De afbouw van het telewerken, vastgelegd in het algemene zomerplan, is van start gegaan. Dit plan moet de terugkeer naar kantoor vorm geven met als doel het psychosociaal welzijn van de werknemers en de teamgeest te bevorderen. Toch zal niet iedereen al elke dag terug naar kantoor mogen. Vanaf nu is het namelijk aan de werkgever om zijn eigen plan van afbouw uit te werken. “Hoewel de kantlijnen van de regering duidelijk zijn en werknemers de toestemming geven terug naar kantoor te gaan vanaf 1 juli, merken we bij heel wat bedrijven dat ze wachten tot na de zomer om de terugkeer naar kantoor in te zetten”, aldus Nathalie Callens, Senior Legal advisor bij Group S.
Elke onderneming dient zijn eigen plan van afbouw uit te werken
In het algemene zomerplan zit een afbouwplan rond het telewerken, waarbij de twee mijlpalen uiteraard op het kantoorwerken betrekking hebben. Op 9 juni een eerste versoepeling van het verplicht telewerk waarbij terugkeermomenten mogelijk zijn en een tweede op 1 juli waarbij het verplicht karakter van het telewerken afgezwakt wordt naar een sterke aanbeveling. Ook personeelsfeesten en teamactiviteiten zijn dan weer mogelijk. Nu de overheid de kantlijnen heeft uitgetekend, is het aan de ondernemingen om die in te vullen. Elke onderneming dient zijn eigen plan van afbouw uit te werken.
“Net daarom zullen we nog lang niet met zijn allen naar kantoor gaan”, ziet Nathalie Callens van Group S. “We merken dat bepaalde bedrijven de terugkeermomenten pas aan het einde van de zomer inplannen. Dit is vooral het geval bij bedrijven waar de afgelopen maanden heel uitzonderlijk op kantoor werd gewerkt. Het corona-telewerk zal dus voor veel bedrijven langer aanhouden tot na het verlof van hun medewerkers. Sommigen zien de komende verlofperiodes als reden om uit te stellen omdat het anders een huzarenstuk zou worden om de aanwezigheid van de personeelsleden op de werkvloer te plannen; anderen willen de komende maanden de tijd nemen om alles grondig te kunnen voorbereiden.”
Waar moet de werkgever op letten?
Het wegvallen van het verplicht karakter van het telewerk, zorgt ervoor dat er heel wat nieuwe kantlijnen zijn waar de werkgevers rekening mee moeten houden. Zo blijven preventiemaatregelen gelden: de werkgever moet nagaan of de genomen preventiemaatregelen ook volstaan om terugkeermomenten veilig te laten verlopen. De belangrijkste blijven uiteraard voldoende afstand bewaren, voorzien van ontsmettingen, voldoende ventilatie enzovoort… Indien nodig moet de werkgever de maatregelen aanpassen, in overleg met de bevoegde diensten voor preventie en bescherming op het werk en met inachtneming van het sociaal overleg. Daarnaast moeten werkgevers telewerk blijven aanbieden tot 30 juni 2021.
Er moet bovendien ook aandacht zijn voor de woon-werkverplaatsingen: bij het organiseren van mogelijke terugkeermomenten is de wijze van verplaatsing van en naar het werk een belangrijk criterium. Zo wordt carpooling best vermeden, evenals de verplaatsing met het openbaar vervoer tijdens de piekuren. Maar het belangrijkste blijft volgens Nathalie Callens van Group S communicatie: “Om jouw organisatie goed voor te bereiden op een gedeeltelijke terugkeer naar kantoor moet je vooral goed communiceren. Wie niet communiceert, verliest de band met zijn medewerkers. Medewerkers die terugkeren naar kantoor na een lange periode thuis te hebben gewerkt, hebben misschien een inloopperiode nodig. Maar je kan voor sommige functies ook meer glijdende werkuren voorzien.”
Wat als iemand ziek wordt?
Werknemers die zich ziek voelen, blijven het best thuis. De werknemer die met het coronavirus besmet is geraakt, verwittigt zijn werkgever zodat in kaart kan gebracht worden met welke collega’s eventueel een hoogrisico contact is geweest. De interne preventieadviseur alsook de externe medische dienst kunnen hier een belangrijke rol in spelen. Concrete maatregelen zullen dan afhankelijk van de situatie op de werkvloer genomen worden (ontsmetten van de werkplaats, naar huis sturen van collega’s die nauw in contact zijn geweest, werknemers laten testen).