Sinds het begin van het nieuwe schooljaar neemt het aantal klassen of scholen dat moet sluiten omdat er op school gevallen van het coronavirus zijn gesignaleerd, sterk toe. Als gevolg daarvan zullen sommige werknemers van het werk afwezig moeten blijven om hun kind dat in quarantaine moet worden geplaatst, op te vangen. Voor deze specifieke situatie aanvaardt de RVA voortaan dat de werknemer tijdelijk werkloos gesteld kan worden wegens overmacht. Dat blijkt uit de laatste bijwerking van de FAQ van de RVA. Catherine Legardien, Legal Expert bij Partena Professional, legt alles uit.
Principe
De werknemer die geconfronteerd wordt met een probleem van opvang omdat:
- een minderjarig kind dat met hem samenwoont hetzij niet naar het kinderdagverblijf kan gaan, hetzij niet naar school kan gaan, omdat het kinderdagverblijf, de school of een deel van de school wordt gesloten als gevolg van een maatregel om de verspreiding van het coronavirus te beperken,
- een gehandicapt kind dat hij ten laste heeft, ongeacht de leeftijd van dat kind, niet naar een centrum voor opvang van gehandicapte personen kan gaan, omdat dit centrum wordt gesloten als gevolg van een maatregel om de verspreiding van het coronavirus te beperken,
kan voor de duur van de onmogelijkheid om naar het kinderdagverblijf, de school of het centrum voor opvang te gaan, aanspraak maken op uitkeringen als tijdelijk werkloze wegens overmacht. Dit geldt op voorwaarde dat hij een attest van het kinderdagverblijf, de school of het centrum voor opvang voor personen met een handicap aflevert (en dat hij voldoet aan de overige vergoedbaarheidsvoorwaarden daartoe).
Procedure
De procedure die de werkgever moet volgen om de werknemers (die geconfronteerd worden met een sluiting van het kinderdagverblijf, de school of het centrum) aan te geven als tijdelijk werkloos wegens overmacht varieert naargelang de onderneming/sector al dan niet uitzonderlijk hard getroffen is door de coronacrisis.
Ondernemingen/sectoren die uitzonderlijk hard getroffen zijn door de coronacrisis
De werkgever kan alleen een beroep doen op de vereenvoudigde procedure van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ‘COVID-19’ (door alleen een ASR – scenario 5 te doen) voor de werknemers (die geconfronteerd worden met een sluiting van het kinderdagverblijf, de school of het centrum) als de onderneming:
- uitzonderlijk hard getroffen is door de coronacrisis (zie onze Infoflash ‘Coronacrisis: tijdelijke werkloosheid na 31 augustus’) of,
- behoort tot een sector die uitzonderlijk hard getroffen is door de coronacrisis (zie onze Infoflash ‘Coronavirus: de lijst van zwaar getroffen sectoren is gepubliceerd’).
Ondernemingen/sectoren die niet uitzonderlijk hard getroffen zijn door de coronacrisis
Als de onderneming niet voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de vereenvoudigde procedure van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ‘COVID-19’, moet de werkgever de gewone procedure van tijdelijke werkloosheid wegens (klassieke) overmacht volgen. Hij zal dan alle formaliteiten moeten vervullen die nodig zijn voor dit type van werkloosheid (d.w.z. de overmacht meedelen aan de RVA, een ‘ASR scenario 2’ doen bij het begin van de periode van tijdelijke werkloosheid, aan de werknemer het controleformulier C3.2A afleveren op de eerste effectieve werkloosheidsdag van de maand, een ‘ASR scenario 5’ doen op het einde van elke kalendermaand).
Opgelet!
We herinneren er ook aan dat momenteel in de Kamer een wetsvoorstel wordt besproken dat vanaf 1 oktober 2020 voor deze situatie voorziet in de mogelijkheid om een beroep te doen op tijdelijke werkloosheid wegens overmacht.
Bron: RVA.