In een nieuwe analyse nemen de Onafhankelijke Ziekenfondsen de meest recente gegevens over intrede in arbeidsongeschiktheid onder de loep. Die tonen een opvallende stijging in het aantal personen met een burn-out, met een toename van 66 % tussen 2018 en 2021. Ook andere psychosociale aandoeningen klimmen verder de hoogte in. De alarmerende cijfers nopen tot meer aandacht voor preventie en re-integratietrajecten op maat.
Drieste stijging psychosociale aandoeningen, burn-out op kop
Eerder onderzoek duidt aan dat het aantal langdurig zieken (personen die meer dan een jaar arbeidsongeschikt zijn) tussen 2016 en 2020 steeg met 20,5 % (bron RIZIV). De diagnoses burn-out of depressie stegen zelfs met 39,2 %. Eind 2020 had 23,7 % van alle langdurig zieken te kampen met een burn-out of depressie. De uitkeringen voor langdurig zieken met een burn-out of depressie bedroegen daardoor 1,5 miljard euro in 2019.
Aangezien we over langdurig zieken spreken, betreffen bovenstaande gegevens personen die ten laatste eind 2019 ziek werden. De Onafhankelijke Ziekenfondsen analyseerden daarom de gegevens voor 2020, 2021 en het eerste kwartaal van 2022. Na een daling tijdens het eerste COVID-jaar 2020, tonen de cijfers van 2021 een heel ander verhaal.
- Het aantal depressies steeg met 12 % tussen 2018 en 2021.
- Het aantal burn-outs nam in diezelfde periode toe met 66 %. Depressies en burn-outs vormen samen de twee meest gestelde diagnoses.
- Ook andere psychische aandoeningen klommen omhoog tussen 2018 en 2021: dysthymie (langdurige depressie) met 26 %, angststoornissen met 22 %.
- Opvallend is ook de toename van 34 % in malaise en vermoeidheid. De helft van deze personen krijgt na 7 maanden de diagnose burn-out toegekend.
- Voor musculoskeletale aandoeningen stellen we grote verschillen vast, met een continue daling in interne knieblessures (-28 % tussen 2018 en 2021), een beperkte stijging in bijvoorbeeld lage rugproblemen (+4 % tussen 2018 en 2021) en een grote stijging in epicondylitis lateralis (tenniselleboog, +42 %).
Inhaalbeweging voor kankerdiagnoses
Tot slot noteren we in de periode 2018-2021 een stijging met 14 % van het aantal intredes in arbeidsongeschiktheid omwille van borstkanker. Jaarlijks worden in ons land circa 11.000 vrouwen geconfronteerd met deze diagnose. Het is de meest voorkomende kanker bij vrouwen, en België is wereldwijd koploper in het aantal gevallen per inwoner.
Het is echter belangrijk om de jaarlijkse schommelingen onder de loep te nemen. Tussen 2019 en 2020 daalde het aantal intredes omwille van borstkanker met bijna 10 %. In 2021 steeg dit opnieuw met 23 % ten opzichte van 2020. Eenzelfde evolutie zien we voor bijvoorbeeld longkanker of nierkanker. Deze bevindingen liggen in lijn met de niet-gestelde kankerdiagnoses in 2020 ten gevolge van uitgestelde zorg, voornamelijk tijdens de eerste coronagolf, en de noodzakelijke inhaalbeweging die in 2021 werd ingezet.
Topje van de ijsberg
Indien de stijging in psychische aandoeningen zich de komende jaren doorzet, en indien het percentage mensen dat vanwege een psychische aandoening meer dan een jaar ziek is stabiel blijft, zijn de cijfers van het RIZIV maar een voorteken van wat ons nog te wachten staat.
Bovendien kunnen we voor een aantal ziektebeelden nog een toename verwachten in het aantal intredes in arbeidsongeschiktheid, gezien de inhaalbeweging die is ingezet om de zorgachterstand als gevolg van de pandemie weg te werken.
Nood aan omvattend beleid, meer preventie en responsabilisering van alle betrokken actoren
Het is mogelijk om het tij te keren, maar dan is een paradigmaverschuiving aan de orde.
Directeur-generaal Xavier Brenez: “Het huidige systeem staat onder druk en de prognoses zijn verontrustend. Het overheidsbeleid vandaag is versnipperd en daardoor onvoldoende omvattend. We moeten op korte termijn durven investeren, en mikken op impact op middellange en lange termijn. Investeren in preventie op en naast de werkvloer, en in het bijzonder met aandacht voor mentale gezondheid, is van cruciaal belang. Ook de re-integratie van (langdurig) zieken moet efficiënter.”
De Onafhankelijke Ziekenfondsen pleiten eveneens voor begeleiding door experten en netwerken op de werkvloer, om enkele algemeen erkende goede praktijken inzake preventie en begeleiding naar werk te kunnen implementeren, ter ondersteuning van de preventieadviseur-arbeidsartsen. Responsabilisering van werkgevers moet vooral op een constructieve manier kunnen gebeuren.
Er is een structureel tekort aan adviserend artsen bij de ziekenfondsen. Nochtans zijn zij, samen met de multidisciplinaire teams van de ziekenfondsen, de behandelend artsen en de preventieadviseur-arbeidsartsen, sleutelfiguren voor een optimale opvolging van de half miljoen langdurig zieken in België. Boven op dit cijfer tellen we jaarlijks nogmaals ongeveer 500.000 nieuwe intredes in arbeidsongeschiktheid.
Ten slotte is het van groot belang om het overleg tussen de betrokken partijen te faciliteren. Er moet snel een communicatieplatform komen dat, binnen de geldende regelgeving, snelle uitwisseling van informatie vergemakkelijkt en het re-integratietraject flexibeler maakt naargelang de situatie van de persoon in arbeidsongeschiktheid.