Meer flexibiliteit op het werk leidt niet altijd tot meer welzijn op het werk

Sinds de coronapandemie gingen bedrijven volop aan de slag met flexibiliteit: nog nooit eerder hadden werknemers zoveel vrijheid om te kiezen van waar en wanneer ze werken. Toch lijkt dit niet per se bij te dragen aan ons mentaal welzijn op de werkvloer. In een onderzoek van de Belgische health-tech speler Alan geeft 77% van de respondenten – een representatieve selectie van 2.006 Belgen – ooit al te maken gehad te hebben met stress of frustraties, 74% met hoge druk op de werkvloer en 53% met gevoelens van depressie. Dat zijn alarmerende cijfers. Enkele bekende gezichten, zoals Dirk Buyens, Elke Van Hoof, Thomas Meunier en Ignaas Devisch geven in de studie hun kijk op die resultaten.

Goede intenties?

Uit het onderzoek, dat Alan uitvoerde met onderzoeksbureau Harris International, blijkt dat 38% van de Belgen hun ontslag wil indienen, 42% overweegt om van sector te veranderen, en 44% graag de manier van werken wil bespreken met hun manager.

Doen bedrijven vandaag de dag dan al niet voldoende? De studie geeft aan dat 54% vindt dat bedrijven al ‘in beperkte mate’ concrete oplossingen implementeren om het mentaal welzijn te verbeteren. Ook geeft 66% van de Belgen te kennen dat ze graag meer getraind willen worden rond het onderwerp.

Een goed begin. In de realiteit zien we echter dat 66% van de leidinggevenden aangeeft onvoldoende tijd te hebben om aan het thema te werken.

Mentaal welzijn onbespreekbaar?

Nog opmerkelijker is het resultaat in vergelijking met andere landen waar Alan het mentale welzijn op de werkplek onderzoekt. In België vindt 61% het moeilijk om met hun HR-manager over hun mentale gezondheid te spreken, tegenover 53% in Spanje en 56% in Frankrijk. Het cijfer ligt dus opvallend hoger in ons land, wat nog eens lijkt te benadrukken dat we een culturele drempel ervaren om over onze problemen te praten, vooral op de werkvloer.

Volgens Dirk Buyens, professor aan Vlerick Business School en CEO van Great Place to Work Institute Belgium, spelen werkgevers desalniettemin een grote rol om het mentaal welzijn op de werkvloer te bevorderen, zo legt hij uit in de studie van Alan: “Mensen spenderen nogal wat tijd op het werk. Als je aan iemand vraagt wat ze in het leven doen, dan relateert het antwoord vaak naar het werk”.

Bovendien blijkt ook uit het onderzoek dat 87% vindt dat bedrijven verantwoordelijkheid dragen over het mentaal welzijn van hun medewerkers.

Hoog tijd voor actie

Dat we believers zijn, is duidelijk: 82% van de Belgen is het eens met de stelling dat meer aandacht voor mentaal welzijn op de werkvloer zal leiden tot een
verhoogde motivatie van medewerkers en 79% denkt dat de productiviteit en loyaliteit zullen stijgen. En niet alleen werknemers zullen baat hebben bij een
beter mentaal welzijnsbeleid.

Volgens klinisch psycholoog Elke Van Hoof mogen bedrijven zich namelijk verwachten aan een belangrijke shift. De ‘hunt for talent’ zal plaatsmaken voor de ‘hunt for great employers’: “Je ziet dat de nieuwe generaties steeds hogere eisen stellen, waardoor bedrijven niet anders kunnen dan zich te richten op het welzijn van hun werknemers”. Hoog tijd dus voor actie.

“Je goed voelen op de werkvloer kan niet onderschat worden. Het heeft een impact op zoveel meer dan we ons realiseren. Niet alleen op bedrijfsresultaten, maar ook op de economie en het persoonlijk geluk van álle Belgen. Met onze jaarlijks terugkerende studie brengen we de situatie in kaart en reiken we concrete handvatten aan om het als bedrijf beter te doen.”, concludeert Cedric De Vleeschauwer, General Manager van Alan Belgium.

>> Je kan de studie hier downloaden

+++

Over het onderzoek

‘Ca va? 2023’ is een jaarlijks terugkerende nationale studie rond mentaal welzijn op de werkvloer. De bevraging gebeurde in een representatieve groep van 2006 Belgen boven de 18 jaar door onderzoeksbureau Harris International. Naast de volksbevraging bevat de studie ook opiniestukken van experts uit de academische en business wereld, zoals Elke Van Hoof, Dirk Buyens, Ignaas Devisch, Peter Geiregat, Jef Willem en Thomas Meunier.