Een duurzame wereld hangt voor een groot stuk af van de inzet van de provinciale en lokale besturen. Op het vlak van armoedebestrijding en ongelijkheid gaat het de goede kant uit. Meer open ruimte creëren blijft een grote uitdaging. Dat is de voornaamste conclusie uit het Vlaamse SDG-rapport opgesteld door de Vereniging Vlaamse Provincies (VVP) en de Vereniging Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG).
Wim Dries, voorzitter van de VVSG, zal dit rapport voorstellen tijdens het High-Level Political Forum in New York, de internationale hoogmis van de Agenda 2030 voor Duurzame Ontwikkeling.
Meer open ruimte nodig
Het Vlaamse SDG-rapport toont aan dat Vlaanderen er in het algemeen op vooruitgaat. Zo hebben steeds minder Vlamingen een te laag inkomen of moeite om hun rekeningen te betalen. Ook zijn er meer Vlamingen aan het werk. Vooral de jongeren scoren goed. Bovendien is een groot aandeel van die werkende Vlamingen aan de slag in de kennisintensieve economie. Tot slot is het algemene inkomen nu beter verdeeld over alle Vlamingen en steeds meer mensen van buitenlandse herkomst nemen deel aan onze samenleving.
Sinds 2010 gaan we echter achteruit op vlak van open ruimte. Boosdoener is de verharding. In 87% van de gemeenten in Vlaanderen is er nu minder groene ruimte dan 13 jaar geleden. Vlamingen zijn ook minder tevreden over de kinderopvang en minder mensen schrijven zich in voor volwassenenonderwijs. We produceren ook nog steeds te veel afval en ook de publieke diensten stonden door corona onder druk.
Lokale aanpak is belangrijk
“De klimaatverandering, de inflatie, de oorlog in Europa en de druk op de budgetten maken het des te belangrijk om nu werk te maken van duurzame ontwikkeling. De provincies, steden en gemeenten vertolken daarin een cruciale rol. We worden wereldwijd gelauwerd als pioniers in de lokale vertaling van de SDG’s”, stelt Wim Dries, voorzitter van de VVSG.
Toegankelijk technisch onderwijs van de provincie Antwerpen
Om te laten zien hoe de provincies zich inzetten voor het behalen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s), verzamelt het SDG-rapport voorbeelden van projecten. Zo zorgt de provincie Antwerpen ervoor dat haar technisch onderwijs betaalbaar en toegankelijk blijft voor kansengroepen. Dit project sluit aan bij SDG 4 ‘kwaliteitsonderwijs’.
“Het Provinciaal Onderwijs Antwerpen (POA) investeert allereerst in de ondersteuning van de leerkrachten. Zo kunnen zij in kleinere klasgroepen aan co-teaching doen om de leerlingen beter te begeleiden”, verduidelijkt gedeputeerde Luk Lemmens, bevoegd voor het Provinciaal Onderwijs Antwerpen en Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen.
“Daarnaast investeert het POA in innovatief didactisch materiaal en moderne, duurzame schoolgebouwen. Het gloednieuwe STEM-gebouw op PTS Mechelen met de hypermoderne STEM-leermiddelen is hiervan een mooi voorbeeld. En om het onderwijsaanbod zo nauw mogelijk te laten aansluiten bij de noden van de arbeidsmarkt, komen ook werknemers uit bedrijven lesgeven.”
Bovendien zet het POA in op meer kennis van het Nederlands door lessen voor anderstalige nieuwkomers te organiseren. Hierdoor kunnen zij zich sneller integreren en beter leren. Tot slot zorgt het POA voor betaalbaar onderwijs voor iedereen. Zo kunnen leerlingen aan een voordelig tarief werkkledij en uniformen aankopen.
Meer data en samenwerking
Om de SDG’s uit de Agenda 2030 te behalen, is het cruciaal dat de lokale en provinciale besturen in Vlaanderen hun rol blijven invullen. Met Provincies.incijfers.be zijn de provincies alvast goed geplaatst om alle lokale en bovenlokale data te verzamelen en ter beschikking te stellen.
“Het SDG-rapport toont ook de noodzaak aan om meer gegevens te verzamelen en beschikbaar te maken. In Vlaanderen kunnen besturen een beroep doen op databronnen zoals de Gemeente-Stadsmonitor, Provincies.incijfers.be en de SDG-monitor. Ondanks de rijkdom aan data, zijn er voor een heel aantal SDG’s weinig gegevens beschikbaar, of ze zijn te algemeen”, vertelt Wim Dries (VVSG)
“We moeten beter samen werken en samen beleid voorbereiden, uitvoeren en opvolgen. Vandaag zijn de inspanningen te versnipperd. Elk overheidsniveau stippelt zijn eigen strategie uit, of erger nog, men werkt mekaar tegen”, concludeert Tom Dehaene, voorzitter van de Vereniging Vlaamse Provincies.