Vlaanderen heeft de ambitie om een werkzaamheid van 80 procent te bereiken, en bijgevolg ook personen die om diverse redenen niet-beroepsactief zijn – maar wel arbeidspotentieel hebben – te activeren. Dit vergt inspanningen vanuit het beleid, intermediaire organisaties (begeleidings- en bemiddelingsdiensten), de doelgroep zelf, maar ook vanuit werkgevers.
Dit onderzoek bracht de dynamieken bij werkgevers in kaart bij de tewerkstelling van niet-beroepsactieven met arbeidspotentieel. Via een literatuurstudie, verkennende data-analyse, interviews (zowel helikopter- als diepte-interviews) en een persona-analyse biedt deze studie inzichten aan werkgeverszijde die er mee voor kunnen zorgen dat niet-beroepsactieven (terug) de stap naar werk kunnen zetten.
We leerden dat heel wat factoren eigen aan de onderneming en diens aanpak het succes hiervan kunnen bepalen. Maar ook de ondersteuning vanuit begeleidings- en bemiddelingsdiensten en vanuit het beleid spelen een belangrijke rol voor werkgevers in het welslagen van een duurzame tewerkstelling van de doelgroep niet-beroepsactieven. De analyse leidde tot een overzicht van drempels en hefbomen die werkgevers ondervinden bij de tewerkstelling van niet-beroepsactieven.
Maar niet alleen de werkgevers (de vraagzijde) worden geconfronteerd met drempels en hefbomen bij de tewerkstelling van niet-beroepsactieve personen, ook de niet-beroepsactieven zelf (de aanbodzijde) ondervinden zowel drempels als hefbomen om (opnieuw) een (duurzame) tewerkstelling aan te vatten.
De analyse van de vraagzijde werd gekoppeld aan een analyse van de aanbodzijde, weergegeven in persona’s van niet-beroepsactieven met arbeidspotentieel. In deze persona’s wordt een reliëf zichtbaar in het samenspel van drempels en hefbomen, eigen aan zowel de niet-beroepsactieve persoon, de onderneming, intermediaire organisaties als het beleid, naargelang het profiel van de niet-beroepsactieve persoon.