De maand september is doorgaans één van de drukste periodes op de weg, maar dat valt dit jaar goed mee. De verklaring hoeven we natuurlijk niet ver te zoeken. Uit cijfers van Attentia blijkt dat Belgische medewerkers nog steeds een aanzienlijk deel van hun te presteren uren telewerken. Deze trend zal nog tot in 2021 aanhouden. En dat telewerk een blijver wordt, staat nu al vast. De crisis is het bewijs dat het structureel organiseren van telewerk een grote invloed op mobiliteit heeft en deze twee niet van elkaar kunnen losgekoppeld worden.
De verkeersdrukte en files op onze wegen zijn volgens het Verkeerscentrum de voorbije maand met 32 procent afgenomen tegenover dezelfde periode vorig jaar. Deze opmerkelijke statistiek ligt niet toevallig in lijn met cijfers over telewerk die Attentia verzamelde na een steekproef bij 70.000 medewerkers uit bedrijven met minstens honderd medewerkers. Sinds de uitbraak van COVID-19 is telewerk in veel bedrijven ingeburgerd geraakt, met een hoogtepunt in april toen bedienden maar liefst 40 procent van hun uren via telewerk presteerden. Bij directie- en kaderleden was dit zelfs 61 procent.
De piek in telewerk is intussen achter de rug, maar de trend is zeker niet verdwenen. In augustus werkten bedienden nog steeds 22 procent van hun uren op afstand, tegenover 40 procent bij kaderleden. Bij arbeiders is telewerk verwaarloosbaar, omdat deze werknemers in de meeste gevallen fysiek aanwezig dienen te zijn om hun werk uit te voeren.
Telewerk is een blijver
In het voorjaar waren veel bedrijven ook genoodzaakt om tijdelijke werkloosheid in te roepen. Arbeiders waren in de piekmaand april voor 39 procent van hun uren tijdelijk werkloos, bij bedienden was dat 22 procent. Intussen is de tijdelijke werkloosheid fors gedaald tot 4,5 procent bij arbeiders en 5,4 procent bij bedienden. En die trend zal zich ook in september vermoedelijk doorzetten, aangezien de regels rond het invoeren van tijdelijke werkloosheid verstrengd zijn.
Telewerk heeft vandaag een groot aandeel in het werkritme van de Belgische medewerkers en dat zal niet gauw meer veranderen. Eigenlijk zat telewerk voor corona ook al in de lift, maar de cijfers waren toen veel minder spectaculair. Zo presteerden bedienden en kaderleden voor COVID-19 gemiddeld slechts drie tot vijf procent van hun uren via telewerk. Die cijfers geven volgens Attentia een vertekend beeld, aangezien telewerk toen in weinig bedrijven structureel geregeld werd en dus ook in de meeste gevallen niet werd geregistreerd. In ieder geval heeft corona deze trend in een stroomversnelling gebracht.
Telewerk en mobiliteit zijn bovendien duidelijk nauw met elkaar verbonden. Uit de analyse van Attentia blijkt dat het gebruik van de privéwagen voor woon-werkverkeer (met een woon-werkvergoeding) de voorbije maanden fors is afgenomen. In april was er bij arbeiders sprake van een daling van 43% procent in vergelijking met de maand januari, traditioneel een van de drukste maanden op de weg. Bij bedienden daalde het gebruik van de privéwagen met 49,5 procent. Sinds augustus is de situatie wel genormaliseerd. Ook het gebruik van de fiets, die al verschillende jaren in de lift zit voor woon-werkverplaatsingen, is tijdelijk gedaald.
Structureel telewerk
De impact van telewerk op mobiliteit is ook werkgevers niet ontgaan. Zij kijken nu hoe ze telewerk optimaal en structureel in de onderneming kunnen installeren. Dan gaat het over het telewerkbeleid. Maar daarnaast is ook mobiliteit daar onlosmakelijk aan gekoppeld. Zo vragen veel bedrijven zich af wat te doen met de budgetten die ze aan mobiliteitsvergoedingen geven als de medewerkers voortaan veel meer van thuis werken.
“Vandaag is er vooral nood aan flexibele oplossingen, afhankelijk van het afgesproken thuiswerkregime per werknemer. Waarom zou een bedrijf bijvoorbeeld een voltijds abonnement voor openbaar vervoer betalen als een medewerker een deel van de tijd aan telewerk doet? Indien een medewerker slechts een beperkt aantal woon-werkverplaatsingen per week moet doen, bestaat de kans bovendien dat hij gaat nadenken over alternatieve vervoersoplossingen om naar het werk te gaan. Misschien is een combinatie van een bedrijfsfiets met een te besteden budget binnen een flexibele mobiliteitsapp (“Mobility as a Solution”) voor deze medewerker een valabel alternatief”, zegt Katrien Nijs, Senior Legal Consultant bij Attentia.
Intussen is Attentia als belangrijke HR- en Well-being dienstverlener in België volop aan het meewerken aan oplossingen voor het telewerkbeleid van werkgevers. Verwacht wordt dat de impact van corona zich nog minstens tot in 2021 zal laten voelen, maar het ligt voor de hand dat telewerk in veel organisaties structureel zal worden ingebed. Telewerk zal in het “nieuwe normaal” dus een blijvende impact hebben op onze pendelbewegingen en de bijhorende verkeersdrukte.
“Dat telewerk een blijver is, staat buiten kijf. We evolueren effectief naar een hybride vorm van werken waarbij medewerkers werken van thuis afwisslen met werken op kantoor”, zegt Yves Labeeu, Tax & legal consultant bij Attentia. “We zien nu al dat werkgevers zoeken naar oplossingen om het vrijgekomen budget voor de woon-werkvergoeding naar opties voor telewerk te kunnen overdragen. Denk maar aan een extra beeldscherm of een ergonomische bureaustoel voor in het thuiskantoor. Dat de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid zich hierin opvallend flexibel opstelt, is een teken dat we telewerk ernstig mogen nemen. Het is duidelijk dat het telewerkbeleid en het mobiliteitsbeleid vandaag de dag onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.”