Geen producten in je winkelwagen.
Ben Weyts (N-VA) is viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand. Naar aanleiding van de start van het nieuwe schooljaar én de publicatie van ons september-nummer legde Luc De Decker hem deze 3 vragen voor:
1. Moet er meer samenwerking komen tussen onderwijs en bedrijfsleven?
Ben Weyts “Onderwijs van hoge kwaliteit vormt goed ontwikkelde mensen, die voorbereid op de arbeidsmarkt komen. Iedereen wint bij een gezonde wisselwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Dat kan bijvoorbeeld door ondernemers en bedrijfsleiders de kans te geven om als voordrachtgevers gastlessen te geven in het leerplichtonderwijs. Of nog meer structureel: door werknemers van bedrijven de kans te geven om deeltijds een vak te gaan geven op school. Dat ‘duaal lesgeven’ brengt praktijkervaring letterlijk voor de klas. Op 1 september start het eerste proefproject in samenwerking met sectorfederatie essenscia Vlaanderen en de bedrijven uit de chemie- en farmasector.”
2. Is samenwerking sowieso nodig om de theoretische kennis te kunnen vertalen naar de concrete professionele context?
BW “Of omgekeerd: om de noden van de veranderende arbeidsmarkt te vertalen naar het onderwijs. We werken bijvoorbeeld actief samen met vertegenwoordigers uit het werkveld om beroepskwalificaties op te stellen, zodat het onderwijs zich echt kan afstemmen op de arbeidsmarkt. Zo moet er een vlottere doorstroom ontstaan van de schoolbanken naar de werkbanken. Het beste voorbeeld van theoretische kennis vertalen naar een concrete professionele context vinden we bij het ‘duaal leren’, waarbij jongeren leren in de klas combineren met leren op de werkvloek. Een mooi huwelijk tussen theorie en praktijk.”
3. Vooral de afgestudeerde universitairen staan ver van de werkpraktijk, zo klagen werkgevers wel eens vaker. Hoe kan de klassieke discussie tussen de brede, diepe opleiding en het afleveren van pasklare professionals verzoend worden?
BW “De afgestudeerde universitairen blijken zeer gegeerd én succesvol op de arbeidsmarkt. Werkgevers halen hen nog altijd graag binnen, want ze leren snel bij en groeien vlot door. Je moet als werkgever ook realistisch zijn: jonge mensen kunnen goed voorbereid op de arbeidsmarkt komen, maar ze zullen nooit compleet volleerd zijn op hun allereerste dag. Iedereen moet levenslang blijven leren. Misschien zou die mentaliteitswijziging ons allemaal goed doen.”
Schrijf je in op de wekelijkse HR-nieuwsbrief
