Be A He(a)ro geeft workshops die leidinggevenden in staat stellen om mentale alarmbellen en noodkreten op de werkvloer tijdig te detecteren en mensen door te verwijzen naar de juiste experten. Tijdens de pilot van de workshop ontmoette ik medewerkers van het Centrum ter Preventie van Zelfdoding (CPZ). Over hun vraag wat elke deelnemer kon doen om zelf een verschil te maken, moest ik niet lang nadenken: het thema uit de taboesfeer halen en bespreekbaar maken. Dat was de aanleiding voor dit gesprek met CPZ-directeur Kirsten Pauwels: iedereen kan een verschil maken bij suïcidale preventie.
“De meest intense mens die ik ooit gekend heb”, zo omschrijven velen Peter De Prins, professor aan de Vlerick Business School. In de zomer van 2020 stapte hij uit het leven. Zijn echtgenote Veronique Van de Steen, een ervaren People & HR Manager, zijn vrienden en nabestaanden wilden iets doen om de nagedachtenis te eren. Zo ontstond Be A He(a)ro, het initiatief waarvoor ze samenwerken met het innovatieve strijkorkest Boho Strings (je volgt de workshop tussen het strijkorkest) en het Centrum ter Preventie van Zelfdoding (CPZ).
De situatie
Onthutsende cijfers, aangrijpende drama’s
De cijfers zijn onthutsend: 4,3% van de Belgische bevolking van 15 jaar en ouder heeft minstens één keer in hun leven een zelfmoordpoging ondernomen. Dat zijn 18.900 mensen die hebben geprobeerd een einde aan hun leven te maken in een periode van 12 maanden, zo lezen we in het jaarrapport van het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie (VLESP).
Elke dag sterven er in België vijf mensen door zelfdoding, van wie drie in Vlaanderen. Dat zijn 1095 Vlamingen per jaar.
Tien tot twintig keer zoveel mensen ondernemen dagelijks een poging. De verpletterende cijfers hebben de Vlaamse overheid er bij het begin van de 21ste eeuw toe aangezet om actieplannen voor suïcidepreventie te ontwikkelen. Daaruit volgden onder meer nummer 1813 voor de Zelfmoordlijn, de portaalsite Zelfmoord1813.be en het nauwe samenwerken met media om het thema bespreekbaar te maken. Mét impact, want het aantal zelfdodingen in Vlaanderen is tussen 2000 en 2018 geleidelijk gedaald.
Nochtans was er rond de eeuwwisseling behoorlijk wat debat of suïcidepreventie wel een taak was voor de overheid. Bevreemdend, als je weet dat er voor verkeersveiligheid nooit discussie was, hoewel het aantal slachtoffers in verhouding aanzienlijk lager ligt: in 2020 vielen er 254 doden bij verkeersongevallen in het Vlaams Gewest.
De preventie
Iedereen kan een verschil maken
“Ondertussen zijn we al óf nog maar – afhankelijk van hoe je het bekijkt – 20 jaar bezig met zelfmoordpreventie”, commentarieert Kirsten Pauwels, Directeur van het Centrum ter Preventie van Zelfdoding. “Het CPZ heeft twee grote opdrachten.
- Enerzijds is er de Zelfmoordlijn: wie hulp nodig heeft of zich zorgen maakt over iemand, kan er terecht via telefoon, chat of mail. We werken hiervoor met zo’n 260 vrijwilligers en studenten (Toegepaste) Psychologie, die elk van thuis uit gemiddeld 4 uur per week een luisterend oor bieden. Vrijwilligers krijgen een doorgedreven opleiding van 3 maanden.
- Anderzijds zorgen we voor de vermaatschappelijking van preventie: zelfdoding voorkomen is een missie waarin iedereen een rol kan spelen. Daarom bieden we verschillende soorten ondersteuning aan, gaande van vorming voor particulieren en bedrijven tot het helpen opstellen van een preventiebeleid. We willen preventieve handvatten geven. In het centrum zijn 22 medewerkers aan de slag en we werken nauw samen met het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie.”
“Zelfmoordpreventie is een verantwoordelijkheid van iedereen”, vindt Kirsten Pauwels. “Van de overheid: de maatschappelijke kost van mentale problemen en zelfdoding is aanzienlijk. Maar ook particulieren, scholen, verenigingen, zorginstellingen én werkgevers hebben hierin een opdracht: je hoeft geen psycholoog te zijn om signalen op te pikken of een vraag te stellen. We kunnen allemaal die openheid hebben en mensen met suïcidale gedachten aanmoedigen om hulp te zoeken.”
De werkvloer
Werk als risico of juist als beschermende factor
“Er is nooit één oorzaak”, stipt Kirsten Pauwels aan. “Wie uit het leven stapt, doet dat doorgaans omdat de risicofactoren zwaarder doorwegen dan de beschermende factoren. Het gaat om de combinatie van meerdere elementen, van wat je meegemaakt hebt in je leven, van een slepende psychologische aandoening of een mix van factoren binnen de sociale context.
Werk kán een risicofactor zijn, als de werkdruk onhoudbaar is bijvoorbeeld of als de context toxisch is, maar werk kan evengoed een beschermende factor zijn, een plek waar mensen zich goed voelen, fijne collega’s hebben, waar ze zingeving ervaren, waar ze als het ware tot rust komen. We brengen heel veel tijd door op het werk, dus door in te zetten op preventie op het werk kunnen we veel impact genereren.”
“Inzetten op preventie kan op drie niveaus”, verduidelijkt Kirsten Pauwels.
- “Het begint bij universele preventie: zorg dat mensen zich goed voelen op het werk.
- Het tweede niveau, selectieve preventie, zoomt in op specifieke groepen, op kwetsbare mensen.
- Het derde niveau is preventie voor medewerkers die al concrete zelfmoordgedachten hebben.
Als werkgever dien je op alle drie niveaus in te zetten.
Wij trainen leidinggeven en HR om het gesprek aan te gaan, om het thema organisatiebreed aan te kaarten, om teams te begeleiden bij de terugkeer van een collega na het ondernemen van een poging. Bedrijven contacteren ons ook doorgaans pas als er zich een (poging tot) zelfdoding heeft voorgedaan.”
De methode
Drie concrete tips
Kirsten Pauwels geef drie tips om zelfdoding bespreekbaar te maken op het werk:
Tip 1: Merk het op
“Eerst en vooral is het belangrijk om alert te zijn en duidelijk te maken dat je hebt opgemerkt dat het niet zo goed gaat. Dat is vaak een eerste stap om het gesprek aan te gaan. Ga er niet zomaar vanuit dat er thuis of elders een netwerk is waar de persoon op steun kan rekenen.”
Tip 2: Durf de vraag te stellen
“Wees niet bang om expliciet de vraag te stellen: denk je aan zelfmoord? Je brengt mensen hiermee niet op gedachten, integendeel. We durven die vraag niet stellen omdat het woord zelfmoord of zelfdoding te beladen is en omdat we bang zijn voor het antwoord. Weet dat wie suïcidaal is, in een tunnel zit. Het is net door het te benoemen, dat je een signaal geeft dat hij/zij het erover mag hebben. We noemen de Zelfmoordlijn om die reden ook heel bewust zo. Je neemt op die manier een groot deel van de druk weg.”
Tip 3: Stimuleer om (samen) hulp te zoeken
“Tenzij die persoon echt in een acute crisis zit, zal luisteren al heel waardevol zijn. Zorg er wel voor dat je weet of de persoon ergens terecht kan en als dat niet het geval is, ga je best op zoek naar wie je kan contacteren (huisarts, buurvrouw,…). Maak geen beloftes die je niet kan nakomen (ik zal het aan niemand verder vertellen, je mag me altijd bellen), maar ga op zoek naar professionele hulp.”
De boodschap
Voor HR
“Als HR kan je het thema bespreekbaar helpen maken”, beklemtoont Kirsten Pauwels.
“Onderschat de rol niet die je hierin kan opnemen.
En weet dat er ook een advieslijn is waar je als HR medewerker terecht kan: https://www.zelfmoord1813.be/aspha”
+++
Op zoek naar meer info over workshops en trainingen?
Je kan intekenen op gratis webinars of een workshop/opleiding in house organiseren.
Meer info: https://www.zelfmoord1813.be/samen-voorkomen
Ook vrijwilliger worden?
Het CPZ organiseert tweemaal per jaar opleidingen om de Zelfmoordlijn mee te kunnen beantwoorden.
Meer info: https://www.zelfmoord1813.be/word-vrijwilliger
+++
- Wie aan zelfmoord denkt of zich zorgen maakt over iemand anders, kan terecht op de Zelfmoordlijn, op het gratis nummer 1813, of op zelfmoordlijn1813.be.
- Nood aan een gesprek? Dan kan je 24/7 terecht bij Tele-Onthaal op het nummer 106.
- Je kan ook chatten via www.tele-onthaal.be
- Jongeren kunnen terecht bij Awel op telefoonnummer 102, of via chat op awel.be