordt over arbeidsvormneutrale pensioenen, onafhankelijk van het statuut van mensen.”
Volgens Jean Hindriks is dat cappucinomodel goed voor 1% van de bevolking, maar niet voor de overige 99%. Hij pleit eerder voor een verbreding en verdieping van de tweede pijler en benadrukt de complementariteit van de verschillende pijlers. “Om ideologische redenen worden beide pijlers soms tegen elkaar afgewogen, en dat is erg jammer.”
Gedateerd pensioenstelsel
“Ons pensioenstelsel is absoluut niet meer aangepast aan de actuele maatschappij”, stelde Heidi Cortois. “Waarom maken we bijvoorbeeld nog steeds een onderscheid tussen gehuwden en wettelijk samenwonenden? En hoe kan je verklaren waarom het wettelijk pensioen van een ambtenaar gemiddeld driemaal hoger is dan dat van een zelfstandige? En dat niet-werken soms voordeliger is dan werken? We moeten naar een grondige hervorming.”
Dat wordt beaamd door Jean Hindriks:
“België is het land waar je vandaag het minst aan koopkracht wint als je blijft werken na je vervroegd pensioenleeftijd. Ik geef nog een voorbeeld: als je bijvoorbeeld op je 62ste in goede gezondheid met vervroegd pensioen gaat, dan mag je niet meer werken. Maar van zodra je de wettelijke pensioenleeftijd bereikt, enkele jaren later, mag je terug onbeperkt bijverdienen. Wie begrijpt dit nog? Het pensioenstelsel is absoluut niet meer van deze tijd. We moeten er met de grove borstel door.”