Coronavirus: rechten & plichten WG en WN bij terugkeer naar het werk?

Door de stapsgewijze heropbouw van de economische activiteiten zullen veel niet-essentiële ondernemingen opnieuw werknemers dienen terug te laten keren naar hun lokalen. Wat zijn in dit kader de rechten en plichten van elke partij? Catherine Mairy, Legal Expert bij Partena Professional, legt alles uit.

Regel

Even ter herinnering: in niet-essentiële ondernemingen is telewerk sinds 4 mei 2020 aanbevolen. Als telewerk niet wordt toegepast, moeten passende preventiemaatregelen worden genomen om de maximale naleving van de regels van social distancing te garanderen.

Concreet – Voor de werkgever

De werkgever moet aan de werknemers wiens functie zich ertoe leent, toestaan om telewerk te (blijven) verrichten.

Als de werkgever de frequentie van het telewerk (bij voorkeur geleidelijk) wil verminderen, zal hij erop toezien dat het verzoek dat hij in die zin aan de werknemer zou doen, door objectieve, gewettigde en redelijke redenen gemotiveerd wordt. Het kan, bijvoorbeeld, gaan om redenen die verband houden met de organisatie van het werk of de noodwendigheden inzake de werking van de onderneming.

Om ervoor te zorgen dat de werknemer met inachtneming van optimale gezondheids- en veiligheidsvoorwaarden naar de onderneming kan terugkeren, moet de werkgever ook de passende preventiemaatregelen nemen en hem hierover informeren.

Concreet – Voor de werknemer

Wanneer de werkgever de (arbeidsgeschikte) werknemer vraagt om terug te komen werken in de lokalen van de onderneming, zou de werknemer, naar onze mening, moeilijk kunnen weigeren als:

  • enerzijds, dit verzoek gerechtvaardigd is;
  • en anderzijds, er passende preventiemaatregelen werden genomen (bijvoorbeeld een aanpassing van de werkroosters, waardoor met name vermeden kan worden dat werknemers het openbaar vervoer nemen tijdens de spitsuren).
  • Is dat niet het geval, dan zou de weigering van de werknemer gewettigd zijn.

Opmerking – De codex over het welzijn op het werk geeft de werknemer ook een ‘werkonderbrekingsrecht’ in geval van een niet te vermijden ernstig en onmiddellijk gevaar (= verlaten van de werkpost onder bepaalde voorwaarden) (art. I.2-26).

Overleg tussen de partijen

In geval van een gerechtvaardigde weigering van de werknemer om het werk te hervatten in de onderneming, wordt de partijen ten zeerste aangeraden om in onderling overleg een oplossing te vinden.

In dit kader zal desgevallend een beroep worden gedaan op de werknemersvertegenwoordigers en op de diensten voor preventie en bescherming op het werk.

Schrijf je in op de wekelijkse HR-nieuwsbrief

Ook interessant

LEES MEER