Coronacrisis legt genderkloof tussen mannelijke en vrouwelijke academici bloot

Het ziet er naar uit dat de coronapandemie de weg naar gendergelijkheid in de academische wereld de pas heeft afgesneden. Onderzoek toont aan dat mannelijke wetenschappers door het thuiswerk meer ruimte hebben om onderzoek te publiceren, terwijl de tijdsbesteding van vrouwelijke academici vanwege extra zorgtaken net sterker onder druk komt te staan. Ook buiten de academische wereld blijkt deze trend zich op te tekenen. „Vrouwen zien de mannen wegsprinten, een achterstand die nog lang voelbaar zal zijn“, aldus Elke Van Hoof, professor psychologie aan de Vrije Universiteit Brussel.

Tijdens de eerste lockdown zagen internationale academische tijdschriften het aantal inzendingen van wetenschappelijke artikels aanzienlijk stijgen, zo blijkt uit onderzoek van een groep Europese wetenschappers. Het telewerken biedt meer ruimte om aan onderzoek te doen en om onderzoekspapers te publiceren, zo lijkt het wel.

Wanneer men de inzendingen van wetenschappelijke artikels wat nader bekijkt, blijkt echter dat voornamelijk mannelijke wetenschappers een voordeel halen uit het thuiswerk tijdens de coronacrisis. Onderzoek wijst uit dat vrouwelijke wetenschappers tijdens de eerste lockdown opmerkelijk minder onderzoekspapers publiceerden dan hun mannelijke collega’s. Zo zag het internationale tijdschrift Comparative Political Studies het aantal ingezonden manuscripten van mannen met maar liefst 50 procent stijgen, terwijl het aantal inzendingen van vrouwelijke onderzoeksters stabiel bleef.

Bij andere wetenschappelijke tijdschriften valt het dan weer op dat vrouwelijke onderzoeksters amper nog manuscripten indienen. Elizabeth Hannon, editor van Britisch Journal of Philosophy of Science, noemt het aandeel manuscripten van vrouwelijke hand tijdens de coronacrisis zelfs ‚verwaarloosbaar‘.

“Deze resultaten leggen een duidelijke kloof tussen tussen mannelijke en vrouwelijke wetenschappers en vooral ook de traditionele genderpatronen bloot”, aldus prof. dr. Elke Van Hoof, klinisch psychologe en professor psychologie aan de VUB. “Vrouwen nemen nog steeds meer zorgtaken op zich dan mannen. De lockdown en het sluiten van de scholen maken dat er meer zorg voor de kinderen nodig is, en die zorg blijft vaak bij de vrouw liggen. Ook voor oudere familieleden wordt tijdens de lockdown meer gezorgd, een taak die vrouwen steevast op zich nemen. Hierdoor worden vrouwen extra belast tijdens de coronacrisis en komt de tijdsbesteding van vrouwelijke academici in hun werk sterker onder druk te staan dan die van hun mannelijke collega’s. Het aantal publicaties dat achter je naam staat, heeft echter wel een grote invloed op je verdere academische carrière. Mannelijke academici krijgen vanwege de coronacrisis dus een zekere voorsprong.”

Een algemene trend

Deze trend volstrekt zich niet alleen binnen de academische wereld, maar ligt volledig in lijn met cijfers over de tijdsbesteding van de Belgische bevolking, gepubliceerd door onderzoeksgroep TOR van de VUB. Uit die cijfers blijkt dat twee derde een grote invloed van de coronacrisis op zijn/haar werk ondervindt. Daarbij rapporteren meer vrouwen (68%) een grote invloed van de coronacrisis op hun werk dan mannen (58%).

Voltijds werkende mannen en vrouwen presteren naar eigen zeggen sinds de coronamaatregelen gemiddeld 10 uur minder betaald werk tijdens een werkweek dan voor de coronacrisis. Daarbij is de afname in werktijd het sterkst bij vrouwen met kinderen. Bij mannen maakt de aanwezigheid van kinderen weinig verschil in de afname van de werktijd.

“Vrouwen presteren misschien wel minder uren betaald werk, maar krijgen daar wel een hogere werkdruk en meer zorgen voor in de plaats. Hierdoor komt de productiviteit binnen de beschikbare werkuren ook nog eens onder druk te staan. Kortom, de vrouwen vliegen terug naar start, maar ditmaal zonder startgeld. De achterstand die ze op mannen oplopen zal zich nog lang laten voelen”, aldus prof. dr. Elke Van Hoof.

Schrijf je in op de wekelijkse HR-nieuwsbrief

Ook interessant

LEES MEER